Natuurlijk, het is nog best vroeg in het seizoen, maar toch dragen sommige resultaten al een zekere waarde. Dat is zeker van toepassing op de zege van Den Bosch bij rivaal Pinoké, waardoor de Brabantse dames nog enigszins voeling houden met koploper SCHC en nummer twee Amsterdam.
Het is een vreemd seizoen aan de Oosterplas. Een seizoen waarin misschien niet álles, maar wel heel veel anders is bij Den Bosch. De lang zo ongenaakbare ploeg is niet ongenaakbaar meer. Misschien is dat wel de voornaamste conclusie. Met het vertrek van drie sterkhouders lijkt het fundament onder de ze succesvolle ploeg weggeslagen, en dat is niet één-twee-drie gerepareerd.
De gevolgen zijn inmiddels wel duidelijk. Den Bosch heeft moeite bij te blijven bij de twee clubs die momenteel de dienst uitmaken: SCHC en Amsterdam. Die hebben immers inmiddels al redelijk afstand genomen, zodat er voor Den Bosch in eerste aanleg weinig anders overblijft dan de lat te leggen bij plaatsing voor de play-offs.
In dat licht was de partij bij Pinoké in het laatste weekend van oktober wel cruciaal. Bij verlies zou er immers ook een gaatje vallen tussen de Steekneuzen en de Brabantse ploeg, terwijl er bij winst serieus afstand werd genomen.
Het werd dat laatste. Met dank aan een vroege treffer van, wie anders, Frédérique Matla. De topschutter kende een wat aarzelende start van het seizoen, maar heeft er inmiddels toch alweer acht in liggen. Niet de aantallen die ze gewend is, en zeker niet de bizarre cijfers van vorig seizoen, maar toch.
Marge
Den Bosch houdt de marge met de bovenste ploegen daarmee in ieder geval enigszins binnen de perken. Weliswaar scheiden liefst acht punten de ploeg van SCHC, maar de vijf naar Amsterdam zijn overbrugbaar. Op haar beurt heeft de Bossche ploeg nu een gaatje van vier punten naar nummer vier Pinoké.
De koploper zelf hield de ongeslagen status in stand op bezoek bij HDM. Makkelijk ging dat overigens niet. Een minuut nadat SCHC de leiding nam, was het alweer gelijk. Halverwege de tweede helft was het Kyra Fortuin die de Stichtse toch naar de winst schoot. Dat was alweer de negende overwinning in evenveel wedstrijden.
Amsterdam had ondertussen geen kind aan Tilburg, dat juist de laatste weken wat aan de weg timmerde. De promovendus deed het goed, sprokkelde de puntjes en werkte zich zo op naar de middenmoot van de ranglijst. Niettemin bleek in het Amsterdamse Bos het krachtverschil veel te groot. Eigenlijk was de wedstrijd al na vijf minuten geen wedstrijd meer. Marijn Veen en Felice Albers bracht al vlot twee treffers op het bord. Vlak voor rust kwam daar nog een derde bij, en na de rust ging het nog wat harder met vier Amsterdamse treffers, waardoor er een heuse zevenklapper op het veld werd getoverd.
Overleven
Onderin troffen Klein Zwitserland en Rotterdam elkaar nog. De inzet? Een kleine kans op overleven in de hoofdklasse. Beide ploegen hadden nog niet gewonnen, KZ had zelfs geen enkel punt, en Rotterdam had alleen twee gelijkspelletjes kunnen bijschrijven: tegen Kampong en Pinoké. Maar het is nu uiteindelijk Rotterdam dat toch nog enig perspectief heeft. Al in de eerste helft werd er afstand genomen van de Steenbokken door twee treffers van Annebregt Rietveld. Veel kon KZ daar niet tegenoverstellen. Mooi moment was vervolgens nog in de invalbeurt van Mascha Sterk, die ze ook nog eens bekroonde met de derde Rotterdamse treffer. Daarover meer op pagina 11 van dit magazine.
Rotterdam heeft nu in ieder geval weer Kampong in het vizier, dat op zeven punten staat en dus twee punten meer heeft. Wat dat betreft worden de verschillen onderin wel kleiner, want Kampong zegevierde bij Bloemendaal, dat daardoor op negen punten bleef staan. Het heeft er alle schijn van dat drie moeten uitvechten wie er samen met KZ aan het einde van het seizoen een stap terug moet doen.