Sylvia Karres helpt topsporters op weg in de maatschappij

AMSTELVEEN - Fanbased
Sylivia Karres voor het kantoorpand waarin Fanbased gevestigd zit.
WORLDSPORTPICS COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK
AMSTELVEEN - Fanbased Sylivia Karres voor het kantoorpand waarin Fanbased gevestigd zit. WORLDSPORTPICS COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK

De naam van Sylvia Karres doet nog wel wat belletjes rinkelen in de hockeywereld. Terecht, want Karres heeft haar sporen wel verdiend, zowel bij Amsterdam als in het Nederlands elftal, waarmee ze in 2006 nog wereldkampioen werd. Haar huidige werk is dan misschien wat minder bekend, meer zeker niet minder belangrijk. Met haar bedrijf De SportMaatschappij helpt ze voormalig topsporters weer op weg na hun carrière. En dat blijkt vaker nodig dan menigeen denkt.

’Toen ik afscheid nam van de topsport, voelde het oprecht alsof ik met lege handen stond. Ik miste mijn teamgenoten, ik miste een programma, een doel, een reden om ergens voor te gaan. En dat gevoel werd versterkt door mijn onzekerheid over waar ik toe in staat was. Wist ik veel: ‘geef mij een stick in handen en dán ben ik succesvol’. Zonder stick besloot ik gewoon keihard te gaan werken. En zo zwom ik alle kanten op.’

Het zijn de twijfels die niet alleen de nu 46-jarige Karres kende, nadat ze in 2008 haar loopbaan afsloot. Nee, veel meer topsporters worstelen vanaf het moment dat ze stoppen. Sommigen al eerder, sommigen pas later. Dat laatste was ook bij Karres het geval. ,,Toen ik

net stopte, was ik vooral bezig met zo snel mogelijk weer een leven leiden dat een beetje vergelijkbaar was, denk ik. Dus de eerste twee jaar kocht ik een huis, raakte zwanger, kreeg een fulltime baan. Achteraf denk ik dat ik gewoon alles om mij heen zo snel mogelijk aan het verzamelen was om maar weer een gestructureerd duidelijk leven te hebben. Maar zonder na te denken wat mijn volgende stap nou zou zijn, zonder even terug te kijken hoe ik het eigenlijk allemaal heb ervaren, wie ik eigenlijk ben. Ja, al die levensvragen. Die heb ik mezelf natuurlijk niet gesteld. Dat is niet goed of slecht. Maar ik zat wel midden in een soort maalstroom van een nieuw leven zonder na te denken wat ik was.’’

BLOEMENDAAL Hoofdklasse heren Bloemendaal v Den Bosch 2-1 foto: Tim Jenniskens. FFU PRESS AGENCY COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK

Dat waren de tijden waarin er veel minder aandacht was voor re-integratie van topsporters in de maatschappij. Maar het was ook de tijd waarin het nog iets makkelijker was zaken te combineren, stelt Karres. ,,Dat is daarna steeds lastiger geworden. Wij hadden Randstad. Die hielpen je aan een baan als je stopte. Dat kón in ieder geval, maar het was te weinig, absoluut. Niemand nam verantwoordelijkheid.’’

Moeilijker

Sindsdien is het voor topsporters steeds moeilijker geworden bijvoorbeeld de loopbaan en een studie te combineren. Simpelweg omdat topsport veel intensiever is geworden. ,,Als ik kijk naar mijn eigen sport, dan trainden we nog niet drie dagen per week op Papendal. Maar ook voor ons werd het al lastiger omdat we soms ook een periode intern moesten. Tegenwoordig moet je héél gedisciplineerd en weten wat je wilt, alleen dan kun je naast je sport nog een studie doen.’’

Vanuit haar eigen ervaring rijpte bij Karres het plan iets te doen in het begeleiden van gestopte topsporters. Samen met Arlette van der Meulen-van Cleeff – die als 20-jarig talent haar loopbaan al moest afbreken door een blessure – richtte ze De SportMaatschappij op. ,,Dat was op het moment dat Randstad stopte met hun link met NOC*NSF en wij een lobby konden opstarten om dit thema op de agenda te krijgen.’’ En er werd veel gelobbyd. ,,Bij VWS, bij NOC*NSF, bij de bonden. We hebben aan heel veel bureaus gezeten.’’

Uiteindelijk was het judoka Henk Grol die het laatste zetje gaf. ,,Hij heeft hardop geroepen dat het niet klopte met de begeleiding, en daarna is het balletje langzaam gaan rollen. VWS stelde geld beschikbaar aan NOC*NSF om dit te organiseren. Dat is nu vier, vijf jaar geleden. Daar zijn we echt gestart.’’

Sindsdien bekommert De SportMaatschappij zich actief om voormalig topsporters, waarbij nog steeds duidelijk wordt dat er tijdens een actieve carrière weinig tot niets wordt gedaan aan voorbereiding op het moment van stoppen en de terugkeer in de ’gewone’ maatschappij. Dat gebeurt wel steeds meer, stelt Karres. ,,Je ziet dat TeamNL@Work nu veel meer aanbiedt, ook aan actieve sporters. Er wordt meer gedaan aan de duale carrière, de combinatie van studie en topsport. Er is in de afgelopen zes jaar veel veranderd, maar je krijgt gewoon te maken met de spagaat dat heel veel sporters gewoon volledig gefocust zijn op hun sport en het moeilijk vinden daar iets naast te doen. Als ze al weten wat ze willen doen.’’

Topsportleven

,,De goede voorbeelden die je in de media ziet, zijn vaak van sporters die weten wat ze willen. Zie Epke Zonderland. Die studeerde medicijnen omdat hij wist dat hij daarin verder wilde. Als je weet wat je wilt, is het te combineren, al moet je daar nog wel je best voor doen. Maar als je al niet weet wat je wilt, is het moeilijk. Zeker voor jonge talenten, die soms ineens topsporter zijn omdat ze geselecteerd zijn of zich ergens voor hebben gekwalificeerd. Die zitten opeens midden in dat topsportleven. Als je dan nog eens een studie moet kiezen of een sociaal leven moet opbouwen, da’s best lastig.’’

Karres ziet bij De SportMaatschappij een grote variatie aan sporters voorbijkomen. ,,Dat is zó divers, daar verbaas ik me elk programma weer over. Bijna elk programma is er wel een sport die niet eerder heeft meegedaan. We hebben álles. Teamsport, individueel, mannen, vrouwen, paralympisch, olympisch, jonge sporters. Zo hadden we een voetbalsters die na Jong Oranje geblesseerd raakte en nooit haar eigen leven op de rit heeft gekregen. Maar ook een hockeyster die al tien jaar was gestopt en nog steeds aan het zwemmen was.’’

De criteria om je als sporter te kunnen aanmelden bij De SportMaatschappij zijn best ruim. Karres heeft daar ook zelf weleens over nagedacht. ,,Wat is nou eigenlijk de voorwaarde om bij ons in het programma te stappen? Dat is toch wel als je topsportleven dusdanig aanwezig is dat je de rest er wel echt omheen moet plannen. We hebben een enkele keer een sporter gehad die vroeg of die wel in aanmerking kwam, maar over het algemeen kunnen mensen zich vinden in wat we op de site schrijven. We krijgen echt niet snel een aanmelding dat ik denk: tja…’’

Groepsprogramma

Voormalig topsporters die zich melden, worden opgenomen in het groepsprogramma van de SportMaatschappij. ,,Vanaf het begin hebben we dat groepsprogramma, het Krachtprogramma, gehad omdat we heel erg geloven in het delen van elkaars proces met gelijkgestemde sporters. Zeker ook omdat die allemaal wegvallen als je stopt. Gemiddeld zitten er acht sporters per groep in dat programma, en die gaan een traject in van drie maanden met individuele coaching en groepsdagen om met zichzelf aan de slag te gaan.’’

De eerste dag, zegt Karres, is altijd heel bijzonder. ,,Dan delen ze hun verhaal en dan is er letterlijk het gevoel van ’ik ben niet de enige, ik ben hier thuis’. Dan valt er zoveel van hun schouders.’’

Dat delen van ervaringen is belangrijk. Karres heeft dat zelf ook ervaren. ,,Ik stopte, wist echt niet wat ik wilde, en mijn omgeving zei ’ga gewoon ergens beginnen, we zijn allemaal ergens begonnen’. Die begrepen dus niet dat ik van een heel ander energielevel kwam. Dat ik echt iets in de kast heb moeten leggen om iets anders te doen, dat ik een stukje van mezelf opzij heb moeten zetten. Dat is wat die sporters wél bij elkaar vinden. Die denken ’o, heb jij dat ook’. Vaak denken dat ze enige zijn die hiermee te maken heeft.’’

Ze merkt constant dat haar werk in een behoefte voorziet. ,,Echt zéker. Twee, drie keer per jaar starten we een groep, en dan is het soms wat lastig sporters te vinden omdat die niet altijd zelf het probleem direct erkennen en ons dan moeilijk weten te vinden. Maar nu we zo’n zes, zeven jaar bestaan komen viavia de meeste sporters wel binnen. Ze verwijzen elkaar door.’’ Toch is er nog een drempeltje. ,,Sporters vragen zich vaak af of dit wel echt problematisch is, of ze het niet eerst even zelf moeten uitzoeken allemaal. Vaak horen we dat ze ons al een jaar of langer volgen, maar dan uiteindelijk toch besluiten de stap te zetten.’’ Dat is, realiseert ze zich, ook wel een beetje topsporter-eigen. ,,Ja, die willen het eerst zelf doen. Denken ’kom op, ik heb jarenlang prestaties neergezet of een WK gespeeld, dan moet ik dit ook zelf kunnen’. Dat is heel erg aanwezig, ja.’’

Confronterend

Voor sporters is het mentaal soms confronterend als ze erachter komen dat ze dit níet zelf kunnen oplossen. ,,Ja, maar veel sporters hebben ook te maken met meerdere uitdagingen dan alleen de vraag ’wat nu’ als ze stoppen. Faalangst komt veel voor. Voor sommigen is het ook een stukje rouwverwerking. Als er het gevoel is nooit iets bereikt te hebben, als ze geblesseerd zijn afgehaakt. Wat dan? Dan komen de vragen. Wie ben ik eigenlijk? En was dit het allemaal wel waard? Dat zijn heel grote vragen. Maar we hebben ook sporters die gewoon zeggen: ik heb een studie gedaan, heb jarenlang alles opzijgezet voor sport, en nu wil ik gewoon ontdekken hoe het werkt in het normale leven en waar ik goed in ben. Het is echt heel divers.’’

Voor heel veel sporters, stelt Karres vast, is er nog altijd een afscheid zonder gedegen opleiding. ,,Neem de volleyballers, die vaak in het buitenland spelen en om de één of twee jaar naar een andere club gaan. Van Italië naar Turkije of zo. Tja, start dan maar eens een opleiding. Zo zijn er meer sporters. De schaatsers, die schaatsen in de winter en zijn in de zomer aan het wielrennen in het buitenland, om het heel zwartwit te stellen. Dat is best pittig als je daar dan nog een studie bij wilt doen.’’

Verbinden

De SportMaatschappij helpt die sporters op weg, maar zorgt weer niet voor banen. ,,We werken wel met bedrijven die scholarships doneren, dus betalen voor de programma’s van de sporters. Maar we beloven nooit een baan. Dat kan ik niet waarmaken. Ik geloof er ook in dat sporters er meer vertrouwen in hebben dat ze die baan zelf wel vinden, zeker in deze tijd. Dus we verbinden, maar we bemiddelen nooit.’’

LONDON 2021-22 FIH Hockey Pro League England v Netherlands Picture: Dennis Warmerdam scored 0-2. WORLDSPORTPICS COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK

In het verleden zijn er ook oud-topsporters betrokken bij het programma, maar sinds een jaar is er een samenwerking met Fanbased, een team van coaches die allemaal topsporters zijn of zijn geweest. Daar zijn onder anderen ook oud-hockeyer Tim Jenniskens en huidig international Dennis Warmerdam bij betrokken. ,,Fanbased biedt mensgerichte coachprogramma’s aan om groei te versnellen bij individuen, teams en organisaties uit het bedrijfsleven en topsport. Dat gaat heel erg over het groeien van mensen, over persoonlijke ontwikkeling. We hebben de krachten gebundeld en werken nu samen om het programma uit te voeren.’’

Rabo Eurohockey Championships 2017 Amsterdam 16 Netherlands – England Photo: Rogier Hofman and Tim Jenniskens. COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK WORLDSPORTPICS

Dat er oud-topsporters betrokken zijn bij de begeleiding verlaagt de drempel. ,,Je bent snel met iemand tot de kern, want ik weet precies waar ze het over hebben. Ze hoeven ook niet veel uit te leggen. En ze vinden het fijn om ook onze weg te horen, want dat is ook niet altijd een rechte lijn geweest. Dat helpt.’’

Eric Korver

Eric Korver

Eric Korver verdiende zijn sporen als sportverslaggever bij dagbladen en de GPD. Volgde daarna hockey voor Rabosport. Al hoofdredacteur van een golfmagazine en schaatsmagazine, nu ook verantwoordelijk voor Hockey International.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *