Voor Mirco Pruyser breken de mooiste maanden van het seizoen aan. In de nationale competitie strijdt hij met Amsterdam om het felbegeerde play-off ticket en met de Nederlandse ploeg bereidt hij zich voor op de Olympische Spelen. Een gesprek met de 30-jarige spits over de opmars van Amsterdam, het belang van doelpunten maken, het coronavirus en de Olympische Spelen.
Na een moeizame seizoensstart lijken jullie de weg omhoog te hebben ingezet met Amsterdam. Kwam de 7-1 overwinning op Rotterdam als geroepen?
Dat kun je wel zeggen. Het was een wedstrijd waarin het eindelijk allemaal een keer goed viel en waarin we weinig kansen weggaven. We haalden een hoog rendement uit de corners en dat hielp ook mee. Willen we enigszins kans maken op deelname aan de play-offs, dan zijn dit drie hele belangrijke punten.
Na vijftien wedstrijden staan jullie op de zevende plek met een achterstand van vier punten op de plek die recht geeft op de play-offs. Zie jij het scenario van vorig jaar, waarin jullie na een fraaie inhaalrace alsnog vierde werden, opnieuw gebeuren?
Het is zeker niet onmogelijk, maar om heel eerlijk te zijn, zijn we daar nog niet echt mee bezig. We kijken van week tot week hoe het gaat en hoe we ervoor staan. We kunnen ons wel blind gaan staren op de play-offs, maar belangrijker is het dat we ons beste spel op het veld laten zien en wedstrijden winnen. Natuurlijk zal het balen zijn als we het niet redden, maar we staan er niet al te best voor, dus er moet nog veel gebeuren.
Waar schortte het in de eerste seizoenshelft aan?
Als ik dat wist, waren we snel uitgepraat. Ik denk dat het met meerdere dingen te maken heeft. We hebben met Santi Freixa een nieuwe coach gekregen en ik denk dat het nu allemaal een beetje op zijn plek begint te vallen. We richten ons veel meer op onze eigen taken en beginnen steeds meer een eenheid te worden. We waren in de eerste seizoenshelft te veel eilandjes.
Wat hebben jullie in de winterstop gedaan om dat eruit te krijgen?
We zijn vlak voor de start van de tweede seizoenshelft een weekend naar Ede geweest. Daar hebben we een aantal dingen met elkaar uitgesproken en vooruitgekeken hoe het beter moet en hoe we als team moeten fungeren. We hebben er bewust voor gekozen om dicht bij huis te blijven, omdat de internationals al zo vaak moeten reizen. Ik denk dat het weekendje ons goed heeft gedaan, want in de wedstrijden na de winterstop hebben we beterschap getoond.
Je hebt dit seizoen twaalf doelpunten op je naam staan in de Hoofdklasse. Is dat een aantal waar je als spits tevreden mee bent?
Dat is oke. De voorgaande jaren had ik misschien een hoger gemiddelde, maar de laatste twaalf wedstrijden loop ik een op een, dus daar kan ik niet geheel ontevreden over zijn. Toch ben ik van mening dat ik nog niet het beste van mezelf heb laten zien. Als het bij de club niet gaat zoals je wil, is dat frustrerend en dat was me misschien wel af te zien in de eerste seizoenshelft. Ik heb dat gevoel los kunnen laten en heb me gefocust op mijn eigen spel. Die lijn moet ik nu zien door te trekken.
Voor een spits is het maken van doelpunten erg belangrijk. Draait het jou alleen om doelpunten maken?
Ik heb seizoenen gehad waarin ik dertig goals maakte, maar waarin we geen kampioen werden. Als ik alleen maar scoor, geeft dat geen garantie dat we kampioen worden. Om eerlijk te zijn draait het niet alleen meer om zelf scoren; de laatste jaren vind ik het belangrijker dat alle spitsen uit mijn team goed uit de verf komen, zodat je als team beter presteert. Als andere spelers moeite hebben met scoren, maak ik me daar ook zorgen om.
Als spits wil je natuurlijk met zoveel mogelijk zelfvertrouwen, en dus doelpunten, naar het Nederlands team toe kan ik me zo voorstellen.
Zeker weten. Ik kom er nu nog mee weg dat ik er twaalf heb gemaakt, maar ik heb me voorgenomen om me de komende wedstrijden meer te laten zien. De wedstrijd tegen Rotterdam was alvast een goed begin. Goed presteren bij je team is van belang om goed aanwezig te zijn bij het Nederlands team.
Over het Nederlands elftal gesproken. Jullie zouden deze maand twee Pro League-duels spelen tegen Nieuw-Zeeland en Australië, maar vanwege de uitbraak van het coronavirus kozen zij ervoor niet naar Den Bosch af te reizen. Wat vind jij daarvan?
Dat is een grote domper. We zitten middenin de voorbereiding op de Olympische Spelen, dus dit komt natuurlijk niet gelegen. De laatste vier wedstrijden in de Pro League hebben we allemaal winnend afgesloten, dus dan is het jammer dat we die lijn niet kunnen doortrekken. Ik denk dat Max (Caldas, red.) en de KNHB uiteindelijk wel een alternatief gaan vinden. Desnoods gaan we samen met elkaar trainen.
Kun je begrijpen dat Nieuw-Zeeland en Australië zich hebben teruggetrokken?
Zelf ben ik misschien een beetje naïef op het gebied van het coronavirus. Het zijn de media die er negatieve dingen over schrijven, terwijl ik laatst ergens las dat er 50.000 mensen van zijn genezen. Dat leest dan weer niemand. Natuurlijk begrijp ik heel goed dat er een bepaalde bezorgdheid is. Als je om je heen kijkt, met name in Italië, en leest wat er in de pers staat, snap ik heel goed dat er maatregelen worden genomen.
Merk je er tijdens de nationale competitie al iets van?
Wij deden zondag wel gewoon een handshake, maar ik hoorde dat andere teams het niet deden. Vooralsnog volgen we de richtlijnen vanuit de bond en ook als club zullen we de ontwikkelingen goed in de gaten houden.
Hoe staat het Nederlands elftal er verder voor?
We hebben een goeie periode gehad met het team in de Pro League. Tegen India, Spanje en Argentinië hebben we zeker geen slechte resultaten behaald. Wel denk ik dat we twee keer in reguliere speeltijd van Argentinië moeten winnen (Nederland won twee keer via shoot-outs), maar ik merk wel dat we als team aan het groeien zijn. Het piekmoment ligt natuurlijk in de zomer.
Ja, want over vier maanden staan de Olympische Spelen in Tokio op het programma. Begint het al te kriebelen?
De tijd vliegt voorbij, voor je het weet is het al zover. Ik heb laatst het nieuwe tenue van Adidas mogen zien wat we op de Spelen gaan dragen en dan begint het wel te kriebelen. Onderling praten we er ook veel met elkaar over en is iedereen bezig om fit te zijn en te blijven.
Op het EK van afgelopen zomer in Antwerpen eindigden jullie als derde. Wat hebben jullie daarvan geleerd?
Op het EK hebben we gezien dat ons verval soms iets te groot is. In de halve finale tegen Spanje kwamen we bijvoorbeeld veel te snel op achterstand. Uiteindelijk kom je dan nog wel terug tot 4-3, maar zoiets mag natuurlijk niet gebeuren. Het is zaak om de ondergrens steeds hoger te leggen, zodat we niet meer zo ver terug zakken. Op de Spelen zijn er zeker zeven landen die meestrijden om de medailles, dus als we ver willen komen, kunnen we ons dat soort foutjes niet permitteren.
Over welke landen hebben we het dan?
Australië, België, Duitsland, Spanje, Argentinië, Groot-Brittannië en wij. Ha, je ziet dat ik binnen een aantal seconden zo zeven teams op kan noemen die andere landen pijn kunnen doen. En dan heb ik India nog niet eens genoemd. Zij versloegen ons bij de eerste twee wedstrijden in de Pro League en zijn ook niet zomaar te pakken.
Mocht je geselecteerd worden, worden het jouw tweede Spelen. Wat herinner je je nog van de vorige Spelen?
Ik herinner me dat het een heel groot evenement was waar ik ontzettend naar uitkeek en waar ik misschien wel zenuwachtiger voor was dan voor andere toernooien. We werden vierde en de halve finale tegen België, dat was hem gewoon niet. Hopelijk krijg ik de kans om een beter resultaat neer te zetten dan de vorige keer. Ik weet in ieder geval dat ik het toernooi moet benaderen als een ‘gewoon’ hockeytoernooi in plaats van het grote evenement waar je je ogen uitkijkt.
Is goud het enige dat voor jullie telt?
Uiteindelijk zal elk Nederlands team zeggen dat ze voor de gouden medaille willen strijden, maar ik ga niet roepen dat we gefaald hebben als we geen goud halen. We moeten in Tokio het beste Oranje laten zien en dan zullen we wel zien tot welk resultaat dat leidt.