Hockey Magazine

woensdag, april 23, 2025

Top 5 deze week

spot_img

Evolution en niet Revolution

Ook al woonde hij de afgelopen elf jaar in Amsterdam, Robert Tigges is en blijft een Rotterdammer, de stad waar hij opgroeide. Hoe leuk is het dan om het volgende deel van zijn hockeycarrière in een andere metropool en havenstad door te zetten? Robert Tigges is sinds kort de trotse hoofdcoach van het eerste mannenteam van de Hamburger Polo Club (de hockey afdeling wel te verstaan).

Vanuit zijn appartement in het centrum van Hamburg kan Tigges prima reflecteren op zijn eerste vier maanden in Noord-Duitsland. Tigges: ,,Hamburg is een mooie mix van Rotterdam en Amsterdam, het is een grote (bijna 2 miljoen inwoners), mooie en unieke stad, die alles heeft en met een heerlijk buitenleven.” Dat hij zich thuis voelt, betekent niet dat hij gelijk ‘Unter den menschen’ is. ,,Dat neemt wat tijd. Ik moet natuurlijk mijn Duits verbeteren en het is nu eenmaal een andere cultuur waar ik binnenstap. Maar ik neem Duitse les en leer veel van alles om me heen.”


Tigges (rechtsonder) met de selectie van Hamburg Polo Club – Ingezonden 

New kid on the block

De Hamburger Polo Club is de ‘new kid on the block’. Het telt nog maar 23 ‘Polo leden’, heeft een tennisafdeling en is stapsgewijs aan het bouwen richting de top van het Duitse hockey. Tigges: ,,Het is een hele interessante club. Mijn selectie telt veel buitenlanders en mijn Duitse spelers zijn misschien geen doorsnee Hamburgers. Samen met mijn collega Christoph Bechmann zijn we bezig om een piramide van bovenuit neer te zetten. We willen een nieuw hockey-DNA inbrengen.” Bechmann is een gelouterde ex-international en was jarenlang hoofdcoach van Harvestehuder HC. In Hamburg is hij behalve assistent ook een soort sporting director, maar uitsluitend op het veld.


Robert Tigges samen met Christoph Bechman – Ingezonden

Grote namen

Christoph Bechmann is niet de eerste grote naam waar Tigges mee heeft samengewerkt tijdens zijn loopbaan. Het Dames 1 team van Amsterdam, waar Tigges vorig jaar als coach afscheid nam met een landskampioenschap, bestond natuurlijk uit allemaal internationals en ervaren hoofdklasse spelers. Wanneer we ook de spelerscarrière van de nog betrekkelijke jonge hoofdcoach (39 jaar) onder de loep nemen, verschijnt daar een ware ‘who’s who’ van de internationale en nationale hockeytop. ,,Bij Rotterdam debuteerde ik onder Robbert Paul Aalbregt in H1 en ik heb gespeeld met spelers als Sohail Abbas, Waseem Ahmad, Peter Short en veel goede Nederlanders zoals de gebroeders Hertzberger. En bij HC Rotterdam ben ik getraind door Hans Streeder, een hele fijne deskundige trainer.’’ Tigges heeft er helpen bouwen aan een stevig structurele hoofdklasser, maar vertrok in de zomer van 2009 toch naar Amsterdam.

Tikki-Takki hockey

Tigges legt uit: ,,Ik ben iemand die altijd op zoek gaat naar nieuwe of extra prikkels en Amsterdam H1 was toen een heel aantrekkelijk, mooi hockeyend elftal dat een soort Tikki-Takki hockey speelde met ervaren internationals als Floris Evers, Taeke Taekema en Geert-Jan Derikx. Ook de trainer-coaches zoals Sjoerd Marijne, Taco van den Honert en Alyson Annan waren allemaal van het hoogste niveau. EHL-tickets lagen voor het oprapen.’’ Parallel met de ontwikkelingen bij AH&BC op het veld vormde zich in de zaal een zeer getalenteerd team, met Tigges als katalysator. ,,Dat is op een hele natuurlijke manier ontstaan met een mix van mensen die het spel leuk vonden en spelers die wilden zaalhockeyen in Oranje.’’ Teun Rohof, Nicki Leijs en Mirco Pruyser waren clubgenoten die samen met Tigges een zaalhockey grootmacht opbouwden, die weer de nodige aantrekkingskracht uitoefende op specialisten als Robert van de Peppel en Laurens Goedegebuure.

Unieke periode

Het is ook bij Amsterdam waar Tigges naadloos als speler overstapte naar het begeleidingsteam van AH&BC Dames 1. Hij wist dat zelfs te combineren met zaalhockey bij Oranje en speler van H1 in de Hoofdklasse zaal. ,,Dat was een unieke periode waarin ik alles kon spelen met dank aan veel anderen.” Het is ook zaalhockey waar Tigges, en niet onterecht, de meest furore als hockeyer heeft gemaakt, met als hoogtepunt de WK-titel in 2015. Als aanvoerder, speler, assistent en coach heeft zijn internationale zaalhockeycarrière een organisch bestaan gekend, iets dat hij graag had doorgezet. Maar eind september kwam het nieuws dat de KNHB haar internationale teams terugtrekt van EK en WK deelnames. Ondanks een positieve evaluatie is deze mededeling ook voor Tigges gewoon even slikken. ,,Ik vind het jammer om meerdere redenen. Ten eerste speelden we vanwege Covid een EK en WK met slechts drie maanden ertussen. Een unieke situatie die nooit weer zal voorkomen. Een zaal WK in Zuid-Afrika was eveneens uniek, zo ver weg. Ik snap dat niet alles tot in de fijne details overlegd kan worden, maar ik had graag van de KNHB de kans willen krijgen om mijn suggesties, ideeën en mogelijke oplossingen te bespreken. Laat ik duidelijk zijn: zaalhockeyers verdienen niets met internationaal zaalhockey, ze houden gewoon heel erg veel van het spelletje en hebben er heel erg veel voor over. Ook een scenario met minder tijd, financiën en aandacht vanuit de bond was waarschijnlijk genoeg geweest om naar een EK te gaan. Bij zaalhockey zijn er erg veel variabelen die een doortastend beleid haast onmogelijk maken, zoals de internationale kalender voor het veld, Jong Oranje, beschikbaarheid van spelers in combinatie met hun clubs, fysieke belasting enzovoorts. Maar we deden het goed en speelden goed. Ik ben dan ook bang dat zonder Internationaal zaalhockey heel veel kennis en kunde kwijtraakt. Topspelers gaan hun Oranje uren missen, wat ten koste gaat van de ontwikkeling, maar ook van de techniek en tactiek die kan doorfilteren naar hun clubteams en clubjeugd.”

Hoe dan wel?

Heeft Tigges dan een idee hoe het wel moet? ,,De Pro League en Hockey 5s bestaan nog, dus dat maakt het lastiger, maar ik vind dat het zaalhockey een stevige groep mensen nodig heeft die het zaalhockey behartigt binnen de KNHB. Dat de veldteams met A-status de focus krijgen is duidelijk, maar ik vind dat zaalhockey er prima bij kan. En laten we niet vergeten dat internationaal zaalhockey een goede springplank kan zijn naar het Oranje veldteam. Kijk naar spelers als Marcel Balkestein, Lars Balk en Boris Burkhardt. Internationaal zaalhockey heeft echt bijgedragen aan hun ontwikkeling.’’

Begrip tonen

En hoe zit het dan met zijn eigen ontwikkeling, in een ander land aan het hoofd van een mannenteam, na een lange tijd dames gecoacht te hebben? ,,Ja, er zijn essentiële verschillen tussen vrouwen en mannen en Nederlanders en Duitsers, maar dat is niks geks. Wie dan ook, waar dan ook: mensen waarderen het om aangehoord en met respect behandeld te worden. Een coach die begrip toont, is een must lijkt me. De wereld is veranderd. Er is een andere generatie die anders naar de wereld kijkt en hun rol daarin met de verwachtingen van dien. Die moet ik ook coachen en het is mijn uitdaging om dat te matchen met mijn eigen prioriteiten en de tophockey cultuur die ik graag wil neerzetten.”

Eigen sausje

Tigges is tot nu toe tevreden over zijn ambities in het Duitse tophockey. ,,We staan er goed voor op de derde plaats en realistisch gezien moeten we de final 4 ook halen. Daarna moeten we zien. Het kost wel een paar seizoenen met de processen die we in gang gezet hebben en ik wil ook mijn eigen sausje er overheen leggen. Resulteert dat alles in een EHL-ticket, dan is het top. Daar hebben we wel het team voor. Binnen deze club zijn er zeker ambities voor meer.” De eerste seizoenshelft op het veld was leerzaam. ,,Ik heb vooral heel snel moeten wennen, aanpassen en leren schakelen met de nuances in tactiek die ze hier spelen. Ik moet natuurlijk met een goed en doordacht verhaal komen, dat ook nog uitvoerbaar is.”

Duitse zaalcompetitie

In de eerste week van december begint de zaalcompetitie in Duitsland. Uiteraard heeft zaalguru Tigges daar veel zin in. ,,We hebben op de club een ongelofelijk mooie zaal en ik heb vier weken de tijd om het team goed voor te bereiden. Dat is heerlijk, net als wedstrijden van 60 minuten en maar één competitiewedstrijd per speeldag. Hier wordt het spel anders gefaciliteerd en kan je er echt naar toeleven.” Ontwikkelingen alom dus voor de Nederlander, die zich als een vis in water voelt in de Duitse havenstad.

Populaire Artikelen