De ABN AMRO Cup is al sinds 2008 een begrip in de seizoenvoorbereiding van het hockey. Het toernooi biedt Hoofdklasseteams, vlak voor de start van het echte werk in september, de mogelijkheid om het niveau te peilen. De staat van het elftal wordt bekeken en men kan zich meten met mede-competitiegenoten. In het weekend van 26 en 27 augustus vond een variant plaats op de velden van Cartouche in Voorburg: de Promotieklasse Cup. Acht teams maakten zich op voor de hereneditie. Hebben de deelnemende clubs het verschil met de Hoofdklasse verkleind zien worden in de loop der jaren? En hoe is het toernooi precies tot stand gekomen?
Te goed voor de Overgangsklasse. Te matig voor de Hoofdklasse. Verschillende clubs pendelden regelmatig heen en weer tussen de twee hoogste hockeyniveaus. De KNHB besloot de competitieopzet met ingang van het seizoen 2018-2019 te veranderen. Voor zowel de dames als heren kwam er een nieuwe Promotieklasse. Eén poule van twaalf teams tussen de overgangsklassen A en B en Hoofdklasse in. Leon Rutten, Hoofd Competitie bij de bond, legde destijds uit: „We verwachten dat de onderlinge verschillen tussen de teams minder groot zijn, waardoor het niveau van de nieuwe Promotieklasse hoger ligt dan de huidige Overgangsklasse. Dat moet ervoor zorgen dat promovendi naar de Hoofdklasse straks meer kans maken op handhaving – nu degradeert een gepromoveerde club vaak direct het jaar erop.” Is deze intentie uitgekomen? Het eerste speciale oefentoernooi voor de Promotieklasseteams op Cartouche is een uitgelezen mogelijkheid om die vraag te laten beantwoorden door ervaringsdeskundigen.
Pijnlijk voorbeeld
Robbert Groeneveld, de nieuwe trainer van de gastclub, noemde een pijnlijk recent voorbeeld. „Voordaan is vorig jaar gepromoveerd en kreeg nog nooit zoveel doelpunten tegen.” Het is een extreem voorbeeld, maar de cijfers geven te denken. Voordaan – ook aanwezig op het toernooi – wist in het seizoen 2022-2023 geen enkele overwinning te behalen in de Hoofdklasse. Ze scoorde in totaal 23 keer en kreeg 133 doelpunten tegen. „Daarin zou het niet geslaagd kunnen zijn”, vervolgt Groeneveld. „Aan de andere kant kan je ook zeggen dat een HDM er al een aantal jaar in blijft. Laren (dat na negen jaar weer in de Hoofdklasse speelt, red.) heeft een sterk collectief. Dan kan je weer zeggen dat de Promotieklasse geslaagd is. Het verschil heeft ook met financiën te maken. Daarom is het contrast nog groot.”
‘Niet aan denken dat wij promoveren’
Trainer René Ossel van de Bredaase club Push is een stuk ongenuanceerder. „Ik moet er niet aan denken dat wij promoveren”, zegt hij. „Ik denk niet dat de opzet geslaagd is. Het niveauverschil is nog altijd groot. Elk team dat promoveert heeft het het jaar daarop lastig. De vereniging moet er ook klaar voor zijn. Er moeten serieuze investeringen gedaan worden.” Ossel refereert aan de promotie van Push die hij samen met assistent Herman Kruis beleefde. Volgens hem werd er „leuk meegespeeld”, maar verloor het team telkens met grote cijfers. Daarnaast zegt Ossel dat veel spelers in de uitverkoop worden gedaan. Promoveren betekent over de lange termijn ook kwaliteitsverlies van de selectie.
Onderlinge verschillen
Tijs Roozendaal van Victoria staat er tussenin. De coach benoemt een ander doel van de Promotieklasse dat wel degelijk is behaald in zijn ogen. „Ik weet niet per se of het gat naar de Hoofdklasse verkleind is, dat heeft met budgetten te maken”, waarmee ook Roozendaal de financiële ongelijkheid tussen de twee divisies onderstreept. Over het sportieve gedeelte zegt hij echter: „Je merkt wel dat de makkelijke wedstrijden die je in de oude Overgangsklasse nog wel eens had, er gewoon niet meer zijn. Dat zag je ook vorig jaar aan de uitslagen: Hurley is derde geworden, maar verspeelde punten tegen degradant HBS. Zo zijn er meer van dat soort wedstrijden geweest. Dus je kan nooit in de Promotieklasse denken: ‘dit komt wel goed’.” Hiermee is het doel zoals Hoofd Competitie Leon Rutten het formuleerde, behaald: de onderlinge verschillen binnen het één na hoogste hockeyniveau zelf zijn kleiner geworden. Wie absolute kanshebbers zijn voor promotie lijkt dan ook dit seizoen moeilijk te voorspellen. In 2023-2024 staat er eveneens een sterk deelnemersveld klaar waarin iedereen van elkaar kan winnen. De vervolgstap naar de Hoofdklasse moet dan wel kleiner worden gemaakt, zo beamen de meeste hockeyoefenmeesters in grote lijnen.
Geconcentreerde sfeer
Op de velden van Cartouche, dat zelf op een haar na in de Promotieklasse bleef, heerst een geconcentreerde sfeer. Zowel bij de teams als de organisatie. Het is duidelijk een hockeytoernooi op hoog prestatieniveau met bondsscheidsrechters, cameraregistraties, afgezonderde teamtenten en een speciale app om alle informatie te kunnen bekijken. Voor de ervaren organisator en initiatiefnemer Edwin de Groot, blijft het organiseren en de uitkomst van zo’n toernooi toch spannend. „En het was natuurlijk heel vervelend geweest als we uit de Promotieklasse waren gedegradeerd als organisator”, zegt De Groot. Dat gebeurde niet en zo staat er een waardig deelnemersveld met Hurley, Victoria, Push, Gooische, Ede, Voordaan, Cartouche en Naarden. „Naarden speelt een divisie lager, maar kreeg een wildcard om tot een even aantal teams te komen”, legt De Groot uit.
De oud Cartouche-bestuurder refereert, gevraagd naar de besluitvorming, aan ‘het grote broertje’ de ABN AMRO Cup. „Ik dacht: ‘Waarom heeft de Promotieklasse dat niet voor de heren en de dames?’. Aangezien ons eerste herenteam in de Promotieklasse speelt, hebben wij de handschoen opgepakt om dat eerst voor de heren hier te organiseren.” Het idee werd neergelegd bij de KNHB en de bond was volgens De Groot „direct enthousiast”. Doordat de samenwerking met de bond kon worden genoemd, kregen de clubs ook oren naar deelname. „De KNHB vroeg vervolgens aan andere clubs wie het damestoernooi zou organiseren. Dat heeft Victoria gedaan.”
Balans
De Groot heeft de hoop dat het oefentoernooi een vast onderdeel wordt van de hockeyvoorbereidingsagenda. Na afloop zal de eerste editie worden geëvalueerd met de KNHB. „Voordat het begonnen was, was het toernooi al geslaagd. Het van idee naar uitvoering gaan is niet altijd makkelijk. Ook hoor ik veel goede berichten van de deelnemende teams.” Het is de vraag of er in Nederland een trend komt waarin meer competitieve hockey toernooien worden georganiseerd. Initiatiefnemer De Groot legt uit dat er „wel een balans tussen prestatie- en gezelligheidstoernooien moet zijn”.
Onder een waterig Voorburgs zonnetje worden de laatste shoot-outs genomen. Edwin de Groot kijkt met genoegen over het Cartouche-terrein. Daar waar Promotieklasseteams serieus hebben kunnen werken aan het volgende seizoen (waarin de kloof met de Hoofdklasse hopelijk kleiner wordt), maar na afloop ook genieten van een borrel en barbecue.
Door Douwe de Vries