Dezelfde uitslag als in speelronde 1 in het Wagener stadion (4-2), ongeveer dezelfde vragen als ruim twee maanden geleden. Clubicoon Taco van den Honert staat even vriendelijk en optimistisch de pers te woord. Maar ook hij had niet kunnen voorzien dat zijn club -met wie hij voor het laatst landskampioen werd in 2012- na twaalf speelronden al uit zou komen op acht nederlagen. De historische één na laatste plaats doet Van den Honert, echter, niet de handdoek in de ring gooien.
„Als we vandaag punten hadden gepakt tegen zo’n goede ploeg als Rotterdam, was dat een bonus.” Dat ene woordje ‘bonus’ is toch wel tekenend voor de ontstane situatie van de recordkampioen. In vroegere tijden was een 010-020-onderonsje een ware Klassieker. Met AH&BC vaak als de favoriet. Bij de twee grootmachten lijken de rollen nu compleet omgedraaid. Robin Rösch en zijn ploeg bleven bij elkaar en hebben een structurele, stijgende lijn ingezet. Van den Honert voorziet zo’n scenario ook voor zijn Amsterdam. „Het team van Rotterdam is nu al drie jaar bij elkaar”, stelt Van den Honert. „Vorig jaar hebben wij afscheid genomen van ik denk 700 interlands. Dat is een groot verschil. Ik denk dat je bij elkaar moet blijven. Tijdens een seizoen moet je door, je moet er niet uitvliegen natuurlijk. Ik denk ook niet dat dat gaat gebeuren.”
Aspiratiedegradatiekandidaat
Maar wat zal aspiratiedegradatiekandidaat Amsterdam zich weer achter de oren hebben gekrabd over de openingsfase. Na drie minuten al had Joaquín Menini een vrije doortocht door de cirkel van de hoofdstedelingen. Menini vond her en der wel een verdedigende stick op zijn weg, maar de ingrepen van Amsterdammers waren halfbakken. Hard pushte de Argentijn de bal achter goalie Joren Romijn voor 1-0. ‘Vogelvrij’ was opnieuw het etiket dat je kon plakken op het tweede doelpunt van Menini. Alles en iedereen van de Amsterdamse defensie focuste zich op Jeroen Hertzberger links bij de achterlijn. Toegegeven: de topscorer allertijden van de Hoofdklasse Heren pingelde zich fraai erdoorheen, maar de opduikende Menini werd geen strobreed in de weggelegd voor 2-0: een hard schot door de benen van Romijn.
„Het vertrouwen is er iedere week wel”, geeft de geplaagde Amsterdamse coach aan. „Tot het einde blijven we bikkelen en geven niet op. Het is niet dat je denkt: ze doen er niks meer aan.” In deze analyse van Van den Honert zit iets tweeledigs verscholen. Je moet de ploeg op basis van de 4-2 eindstand nageven dat er iets van veerkracht was. Maar daar staat tegenover dat het scoreverloop -en vooral de manier waarop- te denken geeft. Tussendoor was er alleen via Valentijn Charbon een één op één kans (in het zijnet). Toen Rotterdam weer gas gaf was het snel gedaan: 3-0 en 4-0. Aan het eind van de derde kwart werd een voorzet van Hertzberger verlengd door Timme van der Heijden. Dylan Lovier kon simpel binnentikken voor de vierde van Rotterdam. Assistgever Guus Jansen had wederom alle tijd en ruimte om iemand van het witgroen uit te kiezen.
Het tij te keren
Dan de ‘veerkracht’ waar Van den Honert op doelde. Amsterdam profiteerde welbeschouwd van de ‘rustiger aan doen’-mentaliteit van de thuisploeg. In de 49e minuut was er eerst een strafcornerranseling van Boris Burkhardt. Snoeihard ketste de bal tegen de doelplank. De 4-2 van diezelfde Burkhardt was van ongekende schoonheid, en stond zeker op de nominatie voor ‘Moment van de Dag’. Al zijn frustratie zat in het kiezelharde schot dat in het dak van het doel verdween. Je zou de twee momenten kunnen interpreteren als ‘veerkracht’ en ‘bikkelen’. Maar de neutrale toeschouwer wist toch wel beter: het waren slechts speldenprikjes van een ploeg waarbij de gifbeker nog lang niet leeg blijkt. „Wat dat betreft kunnen we ook nog van Rotterdam leren qua effectiviteit”, aldus Van den Honert.
Amsterdam staat slechts een puntje boven de nummer laatst – Flashscore
„Na de winterstop zijn er een aantal ploegen waarvan we móeten winnen”, blikt de realistische oefenmeester vooruit. „Anders hebben we echt een groot probleem. Het is niet dat we slecht spelen. Het wil net niet goed vallen.” Van den Honert zegt dat hij van tevoren al een heel ‘taai’ seizoen voorspelde. Hij noemt bijvoorbeeld dat de complete defensie helemaal nieuw is. „Daarvan moet je sowieso maar afwachten hoe dat gaat. Maar we dachten wel dat we van de laatste drie plekken zouden blijven, en zo rond de middenmoot zouden zitten. Het grote voordeel is dat alles nog dichtbij elkaar zit.” De coach haalt opnieuw veel uit de verbale hockeykast om dingen te relativeren, in perspectief te zetten en simpelweg dragelijker te maken. Zelf voelt hij nog genoeg energie om het tij te keren. „Als ik zou merken dat ik die energie niet had, zou ik meteen zeggen dat iemand het anders moet gaan doen. Die gedachte is nog niet door mijn hoofd gespookt. De club staat er achter: het is dus niet dat we heel slecht spelen en het een puinhoop is. Hij valt net niet. Als het team gaat morren, dan ben ik de eerste die zegt: iemand anders moet het doen.” Voorlopig gebeurt dat niet en zal Van den Honert de winterstop met zijn ploeg goed kunnen gebruiken.