De rolverdelingen in de hoofdklassen van het hockey waren de laatste jaren eenvoudig te duiden. Bloemendaal en Den Bosch waren de grootmachten. Vaak onaantastbaar, zelden kwetsbaar, en in de meeste gevallen aan het einde van het seizoen ook de club de met de prijzen eindigde. Maar dit keer zou dat zomaar anders kunnen lopen. De bolwerken wankelen.
Natuurlijk is het seizoen nog jong. Vijf wedstrijden zijn we onderweg als we deze bespiegeling maken. Maar de voortekenen zijn er, en ze hoeven zeker niet te bedriegen. De averij is Bloemendaal nu al opliep in de Tulp Hoofdklasse bij de mannen is aanzienlijk, en dat geldt ook voor Den Bosch bij de vrouwen. En in beide gevallen lijkt er een gemeenschappelijke factor: het vertrek van één of meer topspelers.
Eerst maar eens naar Bloemendaal kijken. De Mussen lieten tot nu toe al vijf punten liggen, en dat waren er zelfs ook al vijf na de eerste drie speelronden. Ter vergelijking: in het hele vorige seizoen morste de club uit het duindorp slechts negen punten in de reguliere competitie. Er werd één nederlaag geleden, terwijl de ploeg van coach Rick Mathijsen drie keer met een punt van het veld stapte.
Dat laatste gebeurde nu meteen al in de eerste pot, bij Den Bosch. En twee wedstrijden later was er zelfs een heuse off-day. Op bezoek bij Klein Zwitserland stond Bloemendaal na drie kwartier zelfs met 5-0 achter. Drie goals in het laatste deel van de wedstrijd kleurde het verlies iets mooier in, maar de klap kwam niet minder hard aan. Het eerste kwintet wedstrijden werd vervolgens volgemaakt met een zege bij HGC en een knappe overwinning bij Amsterdam: 1-4.
Natúúrlijk zijn de teksten en de verklaringen voor de hand liggend: het seizoen is nog jong, de start was niet goed, maar de prijzen worden pas aan het einde verdeeld. Allemaal waar, maar de historie heeft ook bewezen dat een moeizame start vaak net zo lastig omkeerbaar is.
Herstel
Wellicht was de absoluut knappe winst op Amsterdam het eerste echte teken van herstel, maar toch zal er ook onder de Noord-Hollandse duinen weleens gezocht zijn naar een verklaring. En misschien ligt die wel in de afwezigheid van Florian Fuchs, die zich doet voelen bij de Mussen. Misschien is dat ook wel te veel eer voor de Duitser, maar feit is dat Bloemendaal daar een flinke kwalitatieve aderlating heeft ondergaan.
Feit is dat Bloemendaal na de valse start inmiddels wel weer de vierde plaats bezet, en uiteindelijk is dat in de reguliere competitie het voornaamste doel: plaatsen voor de play-offs. Maar toch is het niet prettig te zien dat één van je voornaamste concurrenten alleen maar beter lijkt te zijn geworden. Want Kampong is vooralsnog de ploeg die het sterkste uit de zomer is gekomen. De Utrechtse club pakte de volle winst in vijf duels en maakte indruk met sterk spel. En zeker dat laatste zal ze in Bloemendaal ook niet zijn ontgaan. Er is werk te doen voor Mathijsen en co, wil de ploeg aanspraak maken op de vierde landstitel op rij. Of is het over een maand of acht toch opnieuw Kampong dat die hegemonie doorbreekt?
Zevende
Bij de vrouwen is de situatie voor Den Bosch zelfs nog wat donkerder. Vier speelronden is de hoofdklasse daar onderweg, en de Brabantse recordkampioen vinden we terug op een opmerkelijke zevende plek. Zes punten leverde die eerste vier partijen op, met al twee voor Den Bosch doorgaans uiterst zeldzame nederlagen in de eerste drie wedstrijden. Die cijfers zijn hard, de werkelijkheid is wellicht iets milder. Want Den Bosch trof in speelronde twee en drie gewoon wel twee directe concurrenten voor de landstitel, waarvan je natuurlijk ook gewoon kán verliezen. Eerst zette SCHC de Bossche ploeg aan de eigen Oosterplas aan de kant, en vervolgens ging ook het treffen bij rivaal Amsterdam verloren. Dan gaat het natuurlijk ineens hard met de verliespunten.
Maar precies dat is ook de reden waarom er nog geen paniek is uitgebroken in Den Bosch. Binnen de speelstersgroep is er het besef dat de start van het seizoen loodzwaar was en dat die twee nederlagen konden gebeuren. Maar dat ze ook daadwerkelijk worden geleden, is zorgwekkender, net als het gegeven dat topschutter Frédérique Matla pas in de vierde wedstrijd tegen Tilburg voor het eerst het net vond. Maar juist Matla bewaart de rust, herhaalt nog maar eens dat het seizoen nog lang is en dat de prijzen pas in mei worden verdeeld.
Natuurlijk is dat waar, maar het is ook waar dat Den Bosch een kwalitatieve aderlating onderging. Marloes Keetels, Lidewij Welten en Margot van Geffen verlieten de club, die daarmee niet alleen topspeelster verloor, maar ook een enorm brok routine. En het lijkt er nu op dat zelfs een bolwerk als Den Bosch dat niet direct kan opvangen.
Aan de Oosterplas zien ze ondertussen hoe juist SCHC en Amsterdam de volle winst hebben na vier partijen, en dan weet coach Marieke Dijkstra dat ze nu echt al haar kwaliteiten moet aanspreken om wéér een titel naar Brabant te halen.