Dat Den Bosch een ander seizoen afwerkt dan tot voor kort min of meer gebruikelijk was voor de Brabantse vrouwen, is duidelijk. De aderlating van het verlies van drie dragende speelsters is het team niet in de koude kleren gaan zitten. Maar toch stond de ploeg van coach Marieke Dijkstra aan het einde van de EHL voor de tweede keer met de trofee in handen. Of zoals Fredèrique Matla het samenvatte: ,,We flikken het toch weer.’’
Dat gebeurde na een EHL die zich ook al iets anders voltrok dan gebruikelijk. In het Wagener Stadion viel al eens de term ‘omgekeerd toernooi’, en dat dekte eigenlijk wel de lading. Dat beseften ze ook bij Den Bosch heel goed. ,,Normaal heb je in de eerste wedstrijd nog weleens een potje van 6-0 of 8-0. Wedstrijdjes waarmee je even lekker kunt inkomen en die toch iets minder energie kosten’’, erkende Marieke Dijkstra. Maar daar was nu geen sprake van. Iedereen was het er wel over eens dat Den Bosch ‘“ en dus ook SCHC ‘“ het toernooi begon met de finale. ,,Dan is het uiteindelijk toch een heel intensief weekeinde met drie pittige wedstrijden. Daarom ben ik echt heel blij met deze medaille.’’
Het treffen tussen Den Bosch en SCHC was op papier inderdaad niets minder dan een finale. De sterkste Nederlandse vrouwenploeg van dit moment tegen het de club die bijna twee decennia het vrouwenhockey domineerde. Er zijn inderdaad weleens makkelijker openingswedstrijden van een groot toernooi geweest.
En het werd inderdaad ook een memorabele clash, die door treffers van Laura Nunnink en Yibbi Jansen onbeslist eindigde. Maar in de serie shoot-outs was het uiteindelijk toch Den Bosch dat aan het langste eind trok. ,,Dit was een kraker’’, vond Dijkstra. ,,Een Nederlands onderonsje waar best wat sentiment in zit. Dat voelde voor iedereen inderdaad al als de finale.’’
Gevaar
Daarin schuilt echter ook meteen het gevaar. Na de winst hadden de Bossche dames het gevoel kunnen hebben dat de moeilijkste klus was geklaard, en dan ligt verslapping meteen op de loer. ,,Klopt’’, vindt Dijkstra. ,,Dat is misschien ook wat er meestal gebeurt, maar het mooie was dat de meiden meteen al in het kringetje op het veld duidelijk maakten dat het allemaal leuk en aardig was, maar dat dit pas de kwartfinale was, dat we nog niets hadden. Je kunt na zo’n wedstrijd helemaal dippen, maar dat vond ik echt meevallen. Natuurlijk was er wat ontspanning, maar dat mag met een rustdag ertussen. Daarna was de focus er echt wel weer, met een duidelijk doel voor ogen. We wilden goud winnen.’’
In die missie kende Den Bosch toch nog twee lastige horden. Düsseldorfer HC liet zich in de halve finale niet makkelijk aan de kant zetten, en nam zelfs brutaal de leiding. Twee keer Fredèrique Matla, waarvan de beslissende kort voor tijd, bracht Den Bosch in de finale, waarin het Spaanse Club de Campo een meer dan taaie tegenstander bleek. In die eindstrijd maakte een treffer van opnieuw Matla het verschil.
Daar moest de topschutter wel lang op wachten, maar uiteindelijk maakte ze ‘m wel gewoon weer. ,,Dat is het belangrijkste toch?’’, stelde ze lachend vast. ,,Je hebt er uiteindelijk maar eentje nodig. Dan is het een kwestie van op de juiste plek staan en ‘m binnen rammen.’’ Er hing nog even wat twijfel rond die treffer. Pien Sanders hield de bal op de achterlijn net binnen de lijnen, waarna die uiteindelijk bij Matla belandde. Maar of Sanders de bal daadwerkelijk binnenhield, daar wilde de Spaanse ploeg wel een referral aan wagen. ,,In het begin wist ik het ook niet’’, stelde Matla. ,,Maar toen ik het terugzag op het scherm heb ik niet meer getwijfeld. Die bal moest dan wel heel ver over de lijn zijn, wilde die echt uit zijn. Ik wist dat dit ‘m ging worden.’’
Medaille
En zo stond Matla toch weer op het veld met een medaille om haar nek, maar ook met een ‘beetje gek’ gevoel, bekende ze. ,,Het moet nog even bezinken wat we hebben gedaan. Na de kwartfinale tegen Stichtse, wat iedereen eigenlijk als de finale zag, was het even schakelen. Je speelt daarna twee stroeve potten tegen buitenlandse teams, waarin je heel veel creëert, maar het niet afmaakt. Maar uiteindelijk pakken we toch de eerste van de drie hoofdprijzen waar we nog voor spelen. Daar ben ik heel trots op en heel blij mee.’’
Dat Den Bosch daarbij niet direct liet zien wat de ploeg in huis heeft, stoorde Matla alleen enigszins in de wedstrijd zelf. ,,Maar als je wint, maakt dat allemaal niet meer uit. Maar na alles wat er over ons gezegd en geschreven is door alles en iedereen mag best worden gezegd dat we het wel weer doen.’’ Uit die woorden sprak wat ergernis. ,,Ach, het stoort me niet, maar soms is het gewoon jammer. We weten zelf heel goed wat we aan het doen zijn, met elkaar en voor elkaar, maar soms wil je even wat waardering voelen. Het is jammer als je die niet krijgt terwijl je dat voor je gevoel wel verdient. Dat is geen groot ding, maar het m ag wel gezegd worden. We pakken hier gewoon een heel belangrijke prijs, de eerste van drie die er te verdienen zijn. Dat is heel knap van deze ploeg nadat we in de zomer zoveel kwaliteit en ervaring zijn kwijtgeraakt. Maar dit team ontwikkelt zich nog steeds. Dat hopen we straks ook te laten zien in de play-offs.’’