Champagne spatte in het rond en oranje rookpluimen vertroebelden het zicht op het Kopje. Niemand die er om maalde. Bloemendaal vierde landstitel nummer 22 net zo uitbundig alsof het pas de eerste was. In het tweede duel van de finale in de play-offs rekende de ploeg van coach Rick Mathijsen af met het dappere Pinoké, en completeerde zo de trilogie: drie landstitels op rij.
De cijfers van Bloemendaal nemen zo langzamerhand mythische vormen aan. Na een indrukwekkende periode van hegemonie in het tweede deel van het eerste decennium in deze eeuw, moesten de Mussen liefst negen seizoenen wachten op de twintigste titel. Maar sinds die is gepakt, is het bijzonder indrukwekkend wat de club uit het duindorp laat zien. Dit is nu de derde titel op rij, en als er geen coronaseizoen tussen had gezeten was het zeer waarschijnlijk de vierde geweest. Daarnaast is Bloemendaal ook internationaal ongenaakbaar. De club tekende nu voor een primeur door als eerste ooit de dubbel te prolongeren, met de landstitel en winst in het Europese clubtoernooi de EHL. Het is maar een indicatie van de superioriteit die Bloemendaal momenteel ten toon spreidt.
Dat komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Op het Kopje wordt al jaren hard gewerkt aan een gouden sportieve toekomst, en vooral aan een beleid waarmee succes niet incidenteel is, maar structureel. De basis daarvoor werd gelegd door Michel van den Heuvel, de coach die na de twintigste titel zijn uitdaging elders zorgt, maar wel het fundament achterliet waarop zijn opvolger Rick Mathijsen kon doorbouwen.
Fundament
Dat fundament staat daadwerkelijk als een huis en wordt gevormd door een flinke kern die al jaren met elkaar samenspeelt, onder aanvoering van de Belgische wereldtopper Arthur van Doren, geflankeerd door sterkhouders als aanvoerder Glenn Schuurman en Jorrit Croon. Een kern waarin zelden iets veranderd, en waar hooguit af en toe een speler aan wordt toegevoegd. De factor die wegvalt, is dit jaar Florian Fuchs. En de Duitser vertrekt niet omdat hij na zes jaar bij de Mussen elders wil spelen. Nee, Fuchs valt enkel af omdat hij een punt zet achter zijn loopbaan. En hij vond ook op die manier afscheid nemen van Bloemendaal al moeilijk genoeg. ,,Want wat we hier hebben, is echt uniek. De spelers, de club. Het draait echt niet alleen om titels, maar dit is echt één grote familie met elkaar. Dit heb ik in mijn leven nooit eerder meegemaakt’’, vertelde Fuchs, die geen moeite deed zijn emoties te verbergen. ,,Die emotie wilde ik in de afgelopen weken liever niet toelaten, maar nu mag het.’’
Tekenend voor Bloemendaal is dat de opvolging voor Florian Fuchs alweer klaarstaat, al laat de Duitser grote schoenen achter om in te stappen. Maar met Dennis Warmerdam is ook weer niet de minste speler aangetrokken om het team weer te completeren. De man van – uitgerekend – Pinoké behoort inmiddels al tot het keurkorps van bondscoach Jeroen Delmee en heeft al interlands achter zijn naam staan. ,,Ik merk dat ik me nog kan ontwikkelen en Bloemendaal is daarvoor misschien wel de beste club’’, stelt hij.
Boven andere clubs
En dat een speler als Warmerdam zijn jeugdliefde Pinoké inwisselt voor het ambitieuze bolwerk in het duindorp, zegt misschien wel alles. Bloemendaal heeft zich een positie verworven die boven alle andere clubs lijkt te staan. Als de Mussen hun oog hebben laten vallen op een speler, moet je wel héél goede redenen hebben om die belangstelling af te wimpelen. En dat gebeurt dus ook zelden. Of misschien wel nooit. Met die harde kern en dat neusje voor talent blijft het bolwerk Bloemendaal in stand. De vergelijking met Ajax gaat daarbij best op. Spelersgroep, beleid, ontwikkeling, visie en mogelijkheden; in alles is een gapend gat geslagen met andere clubs in de competitie. En de vraag is wie dat ooit nog gaat dichten.
Pinoké is ieder geval – vooralsnog – dus niet. In het eerste duel waren de Steekneuzen wel dichtbij een stunt. De Amsterdammers waren in de reguliere competitie ook de club die Bloemendaal de enige nederlaag toebracht, en dat leek een vervolg te krijgen in de play-offs. In de laatste minuut smolt de 3-2 voorsprong toch nog weg, en in de shoot-outs beschikte Bloemendaal over de sterkste zenuwen. Op een kolkend Kopje kon de ploeg van coach Jesse Mahieu niet opnieuw aanhaken. Twee keer Roel Bovendeert en Tim Swaen wezen Bloemendaal de weg naar de titel in een ambiance die één grote reclamespot was voor tophockey.
Respect
Toch verdient Pinoké alle respect – en kreeg dat ook. Terecht, want het verhaal van de Steekneuzen is dan wel niet gelardeerd met grote successen, maar het is wél een verhaal dat de club kenmerkt. Vier jaar geleden had Pinoké net via shoot-outs in een allesbeslissende play-out-wedstrijd met Nijmegen het vege lijf in de hoofdklasse gered toen de spelers een afspraak met elkaar maakten. Ze wilden samen ’iets moois neerzetten bij hún cluppie’. Er haakte er maar eentje af, de rest bleef, en kreeg er als beloning van de club een paar spelers van wereldklasse bij. Eind mei speelde die vriendengroep, die jongens van de club dan de twee mooiste wedstrijden van hun leven tot nu toe, en dat in een entourage die meer dan tot de verbeelding sprak. De titel leverde dat niet op, maar wel het bewijs dat commitment en geloof in de weg die je bewandelt, succes kunnen brengen.
Na de eerste golf van teleurstelling overheerste bij Pinoké dan ook de realiteitszin. En daarmee was er ook plaats voor trots, vertelde captain Jannis van Hattum. ,,Natuurlijk ben je eerst teleurgesteld, maar dan bedenk je hoe mooi het is geweest wat we met elkaar hebben bereikt. En dan ben ik inderdaad vooral trots. Op de jongens, op het team, op de hele club.’’
Natuurlijk is het nu interessant te zien hoe Pinoké na dit succes doorpakt, hoe de verdere ontwikkeling van het team gestalte krijgt, en of de club volgend seizoen opnieuw zich kan opwerpen als de grootste uitdager van Bloemendaal. Natuurlijk raken de Amsterdam nu Dennis Warmerdam kwijt, maar daar tegenover staat al vast dat de club na de zomer met de Belgische international Florent van Aubel een olympisch kampioen in huis heeft.
Goed werk
Die vragen zijn voor Bloemendaal veel minder relevant. Daar staat al vrijwel vast hoe de selectie voor volgend seizoen is vormgegeven. Rick Mathijsen weigerde dan ook te veel credits op te eisen voor het succes van zijn ploeg. De coach was de eerste om vast te stellen dat er al veel goed werk was verricht voor hij zijn opwachting maakte op het Kopje. Maar het werk van toen vraagt nog wel steeds onderhoud. ,,We zijn daar constant mee bezig, want succes komt niet vanzelf. Ook niet bij Bloemendaal.’’ Of misschien zelfs juist niet. ,,De druk ligt altijd bij ons, bij de kampioen. Iedereen kijkt naar ons.’’ Maar voorlopig kan zijn ploeg daar prima mee omgaan. Al voor de derde keer op rij. En dat rechtvaardigde dat grote en wilde feest op het Kopje.