
Jeroen Delmee heeft iets meer dan een jaar het heft in handen bij de mannen van Oranje, en het is niet gek te stellen dat er in die tijd veel is veranderd. Dat stopt niet bij een nieuwe coach, een nieuwe staf en veel nieuwe spelers. De spelopvatting van het Nederlands elftal is anders, de uitstraling. De winst in de Pro League was afgelopen voorjaar de eerste prijs voor het Oranje van Delmee, die met zijn ploeg na de jaarwisseling in Bhubaneswar op jacht gaat naar de tweede: de wereldtitel.
Hij maakte zelf natuurlijk al zo’n beetje alles mee. Jeroen Delmee won als international met Oranje twee keer olympisch goud, werd wereldkampioen en sleepte zes titels in de toenmalige Champions Trophy in de wacht, om maar wat te noemen. Nu staat hij zelf aan het roer. Na de spelen trad de Brabander aan als bondscoach, als opvolger van Max Caldas. Geen droombaan, wel een heel mooie baan, vindt Delmee. ,,Maar je weet in het coachvak dat het na een aantal jaren ophoudt en dat je weer doorgaat naar het volgende. Het zou een beetje zonde zijn als je er zo in zit dat alles wat hierna komt minder is. Ik zie dit gewoon als een heel mooie baan, zeker in Nederland. Maar ik vond het coachen van Tilburg ook erg leuk, en het coachen van Frankrijk ook heel waardevol. Dit is weer een stapje hoger, maar ik heb het nooit bekeken als de ultieme klus.’’
Delmee, die volgend jaar maart zijn vijftigste verjaardag viert, heeft er inmiddels iets meer dan een jaar op zitten bij Oranje. Dat jaar heeft hem zegt hij, gebracht wat hij ervan hoopte. En misschien zelfs iets meer. ,,Ik ben ook positief verrast. Zeker door de groep waarmee we begonnen zijn. Er waren immers na de Spelen zóveel spelers afgehaakt dat we met een totaal nieuwe groep moesten beginnen met ook jongens die eerder slechts hadden gewerkt met de trainingsgroep van Oranje of zelfs helemaal niet eens in beeld waren geweest voor het Nederlands elftal. Dan moet je maar afwachten hoe goed de groep is en in welke mate je daarmee de strijd kunt aangaan met de top van de wereld. Als je dan kijkt naar de ontwikkeling die we het afgelopen jaar hebben doorgemaakt, dan is dat heel positief geweest, en dat heeft mij positief verrast.’’
Blanco
Delmee is ook een man die een dergelijke uitdaging niet uit de weg gaat. Het is voor hem misschien zelfs prettiger een nieuwe ploeg naar de hand te zetten dan in te stappen op een rijdende trein. ,,Met een nieuwe staf en negen gestopte spelers zijn we eigenlijk weer blanco begonnen’’, vertelt Delmee. ,,Als je denkt dat het anders moet, is dat wel lekker. Er zijn weinig heilige huisjes die afgebroken moeten worden. Je kunt nieuwe routines inbouwen, en je eigen kijk op hoe belangrijk bepaalde zaken zijn duidelijk overbrengen op de groep. Dat is inderdaad wel makkelijker met een nieuwe groep, dan bij een rijdende trein, wat het Nederlands elftal natuurlijk geweest is met jongens die tien jaar lang het gezicht hebben bepaald.’’
Dat het anders moest, daar was Delmee snel uit. Niet voor niets voerde hij na Tokio zo’n dertig gesprekken van ieder ongeveer twee uur. ,,Spelen in het Nederlands elftal moet de mooiste tijd zijn van je hockeyloopbaan. Dan moet je niet met frustraties rondlopen. Daar is, denk ik, van alles gebeurd waar ik dat anders zou doen. En dat zijn we nu ook aan het doen, dat stralen we ook uit. Ik krijg reacties van mensen die het Nederlands elftal zien en vaststellen dat het anders is dan het was.’’
Kantelen
Delmee stelde ook al snel vast dat het bij Oranje allemaal ’te makkelijk’ was. Ook daar slaagde hij er snel in die cultuur te kantelen. ,,Klinkt misschien heel stom, maar ook dat was niet zo ingewikkeld omdat alles nieuw is. Daar hebben we ook op ingezet: nieuwe gezichten. Iedereen kende Pruisscher, Bakker, Kemperman, Hertzberger en De Wijn. Allemaal jongens die er nu niet meer bij zijn. En dat is ook meteen de uitdaging die we hebben neergelegd bij de jongens. De periode die nu aanbreekt, daarin moet het niet meer gaan over die oudjes, maar moet het gaan over De Geus, over De Vilder, over Janssen, over Croon. Dat zijn de jongens die nu moeten opstaan om het nieuwe gezicht van Oranje te vormen. Ik vind dat ze dat tot nu toe goed hebben gedaan. Ook in de competitie zie je dat het de internationals zijn die het verschil maken in de wedstrijden en steeds minderde oude garde.’’
Delmee heeft altijd geroepen dat topsport een kwestie is van keuzes maken. Hij ziet nu hoe zijn jonge ploeg de juiste keuzes maakt. ,,Dat denk ik wel, ja. Heeft allemaal te maken met prioriteiten. Het gaat erom in hoeverre je bezig blijft jezelf te ontwikkelen, beter wilt worden. Het fysieke programma moet een prioriteit zijn, hockey natuurlijk ook. Hoe richt je je leven daar omheen in? Ik denk dat ze dat op dit moment heel goed doen.’’
Sprintsport
Dat Delmee een uitgesproken idee heeft over hoe modern hockey moet worden gespeeld, is duidelijk. Het fysieke aspect is daarin enorm belangrijk. ,,Hockey is een sprintsport geworden, een krachtsport’’, stelt de bondscoach. ,,Zonder snelheid doe he gewoon bijna niet meer mee.’’ Maar dat vraagt veel van een ploeg. ,,Daarom ben ik blij zoals het nu is. We hebben een groep die enorm veel energie uitstraalt, maar die ook alles vreet wat wordt aangedragen. We bespreken individuele punten met ze en zie ze daar gelijk in de volgende training mee aan de slag gaan. Er wordt veel getraind, ze zijn bezig met voeding. Ik zou bijna zeggen dat het tè ideale schoonzonen zijn. Ze echt constant bezig beter te worden, en dat is ook de omgeving die we als staf graag creëren.’’
,,Het individu moet weer beter worden, ze moeten gecoacht worden op de krachten die ze hebben en natuurlijk moet een aantal dingen verbeterd worden om je naar een bepaalde benchmark moet, naar een bepaald niveau in heren tophockey’’, vervolgt Delmee. ,,Maar dat vreten ze gewoon, en daar gaan ze mee aan de slag. Ze worden weer beter, en dat is mijn belangrijkste taak. Een speler van nu moet over een maand een completere speler zijn. Hij moet meer weten, moet meer kunnen. Zo zitten de jongens er zelf op dit moment ook in.’’
Het individu is belangrijk, maar Jeroen Delmee is altijd een man van het team geweest. Dat blijkt momenteel bij Oranje prima samen te gaan, want de coach bespeurt het teamgevoel in alles wat er gebeurt. ,,Klinkt als heel ideaal, maar dat is echt de mindset die er op dit moment is. Er is geen haat en nijd, iedereen gunt elkaar het beste. En natuurlijk is dat ook makkelijk omdat we in een periode hebben gezeten met alleen de Pro League, waarin er minder spanning is en iedereen die een keertje niet speelt toch wel weet dat hij er de volgende keer wel in staat omdat iederéén kansen krijgt. Maar ook nu er langzamerhand een beetje selectiestress bij komt, blijft iedereen elkaar stimuleren. Elkaar aanspreken, zo van ‘dit is lekker of dat is lekker’ of ’speel me zo in’. Ze blijven met elkaar bezig om beter te worden. En dat ebt soms weleens weg, maar dan is er ook maar heel weinig nodig om ze daar weer in te zetten.’’
Klagen
Het klinkt als de ideale situatie voor een coach. Delmee beaamt volmondig dat hij heel weinig te klagen heeft. ,,Er wordt hard getraind, er wordt inhoudelijk goed getraind, de jongens worden beter. Het gevolg is dat wij de komende weken heel lastige keuzes moeten maken om te komen tot onze uiteindelijk WK-selectie. Dat zijn luxeproblemen, maar toch vind ik het altijd jammer iemand te moeten teleurstellen die er álles aan heeft gedaan om in dit geval naar het WK te kunnen.’’
In het voorjaar boekte Delmee zijn eerste grote succes als bondscoach. Oranje won de Pro League. Mooi natuurlijk, zo’n hoofdprijs. Maar Delmee ziet er ook het betrekkelijke van in. ,,Natuurlijk heeft die eindzege een beetje waarde, maar ik vind dit soort toernooien niet echt toernooien. Je wint er niks mee. Het is geen WK, geen EK, geen Olympische Spelen. Het is een ander soort toernooi met losse wedstrijden waarin het echte toernooigevoel ontbreekt.’’ Precies daarom verbindt Delmee er ook niet al te veel conclusies aan. ,,Het is gevaarlijk om te zeggen dat we goed zitten richting het WK omdat we de Pro League hebben gewonnen. Een toernooi is gewoon anders, daar weet ik alles van. Daar komt een andere spanning bij kijken. Wat die Pro League wél zegt, is dat we de hele wereldtop hebben gezien, dat de verschillen klein zijn, en dat in goeden doen van iedereen kunnen winnen.’’
Speelstijl
Daarnaast was de intensieve wedstrijdenreeks voor Delmee en zijn staf prettig om veel te kunnen werken met de nieuwe groep. Er werd gewerkt aan het ontwikkelen van een speelstijl, aan een inventarisatie van ieders kwaliteiten. ,,Dat wisten we namelijk ook niet, omdat er jongens waren die nog nooit in het Nederlands elftal hadden gespeeld. Dan is het wel lekker als je in alle rust veel wedstrijden kunt spelen. Ik denk dat we er in totaal toch 25 of 26 hebben gehad, en misschien nog wel meer. Dan krijg je een goed beeld van wat de jongens kunnen, maar ben je nog nauwelijks toegekomen aan toernooidynamiek, aan spelen onder echte druk, aan het verder ontwikkelen van de eigen speltactiek. Dat heeft allemaal meer tijd nodig.’’
In de aanloop naar het WK in Bhubaneswar is nog wel wat tijd, maar niet voldoende om nog heel veel te sleutelen. Het gaat nu om details, vertelt Delmee. ,,We kijken nu waar we goed in zijn, en gaan zorgen dat we daar nog beter in worden, met natuurlijk wel ergens een Plan B waar we ook al een beetje mee bezig zijn. Maar we moeten ons toespitsen op wat we hebben en dat in de laatste voorbereidingen naar het WK perfectioneren.’’
Toernooidruk
Het mentale aspect wordt wellicht lastiger, want toernooidruk is voor een flink deel van de groep nieuw. ,,Ik ben heel nieuwsgierig hoe ze daarmee omgaan. Voor een groot deel van de groep is dit het eerste WK met Oranje, het eerste grote toernooi zelfs, de eerste keer India, wat ook een belevenis is. Er zijn dus heel veel dingen die impact zullen hebben op deze spelersgroep. Tot nu toe gaan ze met alles goed om, maar laten we hopen dat dat zo blijft. Het zal ook ergens een keer misgaan, ergens moet je nog tegen een zeperd oplopen. Dat doet ook dingen met een ploeg en daar leer je ook weer van. Je leert mee van verliezen dan van winnen.’’
In dat opzicht kwam de nederlaag tegen Duitsland in de Pro League Delmee niet eens slecht uit. Oranje had een goede serie neergezet, een recordreeks zelfs voor een nieuwe bondscoach. Maar Delmee zag hoe de focus minder werd, hoe het binnen de ploeg allemaal wat losser werd. ,,In de meeting vooraf aan de wedstrijd had ik al aangegeven dat ik dacht dat dit ging gebeuren. En het gebeurde ook. Dan kom je op de mentale processen. Kijk, gaat het goed, dan gaat het vaak meer over wat er hockeyend goed gaat. Maar nederlagen gaan vaak over de mentale kant van het spel. Waarom lukken dingen niet? Wie recht de rug, wie kan de boel toch weer omdraaien in een wedstrijd? Dat zijn enorm interessante processen. Ook om te zien wie de leiding neemt, wie opstaat. Daarvoor is het weleens lekker een keer een minder resultaat te hebben.’’
Van de zotte
Diezelfde Pro League heeft echter ook een flinke invloed op de voorbereiding op het WK. In december reist Oranje nog naar Argentinië voor een serie wedstrijden. Delmee is er niet blij mee. ,,Ik vind het van de zotte dat mijn voorbereiding wordt bepaald door de Pro League. Nu moeten we eerst vierenhalf uur de ene kant op reizen, dan terug, en vervolgens weer vierenhalf uur de andere kant op. Negen uur tijdsverschil, met nog wel de feestdagen ertussen, maar ideaal is het natuurlijk niet.’’
Delmee hekelt bovendien de locatie waar wordt gespeeld. In het bloedhete Santiago del Estero lopen de temperaturen nu al op tot veertig graden. ,,En dan is het pas lente. Ik vrees dat we onder extreme omstandigheden vier wedstrijden in vijf dagen moeten spelen. Dat vind ik ongehoord.’’ Delmee had liever gekozen voor een toernooi in Spanje. ,,Lekker in Europa, met verschillende ploeg. Nee, dit is niet mijn ideale voorbereiding op het WK. Het enige goede is dat we topwedstrijden spelen en dat is wel goed in zo’n voorbereiding, maar ik had dat liever ergens anders gedaan.’’
Als het eerste deel van de competitie in de hoofdklasse is afgerond, maakt Jeroen Delmee zijn selectie bekend. Na de feestdagen en de jaarwisseling reist de ploeg dan op 3 januari af richting India. ,,Daar doen we de laatste voorbereidingen.’’
Onzekere factoren
De doelstelling voor het WK is niet in beton gegoten. ,,We gaan daar niet heen met het idee dat we wereldkampioen moeten worden. Ik denk wel dat we mee moeten strijden om de medailles, maar er is nog een aantal onzekere factoren. We gaan het zien. Het wordt ons eerste toernooi, we gaan er head first in, lekker spelen, zoals we tot nu toe alle wedstrijden zijn ingegaan. We weten wel dat de concurrentie bij de heren heel groot is. Wij kunnen de strijd aangaan, maar favoriet, nee, dat zijn we niet. Die rol ligt bij België en Australië, landen die ingespeeld zijn op elkaar, al jaren samen zijn en jaren toernooi-ervaring hebben.’’
Als verre stip aan de horizon staat voor Delmee nog de Spelen van 2024 in Parijs, iets wat hij als bondscoach graag zou meemaken, ook al stelt hij met een lach, dat de Spelen voor een coach eigenlijk het minst leuke toernooi zijn. ,,De Spelen is twee weken met een hockeyprogramma dat zo verschrikkelijk vol zit. Dat maakt het bijna het zwaarste toernooi om te doen. Het hele toernooi werk je van wedstrijd naar wedstrijd, er zit weinig tijd tussen, en het is harder werken dan we normaal al doen. Je bent bijna alle dagen van zeven uur ’s ochtends tot na middernacht bezig om alles in goede banen te leiden, en krijgt van de Spelen eigenlijk niks mee. Voor een speler is het nog wel leuk. Als die klaar is met de wedstrijd is het klaar, maar voor de staf begint het pas. Maar ja, de Spelen blijft natuurlijk wel het mooiste sportevenement dat er is. Een WK is mega-belangrijk, maar de Olympische Spelen, da’s nog een tikkie extra.’’
door Eric Korver
1 gedachte over “Jeroen Delmee werkt met gretige, jonge ploeg naar WK in India”
Pingback: Mis niks van het WK: Ziggo Sport zendt alle wedstrijden van Oranje uit. - Hockey International