Herinneringen aan Utrecht, de wereldtitel van Oranje in 1998

WK Hockey, finale: Nederland-Spanje 3-2. Vreugde bij Bram Lomans nadat Nederland de winnende treffer heeft gescoord. Nederland is zondag in Utrecht voor de derde keer wereldkampioen geworden.
WK Hockey, finale: Nederland-Spanje 3-2. Vreugde bij Bram Lomans nadat Nederland de winnende treffer heeft gescoord. Nederland is zondag in Utrecht voor de derde keer wereldkampioen geworden.

Het is 25 jaar geleden dat de hockeyers in de Galgenwaard in Utrecht de wereldtitel veroverden. ‘We kregen een onoverwinnelijk gevoel’, zegt één van de hoofdrolspelers Bram Lomans.

Het is enkele maanden voor de start van het WK hockey in Utrecht als de spelers van het Nederlands team een rondleiding krijgen in Stadion Galgenwaard. Tot verrassing van velen is het voetbalstadion van FC Utrecht verkozen boven de twee andere opties; de ‘hockeysteden’ Amsterdam en Den Haag. Utrecht wilde zich graag profileren als sportstad en had onder leiding van burgemeester Ivo Opstelten een goed verhaal. De hockeybond wilde ter ere van het 100-jarige bestaan van de KNHB een bijzonder evenement neerzetten voor het eerste ‘dubbel-WK’ in de geschiedenis van de hockeysport; een WK voor zowel de mannen als de vrouwen. De keuze viel op het Utrechtse voetbalstadion met een capaciteit van 15.000 zitplaatsen.

Het bezoekje van de Oranje-hockeyers aan de Galgenwaard maakte veel indruk op spelers en staf, herinnert Bram Lomans zich nog goed. ,,Het was januari 1998 en het stadion was dus nog gewoon in gebruik als voetbalstadion. Ik vond het idee dat wij hier vier maanden later zouden gaan hockeyen heel gaaf. We hadden weleens vaker in grote stadions gespeeld met 20.000 toeschouwers, bijvoorbeeld in Pakistan, maar dat waren meer betonnen bakken waar mensen konden zitten. De Galgenwaard was een stadion met supergoede faciliteiten. De kleedkamers hadden andere formaten dan dat wij gewend waren, er was zelfs een jacuzzi, dan voel je je in één keer een echte sporter.’’ 

De hockeyers mochten tijdens de rondleiding ook het veld op om het stadion op zich te laten inwerken. Er zat geen mens op de tribune, maar bij de mannen van bondscoach Roelant Oltmans begon het toernooi vanaf dat moment echt te leven. Lomans: ,,We liepen voor de gein een ererondje over het veld. Ook hadden we een paar hockeysticks en een bal mee. Volgens mij sloeg Marten Eikelboom als eerste de bal in de goal en riep: Ik heb de eerste goal in het stadion gemaakt.’’

Niet vlekkeloos

Als olympisch kampioen van 1996 en als thuisspelend land werd het Nederlands team als één van de grote favorieten gezien voor de wereldtitel. De selectie van Oltmans bevatte een mooie mix van ervaren krachten zoals Jacques Brinkman, Ronald Jansen, Stephan Veen, Leo Klein Gebbink en Wouter van Pelt. En verder mid-twintigers onder wie Jeroen Delmee, Remco van Wijk en Piet-Hein Geeris plus enkele veelbelovende talenten: Teun de Nooijer, Sander van der Weide en strafcornerspecialist Bram Lomans. 

De aanloop naar het WK verliep echter allerminst rooskleurig. Amper een jaar voor de start van het toernooi gingen de alarmbellen af toen Nederland op de Champions Trophy in Adelaide niet verder kwam dan de vierde plek. ,,Daar werden we met onze neus op de feiten gedrukt’’, blikt toenmalig bondscoach Oltmans terug. ,,Er moesten een paar tandjes bij. We hadden een heel goed team, over de hele linie hadden we veel kwaliteit, maar er waren ook momenten dat er te gemakkelijk gedacht werd en dat kan niet. Dat moest eruit.’’ Oltmans trok de teugels aan en verhoogde de trainingsintensiteit. ,,We hebben in aanloop naar het WK echt heel hard getraind.’’

Met veel vertrouwen nam Nederland zijn intrek in Hotel Oud London in Zeist, de uitvalsbasis voor het WK. De 3-2 oefennederlaag tegen Australië vijf dagen voor de start van het toernooi deed daar niets aan af. Oltmans: ,,Daar maakte ik me niet druk om. In ’96 verloren we kort voor de Spelen de laatste oefenwedstrijd van Korea. Die oefenwedstrijden vlak voor een toernooi zeggen mij nooit zo veel.’’ Vervelend was wel dat Sander van Heeswijk in het duel met Australië een klaplong opliep en het WK aan zich voorbij zag gaan. Rogier van ’t Hek was zijn vervanger.

Oranje entourage

In een geweldige, oranje entourage in de Galgenwaard ging het WK op 20 mei 1998 van start. Na eenvoudige overwinningen op Canada (3-1) en India (5-0) liep het vertrouwen van het Nederlands team een flinke deuk op tegen Duitsland. Nederland werd weggespeeld en verloor met 5-1. Oltmans betitelde de tweede helft als ’de ergste’ onder zijn leiding. ,,De ploeg speelde zonder geloof in zichzelf. Als je zo een wedstrijd ingaat, kun je problemen verwachten’’, stelde de onthutste coach na afloop. 

Een kwart eeuw later noemt Oltmans die zeperd het dieptepunt van het WK. ,,Het vertrouwen kreeg een flinke buts. Ik weet nog dat een staflid tegen me zei: ’Er wordt nooit iemand wereldkampioen die alle zeven wedstrijden wint. Dus het is helemaal niet erg als er ergens iets misgaat’. Maar goed, 5-1 was natuurlijk wel veel. En het team viel uit elkaar tegen Duitsland.’’

Er volgde een crisisoverleg onder aanvoering van aanvoerder Stephan Veen en keeper Ronald Jansen. Vooral de aanvallers en middenvelders werden aangesproken op hun verdedigende taken. Oltmans: ,,We hadden een paar heren in de ploeg die bereid waren het voortouw te nemen en te zeggen waar het op stond. Je kunt alles wel met de mantel der liefde bedekken, maar je kunt ook werkelijk even zeggen waar het aan schort. Er werd vooral gehamerd op de tactische discipline, de duimschroeven werden aangedraaid. En het mooie van die groep was ook; als het echt noodzakelijk was dan stonden ze er.’’

Lomans

Dat lieten ze duidelijk zien in de twee resterende groepswedstrijd tegen Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland, die allebei met 4-2 werden gewonnen. Afgezien van de euforie over het bereiken van de halve finales was er aan Nederlandse zijde ook opluchting over de strafcorners van Bram Lomans die eindelijk weer trefzeker waren. De destijds 23-jarige Brabander dankte zijn speelminuten in die tijd aan zijn verwoestende strafcorner. Maar in de eerste drie WK-wedstrijden wist Lomans niet te scoren. Dat had volgens hem grotendeels te maken met een spierverrekking in zijn lies die hij bij de eerste training op het nieuwe, gladde kunstgrasveld in het voetbalstadion had opgelopen. ,,Ik begon licht geblesseerd aan het toernooi, eigenlijk begon het WK net iets te vroeg voor mij. Ik kon nauwelijks mijn strafcorner trainen’’, blikt Lomans terug.

Toen het gedurende het toernooi beter ging met zijn lies, maar nog niet met zijn strafcorners besloot Oltmans zijn specialist aan extra trainingen te onderwerpen. ,,Zijn corner liep niet’’, zegt Oltmans. ,,Er moest iets gebeuren.’’

Doordat het WK al was begonnen mocht er niet meer op het hoofdveld getraind worden. Veld twee zat bomvol met trainingen, maar Oltmans verzon een list. Hij ging samen met zijn strafcornerspecialist ’s ochtends vroeg stiekem naar het stadion om op veld twee te trainen. ,,We zorgden ervoor dat we om half acht bij het hek waren waar een vrijwilliger voor ons de poort opende’’, vertelt Oltmans. ,,Hij had voor ons ook al het veld besproeid. Daar ging Bram corners pushen en pushen om weer vertrouwen te krijgen.’’ De extra arbeid betaalde zich uit met twee goals tegen Zuid-Korea en drie tegen Nieuw-Zeeland.

Aanvallend hockey

Nederland was ondertussen in de ban geraakt van het WK hockey. Niet alleen de heren maakten indruk met hun aanvallende spel en overwinningen, ook de dames presteerden uitstekend. Onder leiding van coach Tom van ’t Hek stoomden de hockeysters op naar de finale waarin Australië met 3-2 te sterk was.

Voor de mannen wachtte een clash met Australië in de halve finale. De Australiërs waren groot en fit en hadden een aureool van onoverwinnelijkheid over zich heen. Nederland moest kort voor het treffen een flinke tegenslag verwerken doordat Leo Klein Gebbink wegens trieste privé-omstandigheden het WK moest verlaten. Zijn plek links op het middenveld werd ingenomen door Teun de Nooijer die een linie zakte. 

In een kolkende Galgenwaard zagen 15.000 sportliefhebbers een hockeyshow die zijn weerga niet kende. Nederland – met een ontketende De Nooijer – overklaste Australië en won met 6-2, mede dankzij drie strafcornergoals van Lomans. De blijdschap was groot aan oranje-zijde maar spelers en staf wisten ook: we zijn nog niet klaar. Oltmans: ,,Vier jaar eerder op het WK versloegen we Australië ook in de halve finale, maar toen verloren we de finale van Pakistan. We hadden onze les geleerd.’’

Finale

Het is 1 juni 1998 als Nederland het in de eindstrijd opneemt tegen Spanje; een herhaling van de olympische finale van twee jaar eerder. De Spanjaarden hadden in hun halve finale verrassend afgerekend met Duitsland (3-0). 

Het oranje uitgedoste publiek in Utrecht is stil als Spanje met nog dertien minuten te spelen met 0-2 aan de leiding gaat. Stephan Veen brengt snel de spanning terug met een overtuigend schot in de lange hoek waarna het publiek massaal achter de ploeg gaat staan. Een minuut later is het al gelijk als Lomans verwoestend uithaalt vanaf de kop van de cirkel: 2-2. Dat is tevens de eindstand na zeventig minuten hockey waarna een verlenging volgt met golden goal-principe.  

De opwinding in het stadion in Utrecht is voelbaar als Lomans twee minuten voor het einde van de verlenging mag aanleggen voor een strafcorner. De specialist heeft na een stroeve start van het WK inmiddels al negen treffers achter zijn naam staan. Gaat hij Nederland hoogstpersoonlijk aan de wereldtitel helpen?

Lomans pusht de bal hard recht door het midden. De Spaanse keeper redt in eerste instantie, maar de bal komt precies voor de stick van Teun de Nooijer die slim voor de goal opdook. De Nooijer slaat overtuigend de rebound binnen en slaat zijn handen voor zijn gezicht. Nederland is wereldkampioen.

Tien dagen Koningsdag

Nadat prins Willem-Alexander de enorme wereldbeker heeft overhandigd aan captain Stephan Veen volgt een groot feest in Utrecht. Nu, 25 jaar na dato, noemt Lomans het WK in Utrecht ’het mooiste toernooi dat ik ooit gespeeld heb’. ,,En ik weet dat dat voor veel meer spelers geldt die ik nog regelmatig spreek. Een Olympische Spelen is natuurlijk ook heel gaaf om mee te maken, maar bij een WK draait alles om jouw sport. De sfeer in Utrecht was als een Koningsdag, maar dan tien dagen lang; iedereen was uitbundig en in oranje uitgedost. En als je blijft winnen wordt de sfeer nog uitbundiger. We kregen een onoverwinnelijk gevoel, het was echt grandioos.’’

door Natasja Weber

Eric Korver

Eric Korver

Eric Korver verdiende zijn sporen als sportverslaggever bij dagbladen en de GPD. Volgde daarna hockey voor Rabosport. Al hoofdredacteur van een golfmagazine en schaatsmagazine, nu ook verantwoordelijk voor Hockey International.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *