Nu de Olympische Spelen een jaar zijn uitgesteld, heeft Mirco Pruyser in ieder geval iets om naartoe te leven. De aanvaller van Amsterdam staat te trappelen om weer te mogen hockeyen, maar beseft dat het coronavirus de sportwereld nog altijd flink in zijn greep houdt. Of de nationale competitie deze zomer nog zal worden uitgespeeld, blijft gissen. ,,Het voelt gek om fit te blijven zonder dat je weet waar je het voor doet.’’
De laatste wedstrijd tegen Rotterdam op 8 maart (7-1 winst) voelt inmiddels als een eeuwigheid geleden.
,,Zeg dat wel, we zitten in een hele andere wereld nu. De laatste tien jaar heb ik nooit langer dan 3,5 week vakantie gehad en nu hebben we al vijf weken niet meer gehockeyd. Dat is wennen. We staan dagelijks te popelen om met een bal en stick aan de slag te kunnen, maar ik zie het voorlopig niet gebeuren. In andere landen zijn de maatregelen alweer verlengd, dus dan lijkt het me stug dat Nederland de maatregelen gaat versoepelen. We zien het wel.’’
Is die onzekerheid niet heel vervelend voor een topsporter?
,,Ergens wel, want we weten niet of we dit seizoen nog in actie komen. Vanuit Oranje hebben we hardloopschema’s gekregen waar we zes dagen per week mee bezig zijn. Toch voelt het gek om fit te blijven zonder dat je weet waar je het voor doet. De enige stip aan de horizon is dat de Olympische Spelen een jaar uitgesteld zijn en dat Max Caldas onze bondscoach blijft. Dat geeft duidelijkheid en dan heb je tenminste een doel om naartoe te leven.’’
Dat doel is nog ver weg, over vijftien maanden om precies te zijn. Geeft dat toch een bepaalde rust?
,,Tja, weet je, we kunnen allemaal wel heel dramatisch op de bank gaan liggen, maar we moeten ons hoofd omhoog houden en positief blijven. Op dit moment is hockey even bijzaak en dat moeten we met zijn allen accepteren. Ik vind het heel mooi om te zien hoe flexibel iedereen is en zich aanpast aan de situatie. We hebben als topsporters een voorbeeldfunctie en dat proberen we over te brengen op de rest van de hockeywereld. Als je op social media kijkt, zie je allerlei challenges voorbijkomen. Dat is toch mooi? Ik denk echt dat deze situatie de hockeywereld dichter bij elkaar brengt.’’
Je zei net al dat je zes keer per week aan het hardlopen bent. Wat doe je verder op een dag?
,,Ik ben regelmatig op kantoor te vinden. Niet alleen om te werken, maar ook om krachttraining te doen. Samen met Billy Bakker (collega en ploeggenoot, RT) hebben we een soort gym gebouwd waar we allerlei oefeningen kunnen doen. Daarnaast ligt er een GreenFields kunstgrasveldje waar ik het een en ander aan mijn techniek doe. Het veldje is vijftien vierkante meter, dus echt groot is het niet. Hockey is een hele intensieve sport met bal en stick en dat is moeilijk na te bootsen. Qua conditie en het onderhouden van bepaalde spiergroepen zit het wel goed, maar we kunnen nu niet zomaar binnen een paar dagen met de competitie beginnen.’’
Heb je in deze periode veel contact met je ploeggenoten?
,,We spreken en ‘zien’ elkaar geregeld. Bij Amsterdam hebben we bijvoorbeeld afgesproken dat we een selfie maken als we een training aan het doen zijn. Daarnaast hebben we meerdere keren per week een zoomtraining met elkaar en doen we onder meer jumping jacks en buikspieroefeningen onder leiding van onze krachttrainer. Zo zien we elkaar toch nog regelmatig!’’
Wat mis je het meest?
,,Ik mis het samenzijn met teamgenoten, het plezier maken met elkaar, maar ook de druk om te presteren. Normaal gesproken kwamen nu de mooiste maanden van het jaar met de slotfase van de competitie en het toeleven naar de Olympische Spelen. Dat loopt nu allemaal anders.’’
Er wordt volop gespeculeerd over een eventueel vervolg van de Hoofdklasse. Hoe moet het volgens jou nu verder?
,,Ik vind het moeilijk om hier uitspraken over te doen, want de gezondheid van de mens staat op dit moment voorop. Ik vind in ieder geval dat we de competitie niet moeten afraffelen om er maar voor te zorgen dat het uitgespeeld wordt. De Hoofdklasse in Nederland is de grootste competitie ter wereld dus áls het uitgespeeld wordt, moet het wel op een kwalitatief goede manier gebeuren.’’
Over de Olympische Spelen is inmiddels wel een besluit genomen. Op 24 maart werd bekend dat de Spelen in Tokio een jaar worden opgeschoven. Kwam dat als een verrassing?
,,Eerlijk gezegd niet, al hield IOC-voorzitter Thomas Bach lang vol dat het misschien toch door zou gaan. We wisten allemaal dat deze zomer gewoon niet realistisch was en toen eindelijk de beslissing was genomen, ging het meteen over de vraag wanneer ze dan wel gehouden zouden moeten worden. Voor ons als sporters is het mooi dat de Spelen in de zomer van 2021 worden gehouden, zodat we ons in ieder geval weer ergens op kunnen richten. Het was een harde klap geweest als de Spelen helemaal geschrapt zouden worden.’’
Jullie waren met het Nederlandse team aan een goeie reeks bezig in de Pro League. Is het dan niet extra vervelend dat jullie die vorm niet kunnen tonen of komt het stiekem wel goed uit dat jullie nog meer tijd krijgen?
,,Ik zie het als een mooie kans om twaalf maanden langer met elkaar door te gaan en in Tokio nóg beter voor de dag te komen. We waren op de goede weg met zijn allen en dat hadden we graag willen laten zien op zo’n groot toernooi, maar ik probeer het zeker als iets positiefs te zien. Het is natuurlijk geen garantie dat we hierdoor hoger eindigen, maar we hebben allemaal het gevoel dat we door kunnen bouwen.’’
Op het EK van afgelopen zomer in Antwerpen eindigden jullie als derde. Wat hebben jullie daarvan geleerd?
,,Op het EK hebben we gezien dat ons verval soms iets te groot is. In de halve finale tegen Spanje kwamen we bijvoorbeeld veel te snel op achterstand. Uiteindelijk kom je dan nog wel terug tot 4-3, maar zoiets mag natuurlijk niet gebeuren. Het is zaak om de ondergrens steeds hoger te leggen, zodat we niet meer zo ver terug zakken. Op de Spelen zijn er zeker zeven landen die meestrijden om de medailles, dus als we ver willen komen, kunnen we ons dat soort foutjes niet permitteren.’’
Over welke landen hebben we het dan?
,,Australië, België, Duitsland, Spanje, Argentinië, Groot-Brittannië en wij. Je ziet dat ik binnen een aantal seconden zo zeven teams op kan noemen die andere landen pijn kunnen doen. En dan heb ik India nog niet eens genoemd. Zij versloegen ons bij de eerste twee wedstrijden in de Pro League en zijn ook niet zomaar te pakken.’’
Mocht je geselecteerd worden, dan zijn het jouw tweede Spelen. Wat herinner je je nog van de vorige?
,,Ik herinner me dat het een heel groot evenement was waar ik ontzettend naar uitkeek en waar ik misschien wel zenuwachtiger voor was dan voor andere toernooien. We werden vierde en de halve finale tegen België, dat was hem gewoon niet. Hopelijk krijg ik de kans om een beter resultaat neer te zetten dan de vorige keer. Ik weet in ieder geval dat ik het toernooi moet benaderen als een ‘gewoon’ hockeytoernooi in plaats van het grote evenement waar je je ogen uitkijkt.’’
In de Hoofdklasse leek je met Amsterdam na een moeizame start de weg omhoog te hebben ingezet. Ik kan me voorstellen dat jullie die lijn graag hadden willen doortrekken.
,,Natuurlijk voelt het gek dat we daar geen vervolg aan kunnen geven, want we hadden de positieve sfeer te pakken. Tegen Oranje Rood (1-1) speelden we al goed en tegen Rotterdam (7-1) viel het eindelijk allemaal een keer goed. We gaven weinig weg en haalden een hoog rendement uit de corners. Richting de play-offs waren dit drie heel belangrijke punten, al waren we daar eerlijk gezegd nog niet echt mee bezig.’’
Na vijftien wedstrijden stonden jullie zevende, vier punten achter de plek die recht zou geven op de play-offs. Zag jij eenzelfde scenario gebeuren als vorig jaar, waarin jullie na een fraaie inhaalrace alsnog vierde werden?
,,We wilden ons niet blindstaren op de play-offs, vonden het belangrijker dat we ons beste spel op het veld zouden laten zien en wedstrijden gingen winnen. We stonden er niet al te best voor, dus er had nog veel moeten gebeuren. Dat de competitie nu van de één op de andere dag is stopgezet, is ontzettend jammer. We hadden graag willen zien waar we geëindigd zouden zijn.’’
Je hebt dit seizoen twaalf doelpunten op je naam staan in de Hoofdklasse. Is dat een aantal waarmee je als spits tevreden bent?
,,Dat is oké. De voorgaande jaren had ik misschien een hoger gemiddelde, maar de laatste twaalf wedstrijden loop ik één op één, dus daar kan ik niet geheel ontevreden over zijn. Toch ben ik van mening dat ik dit seizoen niet het beste van mezelf heb laten zien. Als het bij de club niet gaat zoals je wil, is dat frustrerend en dat was me misschien wel af te zien in de eerste seizoenshelft.’’
Voor een spits is het maken van doelpunten belangrijk. Draait het bij jou alleen om scoren?
,,Ik heb seizoenen gehad waarin ik dertig goals maakte, maar waarin we geen kampioen werden. Zelf veel scoren is dus geen garantie voor een titel. Om eerlijk te zijn draait het niet alleen meer om zelf scoren; de laatste jaren vind ik het belangrijker dat alle spitsen uit mijn team goed uit de verf komen, zodat je als team beter presteert. Als andere spelers moeite hebben met scoren, maak ik me daar ook zorgen om.’’