De nieuwe Koning van België heet Alexander, of Alex zo je wilt, net als die van ons. Alleen niet Van Oranje, maar ‘gewoon’ Hendrickx. Je kunt hem straks zomaar tegenkomen op een terrasje in Amsterdam. Bij De Wasserette bijvoorbeeld, zijn favoriete lunchtentje in de Pijp. Een Bourgondiër, cornerkanon of niet, moet tenslotte goed eten, vindt koning Alex. Hij is nu nog even met vakantie, maar eind deze maand is-ie terug, moet hij weer gewoon aan het werk in Het Bos; doelpunten maken.
Je kunt Alex herkennen aan een Harry Potter-achtig litteken op z’n voorhoofd. Misschien heeft-ie z’n olympische hockeygoud wel bij zich. Leuk voor een foto.
Dat litteken? Da’s redelijk vers. Opgelopen in Tokyo. Britse stick vol in z’n gezicht. Open tot op het bot. Paar hechtingen erin en doorgaan. Je hebt een missie of niet.
In 2016 in Rio was Alexje (23 toen nog) nog kroonprins in opleiding, zat hij een heel toernooi als reserve op de tribune. Zag hij zijn collega’s Red Lions zilver winnen, of goud verliezen, zo je wilt. Daardoor werd het heilige vuur aangewakkerd. Reserve! Dat nooit meer, nam hij zich voor. En zilver ook niet. En zo geschiedde. Donderdag won hij goud, vrijdag werd hij 28.
Dertig strafcorners, twaalf maal raak, afgevuurd met zo’n 120 kilometer per uur. Volgens de Belgische nettotelling zelfs 12 uit 20. Voetje geraakt en nieuwe corner tellen ze als een corner. 65% raak dus. Links, rechts of door het midden, bijna een op de twee keihard de raakste. Resultaat van eindeloos schaven. Klein beetje ook mede dankzij die Siepman, die goeroe uit zijn tweede hockeyland, net als hijzelf bezeten van details. Ze keken zelfs af bij kogelstoters, vanwege de doordraai. Drie strafballen ook nog, ook driemaal knetterhard raak.
Bij zijn twaalf treffers kwam geen andere olympische hockeyer ook maar in de buurt. Daar deed hij al die krachtoefeningen voor afgelopen vier jaar. Dag in dag uit. Biceps van beton, schouders van staal, zo voelden medespelers de laatste jaren als ze hem op de schouders klopten na weer een succesvol kanonschot. Je kon net zo goed op een rots kloppen.
Dat zijn olympische missie zou slagen was bijna voorbestemd. In de sterkste clubcompetitie ter wereld kroonde hij zichzelf het voorbije seizoen ook al tot topschutter. Of de keepers nou Blaak, Visser, Van Doren of Harte heten, allemaal moesten ze wel een keer capituleren voor de Belg met een missie. Met terugwerkende kracht kun je het een voorteken noemen.
Achttien maal kogelde hij vorig seizoen vanaf kop cirkel raak voor Pinoke. Mooi detail; koning Alex was altijd gul voor zijn teamgenoten; wie de corner had versierd trakteerde hij steevast op een gin tonic.
Woon je als hockeyliefhebber nou niet in Amsterdam; niet getreurd. Vanaf 12 september gaat koning Alex uit België op rondreis door zijn tweede hockeyland, langs alle steden waar mannen hoofdklassehockey spelen. Wie weet neemt-ie z’n gouden medaille dan ook wel steevast mee; leuk voor een foto.