Hockey Magazine

dinsdag, april 22, 2025

Top 5 deze week

spot_img

‘In andere wereld dan mijn vriendinnen’

Het werkterrein van Marente Barentsen is de laatste weken drastisch veranderd. De speelster van Hurley werkt doorgaans in het LUMC als anesthesiste, het vakgebied waarvoor ze ook haar opleiding deed. Maar de uitbraak van het Coronavirus maakte alles anders. Nu draait Barentsen vrijwel dagelijks haar uren op de intensive care. ,,In de brandhaard van Corona’’, zoals ze het zelf zegt.

Marente Barentsen (23) heeft al aardig wat ervaring in haar werk in het Leids Universitair Medisch Centrum. Ze volgde de opleiding anesthesie en werkte na het afronden daarvan vooral op de operatiekamer. ,,Samen met de anesthesioloog ben ik verantwoordelijk voor de narcose tijdens een operatie’’, vertelt ze. Maar met vrijwel al haar collega’s is Barentsen na een korte ‘omscholing’ werkzaam op de intensive care. ,,We hebben een dag cursus gehad met de apparatuur en de programmering van de IC en werden daarna gelijk ingeroosterd. Alle handjes zijn nu echt nodig op die afdeling.’’

Sindsdien is de wereld van Marente Barentsen echt veranderd. Ze liet haar woning in Amsterdam achter zich en verhuisde tijdelijk naar het ouderlijk huis in Alphen aan den Rijn. ,,Mijn huisgenoten in Amsterdam zijn ook allemaal bij hun ouders, waardoor ik in mijn eentje zou zijn. Dan is er ook niemand waar je een verhaal kwijt kunt. Daarom heb ik er ook voor gekozen voorlopig bij mijn ouders te blijven. We zien dat niet echt als een risico. Ze zijn allebei nog jong, ik ben nog jong. Dat moet geen probleem zijn.’’

Legpuzzel
Ze merkt bovendien dat haar huidige wereld erg verschilt van wat haar vriendinnen meemaken. ,,Die vertellen dat ze die dag een legpuzzel hebben afgemaakt, of een serie op Netflix hebben uitgekeken’’, vertelt Barentsen. ,,En dan zou ik thuiskomen en moeten zeggen dat het er vandaag gelukkig maar eentje was die het niet gehaald heeft. Dat maakt alles echt wel anders.’’

Dat geeft ook meteen aan dat de speelster van Hurley in het ziekenhuis moeilijke tijden beleeft. Ze maakt regelmatig het overlijden van een patiënt mee. ,,Mentaal is dat zwaar. Ik ben sowieso degene die het contact heeft met de familie zelf niet bij de patiënt mag. Als verpleegkundige en arts bellen we de familie, houden ze op de hoogte van de behandeling. Familie mag er pas bij als het beter gaat, of in het ergste geval als de patiënt overlijdt en dan om afscheid te nemen.’’

Hoe het verzorgend personeel omgaat met een overlijden verschilt, legt Barentsen uit. ,,Het is altijd tragisch, maar ik denk dat het uitmaakt in hoeverre je de patiënt dicht bij jezelf laat komen. Als je de patiënt als een casus houdt, zeg maar als een poppetje, en je minder verdiept en meer afstand houdt, dan raakt een overlijden je emotioneel minder dan wanneer je echt een band schept. Ik houd nu bewust afstand. Da’s een soort zelfbescherming.’’

Schijnbewegingen
Maar het moeilijkste, legt ze uit, is toch wel de onvoorspelbaarheid van het virus. ,,Het is’’, stelt Barentsen, ,,een venijnig virus. Normaal gesproken kan je werken op basis van je klinische blik, hoe wij medisch gezien naar patiënten kijken. Dan kan je een redelijke inschatting maken in hoeverre een patiënt zorg nodig heeft, en hoe en elke zorg dat dan moet zijn. Die keuzes maak je vaak op basis van instinct en ervaring. Maar hier helpen die twee aspecten nauwelijks. Met dit virus zie je een patiënt het ene moment de goede kant op gaan, terwijl die een half uur later op een heel dun lijntje balanceert en de situatie ineens levensbedreigend is.’’

Iedereen wil het beste voor een patiënt, vervolgt ze. ,,Ik zeg altijd: behandel mensen alsof ze je moeder of je vader is. Daar wil je ook het beste voor. Dat proberen we bij deze patiënten ook, alleen weten we lang niet altijd wat het beste is omdat de situatie zo snel kan veranderen. Om in hockeytermen te blijven: dit virus maakt schijnbewegingen. Het lijkt de ene kant op te gaan en als je dan denkt de goede stappen te zetten kunnen dat volledige misstappen zijn als het wel een schijnbeweging is. Dat is wat dit virus zo lastig maakt en waarom het werk zo zwaar is.’’

Die vergelijking is zo ongeveer het enige moment waarop ze nu nog aan hockey denkt. ,,De sport is op dit moment helemaal niet belangrijk. Maar eerlijk gezegd kan ik het er ook niet bij hebben. We maken in het LUMC lange en zware dagen en dan heb ik echt niet eens de tijd en de puf om nog eens te gaan trainen.’’

Populaire Artikelen