Pionieren als prestatiemanager op Kampong
Door: Djurre Roggeveen voor de Hockey Food Special juni 2023
Toen hij in 2008 begon, had hij al een duidelijke visie op opleiden. Mark Borgers (1981) was destijds een roepende in de woestijn. Nog steeds heeft hij het gevoel dat het kwartje lang niet overal valt: ,,Pionieren is vaak een ondankbare rol. De pionier strooit zaadjes in die woestijn. De eerste periode komt er hoogstens wat onkruid op. Na het vertrek van de pionier ontstaat er gestaag vaak een prachtige, bloeiende oase vol sappige fruitbomen. Maar ja, die pionier plukt daar meestal geen vruchten van. Die is alweer verder.’’
Toch heeft Kampong deze pionier weer omarmd, nadat hij daar dezelfde rol ook al vervulde tussen 2010 en 2015. Met een rugzak vol nieuwe ervaringen opgedaan als performance manager in Nieuw-Zeeland, is Mark Borgers sinds dit seizoen prestatiemanager op de grootste hockeyclub van de wereld. In Nieuw-Zeeland vond Mark tussen 2018 en 2021 veel terug van zijn kijk op de sport. ,,Daar kijkt men eerst naar de mens, dan naar de atleet en op de derde plaats pas naar de hockeyer. Sport heeft daar ook een hele andere positie. Tot je 18e is eigenlijk alles recreatief. Lekker veel sporten en spelen met je vrienden. Breed motorisch opleiden is daar geen issue. Hockey is een wintersport, maar gedurende het hele jaar komen ze in aanraking met heel veel sporten op school.’’ Toen Mark enigszins gedwongen door Covid terugkwam uit Nieuw-Zeeland had hij hier nog geen nieuwe baan: ,,Ik heb gewoon gesolliciteerd op de vacature die er was. Dat is ook mooi aan Kampong; ze tuigden echt een sollicitatieprocedure op. Het was geen handjeklap. Hoeveel clubs doen dat?”
We voeren ons gesprek bij restaurant de Groene Afslag in Laren. Een rustige, groene plek op bakfiets-afstand voor Mark, die sinds dit jaar in het Gooise dorp woont. Al is hij binnen de incrowd een bekende ‘stille’ kracht in de hockeywereld, het pad wat hij bewandelt is anders dan de weg van de meeste technisch managers. In alles wat Mark zegt komt vooral zijn passie voor de ontwikkeling van mensen en zijn visie op opleiden in bredere zin naar voren. ,,Ik zet jou centraal als sporter. Ik wil weten hoe jouw gemoedstoestand is, hoe jij bent als mens, wat jouw drijfveren zijn. Tactieken zijn leuk, maar het gaat over mensen waarmee je werkt. Die zijn allemaal uniek. Hoe meer je je daarin probeert te verdiepen, hoe meer men zich gezien voelt, zich erkend voelt, hoe meer er een vertrouwensband ontstaat. Op die momenten ontstaat er synergie en energie. Met die energie ga je wat doen. Dat is waar ik honderd procent in geloof.”
‘Je wilt een huis bouwen, maar vraagt als eerste waar het schilderij komt te hangen…?’
Visie op mensen
Borgers is opgegroeid in een harmonieus en betrokken hockeygezin in Groningen, als oudste van vier. ,,Dat opgroeien en groot worden op zo’n lokale club, dat vormt je echt.” En al had hij ook als speler best potentie, vanaf zijn 17e kwam Mark in aanraking met coaching. Toen hij in zijn derde jaar als coach landskampioen werd met Groningen Meisjes C1, triggerde dat iets in hem. Misschien was dit wel meer zijn bestemming? Tijdens zijn studie International Business and Management waren het de boeken tijdens het vak ‘Human Resource Management’ die hem aanzetten nog veel meer te lezen over psychologie. Zowel over de mentaal emotionele kant als meer spiritueel. Met de opgedane kennis speelde hij bij het werken met zijn teams. Zijn visie groeide. ,,Ik merkte dat spelers en ouders dat zeker waardeerden, maar voor een breder publiek was het absoluut niet de standaard. In mijn coachcarrière werkte deze visie toen ook nog tegen me. Als ik een sollicitatiegesprek bij de hockeybond had, was de vraag altijd: wat is je visie op hockey? Die heb ik natuurlijk wel, maar voor mij begint het met: wat is je visie op mensen. Ik stotterde me dan door die vraag. Ik kan wel iets over hockey zeggen, maar daar begint het niet voor mij. Je wilt een huis bouwen, maar vraagt als eerste waar het schilderij komt te hangen? Moeten we niet eerst over mensen praten?”
‘Respect gaat over het kunnen zien van het andere perspectief’
Uiteenlopende drijfveren
Afgelopen jaar heeft Mark Borgers onder alle top jeugdteams van Kampong getoetst wat de drijfveren waren van de spelers. ,,Het was opvallend dat de verdeling nagenoeg gelijk was. Een derde wilde vooral de hoofdklasse of zelfs het Nederlands team halen, was resultaatgericht. Een derde wilde het maximale uit zichzelf halen en had dus meer de focus op de persoonlijke prestatie. De derde groep wilde vooral graag met vriendjes en vriendinnetjes spelen. Zij vonden de sociale component het belangrijkste.’’
Een boeiende uitkomst vindt Mark. ,,In de hoofdklasse is het natuurlijk logisch, daar gaan de drijfveren altijd over het resultaat. Maar in de top jeugdopleiding, wat de kweekvijver moet zijn voor de hoofdklasse, zitten dus spelers met uiteenlopende drijfveren. Het is aan ons om kinderen hierin te ondersteunen. Hoe ga je om met iemand met andere drijfveren? Hoe ga je als speler – die bijvoorbeeld de warming-up superbelangrijk vindt – om met een speler die te laat komt omdat hij weer eens een lekke band heeft?”
In Nieuw-Zeeland staat de sporter centraal, in Nederland het systeem, legt Mark uit. ,,Hier zijn we er op gericht om zoveel mogelijk jonge spelers in het traject mee te nemen. Dat is wel begrijpelijk vanuit het oogpunt dat je geen talent wilt missen, maar ik ben er geen voorstander van. Driekwart heeft vaak nog andere drijfveren. In ons land moet je eigenlijk voor je 18e levensjaar al tophockeyer zijn, wil je kans maken op goede doorstroom naar het 1e. Wat dat betreft zou een serieuze competitie voor O21 of zelfs O23 best veel kunnen toevoegen. Hoeveel tijd krijgen spelers nu nog als ze er op hun 18e nog niet klaar voor zijn?” Mark ziet daarin een groot verschil met Nieuw-Zeeland: ,,Daar komen de intrinsiek gemotiveerde sporters vanzelf bovendrijven rond hun 18e. Vanaf dat moment gaat de bond zich pas bemoeien met de spelers en zetten ze de benodigde expertise in.”
Maatwerk is de toekomst. Dat is een kwestie van geven en nemen en dat is niet altijd makkelijk, benadrukt Mark. ,,Het huidige hockey aanbod voor de jeugd past niet meer bij deze tijd. Toen ik voor dit vak koos, was het mijn missie om meer zachtheid in de topsport te brengen. Daar vraagt deze tijd nu ook om. Iemand moet hierin het voortouw durven nemen. Het erkennen van de mens en haar drijfveren. Natuurlijk zeggen we niet dat alle trainingen vrijblijvend zijn. Maar we zeggen wel tegen een speler uit O18-1 die een drukke winter heeft met leren, dat hij alleen maar trainingslid hoeft te zijn in de zaal. Of dat de 3e training bij de Top O14-jeugd niet verplicht is. De kernwaarde is dan respect. Respect gaat over het kunnen zien van het andere perspectief. Hoe ga je bijvoorbeeld als trainingsbeest om met iemand uit je team die er voor kiest om tijdens dat 3e trainingsmoment iets anders te doen dan hockeyen?”

Met de tijd meebewegen
De rol van technisch manager op een hockeyvereniging in het algemeen, zoals die er nu uitziet, is eindig, denkt Mark. ,,Daar zie ik weinig toekomstperspectief voor. Toen ik zo’n 15 jaar geleden koos voor het ‘hockeyvak’ ging de hockeywereld door een bloeiende fase van groei. De hockeybond heeft daar de opleidingen op ingericht. Die groei vlakt nu snel af, dus op welke niveau zitten we nu? Wat is de toekomst? Als technisch manager verdien ik minder dan de top 6 spelers bij Kampong heren 1 en misschien ook nog wel minder dan de top 3 bij de dames. Als spelers dit ook opleveren voor de club is dat terecht. Maar is dat zo en hoe is dat meetbaar? En wie bepalen dit? Dat zijn steeds de vrijwilligers, de besturen. De visie van besturen gaat vaak over het resultaat op de korte termijn. Het is toch raar dat er van het sponsorbudget van de eerste teams nagenoeg niks gaat naar de lange termijn. Je bent best afhankelijk als vereniging van je doorstroom, maar de sponsorgelden gaan niet naar de jeugd. Al die jeugdtrainers worden onderbetaald. Eigenlijk mag dat niet eens volgens de wet. Zouden de sponsoren dat weten? En dan moet je als trainer ook nog pedagogisch onderlegd zijn, je moet eigenlijk een leraar zijn met hockeykennis… De spoeling van trainers wordt daarom steeds dunner, ook bij ons op Kampong.”

Er zijn steeds minder mensen die zitten te wachten op een jaarprogramma vol met alleen maar hockey, ziet Mark. ,,Daarin zijn we doorgeslagen. Ik wil met de tijd meebewegen. Een programma bieden dat aan de drijfveren raakt van alle kinderen. Dat is er nu niet, nergens in Nederland. Waarom moet de oudere jeugd nog trainen in de breedte? Organiseer vette toernooidagen – of 5-a-side avonden met muziek en BBQ.” In de O14 en O12 jeugd pleit Mark ervoor dat we niet te snel bepalen wat hun drijfveren zijn. ,,Laat daar de diversiteit aan drijfveren maar ontstaan en oordeel niet te vroeg. Voor de topjeugd bij O16 en O18 wil ik gerichtere programma’s aanbieden. Niet iedere speler daar wil een maximaal topprogramma. Het lastigste is een goed programma voor de spelers uit de lagere O16 teams die wel de drijfveer hebben om de top te halen, welk programma bied je hun?”
En de trainers? ,,Hockeytraining gaat over meer dan alleen training geven. Het biedt je de mogelijkheid om heel veel vaardigheden, kwaliteiten en persoonlijkheid te ontwikkelen. Je hoeft als trainer/coach ook echt niet het antwoord te hebben, daar gaat het helemaal niet om. Laat ze lekker hockeyen.
Doe alsof je op een pleintje staat bij jou in de woonwijk en je toevallig de spelleider bent. Zorg dat het veilig en leuk is, dan doe je al heel veel. Weet je waarom je er vooral staat? Om plezier te brengen!”