De Amsterdamse Hockey & Bandy Club (AH&BC) introduceert als eerste hockeyclub van Nederland een structureel programma voor mentale ondersteuning onder haar volwassen leden. Waar mentale begeleiding vaak uitsluitend wordt ingezet voor topsporters, breidt de club dit nu uit naar álle hockeyers die lid zijn.
Vanaf dit seizoen kunnen leden terecht bij psychologen en coaches van het platform OpenUp, een organisatie die zich richt op mentale fitheid en welzijn. Via het platform krijgen leden toegang tot een breed aanbod van online consulten, workshops en trainingen. Daarbij gaat het niet alleen om het omgaan met prestatiedruk, maar ook om thema’s als veerkracht, balans tussen werk en privé, en het ontwikkelen van zelfvertrouwen.
Volgens de club is dit een belangrijke stap om mentale gezondheid meer bespreekbaar te maken in de sportwereld. “We weten allemaal dat fysieke fitheid essentieel is om te presteren en plezier te hebben in sport. Maar hetzelfde geldt voor je mentale gesteldheid,” zegt een woordvoerder van AH&BC. “Het taboe op het bespreken van mentale uitdagingen is er nog steeds, zeker in teamsporten. Wij willen laten zien dat mentale kracht net zo belangrijk is als fysieke kracht.”
De samenwerking met OpenUp sluit aan bij een bredere ontwikkeling waarin aandacht voor mentale gezondheid steeds meer terrein wint. Ook buiten de sport zoeken steeds meer mensen laagdrempelige ondersteuning voor stress, onzekerheid of motivatieproblemen. Door dit collectief beschikbaar te maken voor de ruim duizend volwassen leden, wil AH&BC een cultuurverandering stimuleren.
Mentale fitheid
Met dit initiatief hoopt de Amsterdamse club bovendien een voorbeeld te zijn voor andere verenigingen. De club benadrukt dat welzijn en prestaties onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. “Als spelers zich mentaal goed voelen, heeft dat effect op het hele team en de sfeer binnen de club. Wij geloven dat dit op lange termijn net zo belangrijk is als technische of tactische trainingen.”
Met deze stap plaatst AH&BC mentale fitheid stevig op de kaart en laat het zien dat zorg voor de geest een volwaardig onderdeel van sportbeoefening kan én moet zijn.