
Door: Douwe de Vries
Foto’s: Hans Bakker
“Het voelde niet per se als dé finale.” Myrthe van Kesteren geeft, in de kakofonische catacomben van Oranje-Rood, aan dat het voor de nummer laatst van de Hoofdklasse niet per se een do or die was. Huizen stond en staat in principe kansloos laatste. Maar het gat met de Eindhovenaren had verkleind kunnen worden tot één punt. Door het 1-1 gelijke spel blijven het er vier. Dit met nog zes wedstrijden te gaan. En of aanvoerster Van Kesteren daar nou helemaal door van de rel is… In deze aflevering van ‘Achter de wedstrijd van…’ krijg je deze indruk bepaald niet. Zeker op de momenten als zij passievol spreekt over haar ‘life after hockey’.
Rugnummer 54
‘He-le-maal’ kapot is Myrthe. Van Kesteren loopt iedere competitiewedstrijd al alle extra vuile meters, op zo’n beetje iedere positie in het veld. Maar in de kelderkraker was het nóg intenser. “Je staat hier dan ook bont en blauw”, verwijzend naar enkele schaafwonden en blutsen rond haar knieën. Maar de voormalig Bloemendaal-speelster heeft het er graag voor over.
Wanneer je haar, met de nodige passie en het nodige vuur in de ogen, zo over het veld ziet sprinten… Besef je andermaal dat tophockey en topsport in ‘een Van Kesteren’ zit. “Ik speel met rugnummer 54. Dat was de leeftijd van mijn zes jaar geleden overleden moeder. Mijn vader zegt vaak: ik aanschouw mama, gewoon, als ik jou zo op het veld bezig zie. Inderdaad alsof dat zo had moeten zijn.”
“Mijn vader zegt vaak: ik aanschouw mama, gewoon, als ik jou zo op het veld bezig zie. Inderdaad alsof dat zo had moeten zijn”
En dat soort sentimenten doen Van Kesteren meer dan het gelijke spel tegen Oranje-Rood. Tijdens het interview merk je dat de 29-jarige al meer bezig is met het leven na de topsport. “Ik werk nu bij McDermott + Bull en kan daar intern nog hele mooie stappen maken. Teun de Nooijer is mijn collega. En daar spar ik ook al veel mee over zaken naast het hockey.” En met de ‘Johan Cruijff’ van deze sport blikte Van Kesteren al veel vooruit. Vooruit naar het moment dat de stick definitief aan de wilgen wordt gehangen.




Slimmigheidjes
Het zette haar aan het denken: speelt ze ‘nog gewoon lekker’ twee jaar bij Huizen? Of trek je nog een keer alles uit de kast op Hoofdklasseniveau. “Ik ben al benaderd door Hoofdklasseteams. Niet gezegd hebbende dat wij sowieso met Huizen degraderen… Als ik zie hoe ik zelf nog sta te spelen, dan kriebelt die Hoofdklasse nog enorm.”
En die Hoofdklasse-atitude, die ze je elke week nog bij Van Kesteren. Juist zij kan deze relatief onervaren groep bij de hand nemen om wedstrijden uit het vuur te slepen. “Wat het voornaamste verschil is tussen spelen in de Promotieklasse en dit niveau? Slimmigheidjes.” De aanvoerster geeft aan dat deze Huizer damesploeg ‘soms nog te lief is’. “Daar krijgen wij ook kansen op tegen. We draaien niet snel genoeg. Oranje-Rood speelt die de bal de cirkel in en hij kan zo worden getipt. Als ik zie hoe wij soms worden gedekt in de cirkel… Het leven wordt ons zoveel zuurder gemaakt.” Constant: de tegenstander vasthouden, geniepig zijn voorafgaand aan duels en andere vervelende dingen. Myrthe mist dat dus vaak bij de promovendus uit het Gooi.
“Wat het voornaamste verschil is tussen spelen in de Promotieklasse en dit niveau? Slimmigheidjes”
Het ‘te lief zijn’ vloeit misschien voort uit het feit dat Huizen een echte vriendinnenploeg is. Buiten het veld doen ze vrijwel alleen maar leuke dingen met elkaar. “En dat maakt dat ik ook weer denk: hier heb ik echt vriendinnen gemaakt. Dus daarom zou ik het ook ‘gewoon’ bij Huizen af kunnen sluiten, mijn hockeycarrière.”

Andere balsporten
Van Kesteren laat het voorlopig nog even in het midden. Op haar 29e natuurlijk al terugkijkend op een imposante loopbaan met de stick in de handen. Vroeger zag zij zichzelf voetballer, tussen de jongens, worden. “Maar mijn ouders zouden hebben gezegd dat ik de taxi dan moest nemen naar de voetbaltrainingsvelden. Tennis, bijvoorbeeld, had mij ook mooi geleken. Vrijwel alle sporten met een bal, daar heb ik iets mee.”
Na het gesprekje ‘strompelt’ Van Kesteren naar de hoofdtribune. Ze zegt tegen een ploeggenoot, nogmaals, dat ze ‘he-le-maal kapot’ is. De hockeydag zit er gelukkig op. Voor Huizen lijkt handhaving steeds verder weg te zijn. Voor Van Kesteren zelf lijkt het einde van haar hockeytopsportloopbaan nog even op zich te laten wachten.
