We kennen ze allemaal! Iedere club, trainer en/of coach heeft met ze te maken. Namelijk hockeyvaders en -moeders. Trotse/fanatieke ouders die graag zijn of haar kind(eren) komen aanmoedigen. Sommige zijn super enthousiast, helpen mee en ondersteunen de trainer en/of coach. Anderen zijn wat negatiever, eigenwijs en doen dus waar ze zelf zin in hebben.Â
Er zijn enkele veel voorkomende stereotypen. De ‘superouder’ is tevreden en altijd bereid om mee te helpen. De ‘overactieve ouder’ is te veel betrokken, beïnvloedt spelers en scheidsrechter. De ‘hockey ouder’ heeft zelf gehockeyd en bemoeit zich met de coaching. De ‘prestatie-ouder’ wil dat zijn kind de beste is. De ‘asociale ouder’ leeft zich niet in andermans kinderen in. De ‘passieve ouder’ corrigeert het eigen kind niet. De ‘afwezige ouder’ komt nooit kijken.
Het belangrijkste is natuurlijk hoe kinderen zelf tegen ouders aankijken die langs de lijn aanwijzingen geven. Wij hebben aan meer dan 200 kinderen die vraag gesteld. Maar liefst 95% zei: ‘Ik heb het liefst dat ouders helemaal niets roepen’. Toch blijft het aanmoedigen leuk. Daarom hier wat spelregels voor de ouders.
1. Plezier gaat voor presteren!
Vraag ‘Was het leuk?’ en ‘Hoe ging het?’ in plaats van ‘Heb je gewonnen?’ en ‘Heb je gescoord?’ Zo haal je de focus af van het presteren en leer je kinderen dat plezier voorop staat. Vanuit plezier gaat een kind beter presteren.
2. Moedig aan, maar coach niet mee
Je haalt je kind uit zijn/haar spel en zorgt niet voor zelfvertrouwen. Zeker als dat wat je roept negatief is! Aanwijzingen geven is verwarrend en afleidend. Als er een coach is, maakt die afspraken met de spelers en die kunnen anders zijn dan dat wat jij roept.
3. Moedig alle kinderen aan, niet alleen die van jezelf!
Als alle ouders het hele team aanmoedigen, is dat wel zo leuk voor allemaal. Zeker omdat niet altijd alle ouders erbij zijn.
4. Geef het goede voorbeeld
Mond dicht tegen de scheidsrechter. Soms moeilijk, maar echt een must. Leer kinderen het goede voorbeeld en laat ze zien dat een scheidsrechter zijn/haar best doet en dat je daar met respect mee om moet gaan.
5. Laat je kind het hockey zelf beleven
Zelf het eerste team nooit gehaald en is nu je missie dat je kind het wel haalt? Of wil je dolgraag dat de hockeytalenten van je kind tot uiting komen? Allemaal heel logisch en prima zolang je die wensen en ambities voor jezelf houdt. Laat je kind zelf aangeven en de leiding nemen in hoe intensief en hoog het wil sporten. Dan beleeft het echt plezier aan zijn/haar sport!
Tips voor ouders die trainer en/of coach zijnÂ
Elke club is afhankelijk van hockeyvaders en -moeders die bereid zijn een of twee avonden per week het team van hun kind te trainen of te coachen. Maar voelen kind en ouder zich daar prettig bij? Wat zijn de valkuilen? Dit zijn vijf eenvoudige tips waarmee je problemen kunt voorkomen:
-
- Behandel je kind hetzelfde als de andere spelers. Stel vragen als: ‘Ging het goed?’ ‘Wat vond je ervan?’ Kortom: de vragen die je ook stelt als je je kind ophaalt na de training of wedstrijd.
-
- Bespreek jullie relatie in het team. Heb aandacht voor zijn of haar gevoelens en vraag ernaar. Vraag ook om feedback: wat zijn dingen die je beter kan doen?
-
- Hoe ouder kinderen worden, hoe onafhankelijker ze willen zijn. De puberteit is dus niet de meest makkelijke periode om trainer of coach van je kind te zijn. Wees je hiervan bewust.
-
- Houd rekening met het niveau waarop je kind hockeyt. Bij een op hoog niveau spelend team wordt een meer kritische houding en een ander wisselbeleid verwacht dan bij een recreatief team. Hierdoor is de risicofactor met betrekking tot (potentiële) conflicten groter.
- Zorg ervoor dat je de kinderen goede trainingen en tips kan geven. Train of coach je echter je eigen kind, dan kan je kind indirect het slachtoffer worden van jouw onkunde.
Al met al zijn ouders de grootste sponsoren van het Nederlandse hockey. Zonder hen geen volle velden met kinderen die met plezier hockeyen. Soms is het leuk, vaak is het prachtig, maar regelmatig is het moeilijk en lastig.