Hockey Magazine

donderdag, juli 17, 2025

Top 5 deze week

spot_img

Knallende finales dankzij ‘overlevingsstand’

Door: Suus Boschloo

Het was Amsterdam dat ten koste van Kampong de beker omhoog hield, na een strijd tot aan shoot-outs om de landstitel, in een finale tussen de nummers drie en vier van de competitie. De twee coaches blikken terug: ‘Een betere manier om in de play-offs te komen,’ en ‘We wisten wat vechten was.’

,,Wat me het meest bijblijft van die tweede finaledag, op Hemelvaart, is niet de wedstrijd zelf’’, zegt Amsterdam-coach Rick Mathijssen. ,,Het klinkt misschien gek, maar ik denk vooral aan het gevoel ervoor. We zaten in een hotel aan het ontbijt. Dan voel je al aan hoe de koppies staan; aan hoe iedereen uit z’n ogen kijkt, hoe iedereen er naartoe leeft. Er was een soort onbegrensd geloof dat we de betere ploeg waren en het geluk gingen afdwingen. Een onbegrensd vertrouwen in jezelf en in elkaar, dat is het mooiste gevoel dat je kan hebben. Dát blijft hangen.’’

Na een week vakantie is het bij Mathijssen wel een beetje geland dat het echt gebeurd is: zijn ploeg trok aan het langste eind in de shoot-out serie die volgde op de 4-3 en 2-1 uitslagen van de twee finales om het landskampioenschap. Het is een bijzondere titel, realiseert hij zich. ,,Omdat hij, ergens voor iedereen wel, toch heel onverwachts is gekomen. Het maakte echt wat los. Bij de laatste training stonden hier fans met fakkels en dan natuurlijk die zevenduizend man op de tribunes, na de wedstrijd vielen oud-spelers me om de nek… De club was er aan toe om weer eens iets te winnen. Daarin hebben we echt iets bereikt.’’

Hoe anders is dat in Utrecht, bij Tim Oudenaller, coach van Kampong. ,,Oef, het is nog wel vers, hoor. Ik begin wel steeds meer met trots terug te kijken op wat we met het team weer bereikt hebben dit jaar, maar in mijn hoofd denk ik ook nog ‘waar hadden we nog wat kunnen doen, waar hadden we winst kunnen boeken’. In de halve finales tegen Bloemendaal vond ik ons steengoed, maar in de finales… het had beter gekund, in beide wedstrijden. Dat maakt het pijnlijk.’’

Spektakel op hoog niveau

Het niveau was hoog, die tweede finale, niet in de minste plaats op individueel niveau. Het waren de vele acties, passeerbewegingen en knappe reddingen van beide keepers die de pot tot een spektakel maakten. Kampong sloeg aan de hand van natuurlijk Jip Janssen toe en vergrootte de voorsprong van de eerste gewonnen wedstrijd tot twee doelpunten. Maar net toen de blauwe aanhang kon gaan denken dat het ‘dan allemaal wel goed zal komen’, was daar die ene minuut die de boeken kan ingaan als ‘de minuut van Middendorp’. En volgden er nog eens 27 bloedspannende minuten, die aan het einde zonder klok op het scherm langer dan ooit leken te duren.

De toeter beëindigde de officiële speeltijd en wat restte waren shoot-outs, strafballen, de keeper met de treffende achternaam Paalman en uiteindelijk: de eerste Amsterdamse landstitel bij de mannen in dertien jaar.

Oudenaller: ,,Met shoot-outs kan het alle kanten opvallen. Op basis van beide wedstrijden, de kansen, het aantal keren dat zij bij ons in de cirkel zijn geweest, vind ik dat de verhoudingen in het voordeel van Amsterdam waren. Maar ja, als het dan shoot-outs worden aan het einde. Die kan je verliezen, maar ook winnen.’’

Mathijssen: ,,We hebben het benaderd als acht kwarten. Van die acht zijn wij zes de beste ploeg geweest. De twee keer dat zij het waren, kost het ons meteen goals. Dat maakt het zo gevaarlijk, maar we hebben echt veerkracht getoond. We maakten het eerder in de competitie ook al mee en ook tegen Den Bosch in de halve finale stonden we twee goals achter, maar draaiden het toch om. Dat helpt voor het vertrouwen in een goede afloop.’’

Lekkere overlevingsmodus

Het is die ‘overlevingsstand’ die ervoor heeft gezorgd dat zijn ploeg de beker omhoog kon houden, zegt Mathijssen. ,,Je moet de maximale urgentie voelen om elke wedstrijd te winnen. Dat we dat hadden, komt ook doordat het team vorig seizoen net buiten de play-outs is geëindigd. Ze wisten wat vechten was.’’ In die zin vond hij het dan ook niet verrassend dat juist Kampong in de eindstrijd de tegenstander werd. ,,Zij zaten al een tijdje in een zelfde overlevingsmodus om de play-offs nog te halen. Dat is een heel lekkere modus om in te zitten, zeker als je dan tegen Bloemendaal moet, die al een tijdje op hun lauweren konden rusten. Daarmee wil ik niet zeggen dat die niet gemotiveerd waren, dat waren ze natuurlijk ook tot op het bot. Maar het verbaasde mij niet dat dit uiteindelijk de mannenfinale werd.’’

Een herkenbaar verhaal, aldus Oudenaller. ,,Een paar jaar geleden eindigden we bovenaan, wonnen we alles, zonder enige tegenslag, maar gingen we hard op ons gezicht tegen Pinoké. Nu is het andersom. Heel eerlijk? Ik vind dat wel een betere manier om uiteindelijk in de play-offs te belanden.’’ Ook omdat het volgens hem in de mannen hoofdklasse steeds dichter bij elkaar ligt. ,,Of je nou eerste of vierde wordt, dat maakt niet meer uit. Sterker nog, Rotterdam, Oranje-Rood, Pinoké, we hadden prima met zeven ploegen de play-offs in kunnen gaan. Dat maakt het ook zo mooi en ook knap dat wij er dus wel weer staan.’’

Pure blijdschap

,,Eigenlijk was het de bedoeling om de tijd te nemen voor de wederopbouw van het team, zodat we over drie jaar weer structureel mee zouden kunnen doen om de titel,’’ blikt Mathijssen terug. ,,Gaandeweg merk je dan dat dingen goed vielen, dat er iets los kwam bij de ploeg, die er heel veel voor over had om de play-offs te halen. Het ging goed in de topwedstrijden, tegen Rotterdam, Kampong, Oranje-Rood. Dan ga je inzien dat als je eenmaal die play-offs hebt gehaald, dat dan alles mogelijk is.’’

Daarmee is dit landskampioenschap heel anders voor Mathijssen dan de eerdere keren dat hij met de dames van Amsterdam (2019) en de mannen van Bloemendaal (2021 en 2022) op de hoogste trede mocht staan. ,,Met de vrouwen maakten we toen een einde aan de hegemonie van Den Bosch, wat veel betekende. Bij Bloemendaal volstond alleen het kampioenschap, dat was onwijs gaaf, maar als coach ook een opluchting. Nu is het pure blijdschap.’’

Vuile meters

Natuurlijk keek heel Nederland naar de broers Cassiem en naar aanvoerder Floris Middendorp. ,,De beste speler van de competitie die als jonge leider zijn ploeg bij de hand nam. Maar om bij de clichés te blijven: de mix in dit elftal van verschillende type spelers, die klopte. Het zijn allemaal jongens met veel kwaliteit, maar ze maken ook de vuile meters voor elkaar. Casper Berkman deed dat waanzinnig goed, met eerst Thierry Brinkman tegenover zich en daarna Duco Telgenkamp. Jochem Blok ook. En ik zie het als ik de gps-gegevens bekijk: de wisselspelers maken bijna evenveel meters als de jongens die vrijwel de hele wedstrijd spelen.’’

Komt hij tijdens de vakantie weer tot rust? ,,Nou… ik probeer heel hard om me te concentreren op de thriller die ik lees, maar uiteraard gingen mijn gedachten meteen de dag nadat we kampioen werden naar ‘hoe gaan we de volgende titel winnen?’. Daar heb ik nog geen kant-en-klaar antwoord op. Het is een feit dat we er komend seizoen anders op staan en dat het driejarenplan er nu anders uit ziet.’’

Suus Boschloo
Suus Boschloo
Suus – freelance journalist, radiomaker en bewegingswetenschapper – sportief, harde werker, kritisch en creatief. Ik schrijf over mensen en sport en de maatschappelijke en psychologische verhalen daarachter. Over winnaars en helden, maar liever nog over zij die daar – volgens anderen of ranglijsten – net niet bij horen en sporten waar niet altijd direct aandacht voor is. Over tegenvallers, strijd en onrecht. Of gewoon over hoe je bent.

Populaire Artikelen