Hoe lang heeft een diepe olympische wond nodig om te helen? Paar weken? Half jaar? Een heel hockeyseizoen, of tot het eerstvolgende WK begin 2023 in India? Mits dat een mooi WK wordt dan. Of zelfs nog langer, tot de zomer van 2024, tot olympisch Parijs?
Het antwoord zal voor iedere oranje-hockeyer die in Tokyo met de keiharde uitschakeling in de kwartfinale een schrijnende wond opliep anders zijn. Middenvelder Billy Bakker (32) is geen Jonas de Geus (23), die er in Parijs in 2024 nog makkelijk bij kan zijn. Voor De Geus gloort er nog altijd hoop op iets moois olympisch, nu nog ver weg misschien, maar het gloort tenminste nog. Voor Bakker was het zeer waarschijnlijk zijn laatste kans op olympisch goud. Natuurlijk, hij heeft het olympisch zilver van Londen 2012 thuis, ook iets om beretrots op te zijn, maar geen goud. In Londen was het tenminste nog zilver, op een haar na goud. Nu niets. Hoe lang heeft die wond nodig?
Zelfde als voor Bakker geldt voor strafcornerspecialist Mink van der Weerden (32), maar weer niet voor zijn evenknie Jip Janssen (23). Krijgt Van der Weerden nog een kans op eeuwige olympische roem? Op z’n minst twijfelachtig. Jip Janssen wel, 26 is-ie ten tijde van Parijs. Toon Siepman erbij en schaven tot je er bij neervalt, zou een devies kunnen zijn.
Mirco Pruyser (net 32 geworden), zelfde verhaal. Parijs 2024? De kwikzilverachtige Thierry Brinkman (nu 26) is dan nog steeds twee jaar jonger dan Pruyser in Tokyo was. Prachtige pinchhitter Pruyser, maar Parijs? Of het WK in India? Aan aanstormende jonge aanvallers geen gebrek in de hoofdklasse en de jongere oranjes.
Pruysers linie-genoten Jorrit Croon (23) en Thijs Van Dam (24) krijgen normaal gesproken ook nog een kans om hun in Japan opgelopen litteken straks onder de Eiffeltoren met een mooi olympisch kleurtje weg te poetsen. Zal vooral van hun eigen drive afhangen. Hun collega Jeroen Hertzberger (35) daarentegen dwong met zijn onverzettelijkheid en ongeëvenaarde scoringsdrift bij Max Caldas voor Toyko nog een plaatsje af, maar ook onverzettelijkheid kent (leeftijds)grenzen.
Pirmin Blaak (33). Natuurlijk een doelman van midden dertig kan prima. Zie Vincent Vanasch, rijper en beter dan ooit zelfs naarmate hij naar de midden dertig kruipt. Maar Blaaks conculega Maurits Visser (26) zat hem nu al op de hielen. Voor Visser wordt Parijs als hij er bij is feitelijk pas zijn olympisch debuut. Natuurlijk, ook hij trainde zich de blubber voor Tokyo, maar hij liep als vaste tribuneklant in Japan in feite alleen een oppervlakkige kras op, waarschijnlijk nog geen diepe blijvende wond. En misschien stak die tribuneplek zelfs wel het heilige vuur in hem aan onder het motto ‘reserve dat nooit meer’, net als dat bij de nieuwe Belgische hockeykoning Alexander Hendrickx in 2016 het geval was in Rio. Hoe mooi dat kan aflopen is inmiddels bekend.
En Seve van Ass? Hoe diep en open is de verwonding van zijn olympische deceptie? Inmiddels ook alweer 29, inmiddels ook al een hockeyleven vol afzien en weer doorgaan. Tuurlijk, ook hoogtepunten, tweemaal WK-zilver en driemaal EK-goud, maar geen olympische roem of zelfs maar een medaille. Wel een WK in 2023 in India en geen Parijs? Of toch nog een keer allebei? Aan Van Ass’ heilige vuur zal het niet liggen, aan zijn onnavolgbare rushes ook niet. Maar wat hem in de hoofdklasse aan jong, ook razend handig en net zo snel spul op de hielen zit, lust zijn plek rauw.
Is de rots Sander de Wijn (31) nog solide genoeg om nóg een olympiade achterhoedegevechten te leveren in de hoop in 2024 alsnog eeuwige roem te veroveren? Of heeft Tokyo de toch al wat zichtbare haarscheurtjes in de ooit zo onneembare rots verder doen barsten? Olympisch zilver had hij al, hij wilde goud! Hoe diep zijn de scheuren nu en heelt dat nog? En is het graniet dan nog wel graniet of kwetsbaar kalksteen?
Glenn Schuurman en Robert Kemperman idem. Tuurlijk, het kan nog best, 30 en 31 nu, dus voor olympisch Parijs wellicht nog krachtig genoeg, maar krijgen hun wonden tijd om te helen? En, belangrijker nog, hebben ze nog wel zin in zo’n zwaar en lang revalidatieproces.
Lars Balk (25), Joep de Mol (25) en Justen Blok (20) zouden de Spelen van Parijs normaal gesproken ook als dikke vette pleister kunnen gaan gebruiken. Waarbij er voor De Mol nog wel wat extra hechtingen nodig zullen zijn; basisspeler tot de kwartfinale in Tokyo en dan ineens op de tribune gezet, van de ene op de andere wedstrijd, in tegenstelling tot alle afspraken. Dat is zo’n schaafwond alsof je met je fiets op een gravelpad onderuit bent gegaan, zo’n enorm schrijnende die lastig geneest. En denk je dat-ie eindelijk dicht is, gaat hij toch weer open. Het was de tweede dreun in zijn nog redelijk jonge interlandcarrière. In 2018 was hij de jojo die wel-niet-wel-niet-toch wel- naar het WK in Bhubaneswar mocht. Er ligt een hersteltraject klaar voor de verdediger met de gevreesde zevenmijlspassen, met als einddoel Parijs. Maar wanneer is hij daar zelf pijnvrij klaar voor. En dan Roel Bovendeert (29). Parijs is nog best haalbaar, maar drie jaar is ook best wel weer lang.
En dan natuurlijk de hamvraag. Wat gaat de nieuwe bondscoach Jeroen Delmee doen? Tweemaal goed voor Olympisch goud, 401 interlands, olympisch vlaggendrager in Peking en zelf pas op z’n 35-ste gestopt als international en op z’n 38-ste in de hoofdklasse. En, ondanks tweemaal goud ook nog ervaringsdeskundige met olympische wonden. Zijn 401e en laatste interland was de met 6-2 verloren strijd van Australië om het brons van Peking. De aartsverdediger afgedroogd. Wat gaat Delmee met die karrevracht aan ervaring doen?
Dat de radartjes van Caldas’ oranje in Tokyo niet in elkaar vielen is zachtjes uitgedrukt. De machine zat bomvol zand en schuurde aan alle kanten. Op de kwartfinalewedstrijd tegen Australië na liep het simpel gezegd voor geen meter, maar toen was het al te laat. Poulewedstrijden vol vijfjes en zesjes, heel soms een zeventje, meer kwam er bij niemand uit. 0-3 start tegen Zuid-Afrika. Alsof Barcelona met 0-3 achter kwam tegen IJsselmeervogels. De eer werd nog wel gered, maar daar ging het in Tokyo niet om.
Gaat Jeroen Delmee met een EHBO-doos of een hele SEH-afdeling na-zorgers aan de slag? Links en rechts wat bezemen, oplappen en dóór met het gros van Caldas’ erfenis? Of pakt hij na een eerste post-Tokyo gespreksronde met de haperende oranje-radartjes rigoureus de bezem? Klits, klats en iedereen in de rats!
In zijn periode als hoofdcoach van Tilburg heeft Delmee alle Hollandse jongens en talenten voorbij zien hollen; buffelaars, onverzettelijken, handige pieldozen, onvermoeibaren en onvoorspelbare handigerds. Benieuwd of dat een fonkelnieuwe machine oplevert, of in ieder geval eentje die minder reutelt dan die van Caldas in Tokyo.