Anne Veenendaal is eerlijk. Ze wil, zegt de keepster van Amsterdam, best tijd vrijmaken voor een gesprek. Zolang het, vervolgt ze, maar niet weer gaat over haar tweestrijd met Josine Koning om de plaats onder de lat bij Oranje. Daarover is al genoeg gezegd en vooral geschreven. Het tekent Veenendaal, die vooral de focus op zichzelf wil leggen in de aanloop naar het wereldkampioenschap.
Dat WK komt er al snel, weet Anne Veenendaal (26). Sneller zelfs dan de meeste denken, want als de wedstrijden in de Pro League tegen Duitsland en China achter de rug zijn, is het al bijna tijd voor het openingsduel van Oranje tegen de Ierse ploeg. Het is een achtbaan en haar karretje dendert dit seizoen weer met nagenoeg onverminderde vaart door. Veenendaal kan er wel om lachen. ,,Het is altijd wel druk voorafgaand aan een groot toernooi. Als je geen officiële wedstrijden speelt, ben je wel constant bezig met trainen en oefenpotjes. En op zich vind ik dat prima. We zijn wel wat gewend.’’
WORLDSPORTPICS COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK
Met Amsterdam strandde Veenendaal dit seizoen in de eerste ronde van de play-offs, waarin SCHC in een bloedstollende ‘driesetter’ net te sterk was. Natuurlijk had ze graag weer die finale gespeeld, tegen Den Bosch. Maar Veenendaal weet maar al te goed dat het seizoen van haar club niet rimpelloos verliep. ,,We hebben toch veel tegenslagen gehad met blessures en zo. Het was niet altijd makkelijk. We hebben wedstrijden gewonnen die we moesten winnen, maar ook potjes verloren die we misschien wel hadden moeten winnen. Natuurlijk is het geweldig dat we erin slagen de EHL te winnen, iets wat door alle blessures eigenlijk niemand zag aankomen. Dat maakte het eigenlijk extra mooi. Maar in die EHL en in de play-offs komt er toch altijd wel iets extra’s los, kun je er nog net een schepje bovenop gooien. Dat zijn ook de mooiere wedstrijden om te spelen, en dan is het jammer dat het in de play-offs uiteindelijk niet lukt, maar heel gaaf dat we in de EHL wel succes hebben.’’
Heldenrol
In die eindzege in de EHL was de rol van Anne Veenendaal een prominente. Sterker, die werd hier en daar omschreven als een heldenrol. Daar is ze zelf overigens wat meer bescheiden in. ,,Ik heb het hele seizoen al een relaxed en onbevangen gevoel gehad over mijn eigen spel. Ik heb zo ongeveer gedacht ‘we gaan staan en ik zie het wel’. Dat werkt eigenlijk heel goed voor mij, en daardoor was ik ook best wel rustig. Als er eens een bal in ging, analyseerde ik dat kort en daarna weer door. Ik zat ook mega in een flow met ons team tijdens de EHL, dat was wel mooi. Ik dekte, zeg maar, hun rug en zij die van mij. Dat mega teamgevoel heeft me ook heel erg geholpen tijdens de EHL. En ik pak dan de ballen in de shoot-outs, maar als we er vervolgens zelf niet eentje maken, schiet het ook niet op.’’
Dat was een groot succes op een moment dat dat eigenlijk niet voor de hand lag. Amsterdam verloor immers voorafgaand aan het seizoen met Eva de Goede de absolute sterspeelster, en de impact daarvan was vooraf nauwelijks te overzien. Achteraf, zegt Veenendaal, is dat misschien wel meegevallen. ,,Vooropgesteld, Eva is een geweldige speelster. Een van de beste van de wereld, als ze al niet de beste is. Maar Nederland verkeert in de luxepositie dat we heel veel talentvolle jonge speelsters hebben. Als er iemand wegvalt, kunnen die dat gat weer opvullen. Dat zie je ook bij het Nederlands team. Als er een generatie stopt, denk je van ‘shit, dat moeten we weer opvangen, maar hoe?’. En eigenlijk staan er dan altijd weer andere speelsters klaar. Bij Amsterdam is dat in dit geval ook zo gegaan. Door nog wat extra blessures hebben we bovendien ook veel meisjes uit de Junioren gehad die meespeelden. Was eigenlijk niet gepland, maar ze hebben het heel goed gedaan. Dat was voor ons ook waardevol.’’
WORLDSPORTPICS COPYRIGHT FRANK UIJLENBROEK
Verbazing
Het proces dat Veenendaal schetst, wekt steeds weer haar verbazing. ,,Laatst had ik het daar toevallig over met mijn vader’’, zegt ze met een lach. ,,Dat het eigenlijk nooit ophoudt. Als een generatie stopt, komt dat op de een of andere manier altijd weer goed. Dat is al jaren zo, ook bij Oranje. Dat geeft ook rust. Als er iets gebeurt weet je, dat komt wel weer goed, dat vangen we op. Daarom was er ook geen paniek bij Amsterdam na het vertrek van Eva. Fantastische speelster en een fantastisch mens, maar uiteindelijk vangen we dat op met elkaar.’’
De conclusie van Veenendaal is eigenlijk ook meteen veelzeggend over de structuur en organisatie van hockey in Nederland. ,,Honderd procent’’, beaamt ze direct. ,,Dat is ook waarom wij het beste hockeyland ter wereld zijn, omdat de opleiding zo goed is., omdat de structuur goed is. Die is zo ingericht dat er dus altijd weer een volgende generatie klaar staat. Ik zeg altijd dat we mazzel hebben dat we een klein land zijn, waardoor we elke week met elkaar kunnen trainen. Ook met nationale jeugdteams, met het Nederlands elftal. In landen als Australië en Argentinië moet je echt een trainingskamp beleggen waar je eens in de zoveel tijd langer met elkaar werkt, dat is toch iets anders dan elkaar elke week zien. Ik denk echt dat dit in ons voordeel werkt.’’
Sfeer
Dat moet misschien wel blijken tijdens het WK, een toernooi waarnaar de vrouwen van Oranje reikhalzend uitkijken. ,,Mooi natuurlijk, zeker omdat het voor de helft in eigen land is. Die sfeer in Nederland vind ik altijd heel mooi. Als zo’n heel stadion oranje is, dat heeft echt iets speciaals. En we hebben het natuurlijk wel over een WK, over een toernooi dat eens in de vier jaar wordt gespeeld. Er zijn veel meiden die dat zelfs nog nooit hebben gespeeld, dat is echt heel gaaf.’’
De eerste opponenten zijn Ierland, Duitsland en Chili. De clash tegen de Duitse rivaal is meteen al finale-waardig. En dat al in de poule. ,,Ach’’, weerlegt Veenendaal, ,,er zijn genoeg landen die hartstikke goed zijn. Geen enkele poule is makkelijk, maar Duitsland is natuurlijk wel gewoon meteen een heel goede tegenstander, dat is duidelijk.’’
Dat juist dat land nog werd getroffen in een tweeluik in de aanloop naar het WK is best wel dubbel. Enerzijds kan je een opponent nog even een morele tik toedienen, maar anderzijds wil je misschien ook niet het achterste van je tong laten zien. ,,Een beetje van beide, denk ik’’, stelt Veenendaal. ,,Je wilt heel goed hockeyen, wilt oefenen waar je mee bezig bent, maar je wilt bijvoorbeeld ook niet al je cornervarianten laten zien. Natuurlijk speelden we voor de winst, maar dat soort dingen zijn we wel iets voorzichtiger mee.’’
Veel gebeurd
De mondiale titelstrijd is voor Oranje het eerste grote toernooi na de Spelen en sindsdien is er veel gebeurd bij Oranje. Bondscoach Alyson Annan ruimde het veld na klachten over een ongezonde prestatiecultuur, en na de jaarwisseling werd Jamilon Mülders aangesteld als interim-coach. Hij wordt na het WK opgevolgd door Paul van Ass, zo is inmiddels duidelijk.
De samenwerking met Mülders bevalt Veenendaal goed. ,,Ik vind het heel fijn. Jamilon is een aardige man en een heel goede coach. Hij is duidelijk, spreekt zijn verwachtingen uit en ik denk dat hij op dit moment de beste optie is voor ons. We werken goed samen en als ik eerlijk ben, bevalt dat me wel. De manier waarop het gaat, het plezier dat er is. Er hangt gewoon een heel fijne sfeer, en dat vind ik momenteel erg belangrijk.’’
Een halfjaar om te wennen aan een nieuwe coach in het traject naar een WK had ook een nadeel kunnen zijn. Daarvan is geen sprake, stelt Veenendaal, die op moment van schrijven 88 interlands achter haar naam heeft staan. ,,Er komt een nieuwe coach, maar je blijft als team bij elkaar. En we hebben zoveel meegemaakt de afgelopen tijd dat we ook echt wel dicht naar elkaar zijn toegegroeid. Dan is het qua hockey niet ineens zo dat we heel anders gaan spelen. Mülders sluit, zeg maar, aan bij wat we doen en dat werkt heel goed.’’
Veranderingen
De meer ervaren internationals zouden in dat opzicht kunnen fungeren als een soort bewakers van het proces, van de cultuur. ,,Zeker’’, beaamt Veenendaal. ,,Maar zoals gezegd, met wat er allemaal is gebeurd de afgelopen tijd zijn er ook cultuurveranderingen geweest. Daar zijn we zelfs nog steeds mee bezig en daar hebben we dus ook met Mülders aan gewerkt. Het is niet zo dat wij hebben gezegd ‘dit is het’. Ook met hem erbij zijn er nog veel aanpassingen gemaakt, en hebben we nieuwe manieren gevonden om dingen te doen. Daarin is hij zeker een onderdeel geweest.’’
Op de vraag of ze zich nu prettiger voelt, is Veenendaal helder. ,,Zeker.’’ Op de vraag of ze zich eerder onprettig heeft gevoeld, is ze net zo helder. ,,Daarop ga ik niet antwoorden.’’
Na het WK komt dan Paul van Ass. De ervaren coach is nog een onbeschreven blad voor de vrouwen van Oranje. ,,Ik heb ‘m in ieder geval nog nooit gesproken, ken hem van naam natuurlijk wel, maar verder eigenlijk niet’’, vertelt Veenendaal. ,,Volgens mij is hij ook nog nooit coach geweest van een vrouwenploeg, dus niemand heeft nog met hem gewerkt.’’ De internationals zijn, vervolgt ze, tot op zekere hoogte betrokken geweest bij de aanstelling van de bondscoach. ,,Maar uiteindelijk is het gewoon de keuze van de bond. Je wilt daarin ook niet te veel stemmen hebben. Er moet een beslissing worden genomen en dat heeft de bond gedaan. Daar heeft niemand problemen mee, want we hebben verder alleen maar positieve verhalen gehoord.’’
Als Anne Veenendaal niet met een hockeystick in haar hand staat, heeft ze zeer waarschijnlijk een camera vast. Ze stort zich al jaren op fotografie en heeft sinds ruim drie jaar haar eigen bedrijf. ,,Als ik tijd heb doe ik hier en daar wat fotoklussen, maar dat is soms moeilijk te plannen. Ik krijg regelmatig aanvragen om bruiloften te fotograferen, maar dat is dan bijvoorbeeld ergens volgend jaar juni. Dan hockey ik waarschijnlijk, maar het programma krijg ik dan pas een maand van tevoren. Lastig dus. Maar ik vind fotograferen wel echt superleuk, neem ook altijd en overal mijn camera mee naartoe. Ja, die gaat ook mee naar het WK.’’
Andere manier
Ze heeft in de loop der jaren een eigen stijl ontwikkeld. ,,Ik vind alles met mensen leuk, behalve sportfotografie, haha. Onlangs heb ik bij Oranje een beetje behind the scenes gefotografeerd. De dingen die normaal niet gefotografeerd worden en dan ook nog op een beetje andere manier. Erg leuk.’’
Ze reageert gevat op de vraag wat voor haar een goede foto is. ,,Een scherpe’’, zegt ze lachend. ,,Nee, als ie geworden is zoals ik een beetje in mijn hoofd had. Vaak zie ik op de camera al wel of het gelukt is of niet, en dan kan ik vaak niet wachten om te gaan bewerken omdat je al weet dat het een goede foto is. En verder, tja, als er wat gebeurt, als het geen standaard plaat is waar niet echt emotie in zit of niets op gebeurt.’’
Met de studio heeft ze niets. ,,Nee, ik wil naar buiten, ben gek op alles met natuurlijk licht. Zelfs als het buiten somber is, vind ik dat mooi. Liever bewolkt zelfs dam een felle zon. Dan heb je geen harde schaduw op gezichten, dat is vaak moeilijker werken.’’
Ook teamgenoten kloppen regelmatig bij Anne Veenendaal aan. ,,Heel vaak zelfs. Ik word nog regelmatig gebeld door Ellen Hoog voor bepaalde dingen. En ik krijg regelmatig vragen om foto’s te maken van familie of van de kids, dat soort dingen. Leuk om te doen.’’
Blijft toch de vraag waarom ze sportfotografie afhoudt, waarop het antwoord dan ook misschien weer heel logisch is. ,,Weet je, ik dat al zóveel op het hockeyveld, dat ik dat niet ook nog eens hoef te doen. Natuurlijk, er is meer dan hockey, en op zich is sportfotografie best interessant, maar dan wil ik iets anders doen dan met zo’n enorme toeter langs de kant zitten en dan van die onbewerkte foto’s schieten. Kwalitatief zijn dat echt fantastische foto’s, begrijp me niet verkeerd, maar ik vind het een stuk leuker daar net iets anders mee te doen. Niet standaard, da’s niet mijn.’’
Er moet een uitdaging in zitten? ,,Ja, zeker. Als het standaard is, vind ik het al saai.’’ Dat sluit wel mooi aan bij de mentaliteit van een topsporter. ,,Denk ik wel, ja. Mooie vergelijking.’’