Door: Douwe de Vries
Foto’s: Hans Bakker
Tevreden zijn met een 0-0 gelijkspel. Geen enkele topsporter zal dat snel toegeven. Zeker niet in het geval van olympisch kampioen Jip Janssen. Ondanks dat de remise in het Wagener stadion best knap is en concurrenten Oranje-Rood en Rotterdam het wél hebben laten liggen… Kan de strafcornerspecialist nauwelijks tevreden zijn. Het zegt natuurlijk wel iets over de ‘nieuwe status’ die Janssen heeft verworven na zijn Parijse plak. Een gesprek over het zoeken naar een nieuwe honger, de play-offs zelf en het leven als data-analist bij Deloitte.
Meer waarde aan teamstatistieken
Al calculerend begint hij het gesprek. “Volgens mij moeten we zeker nog twee wedstrijden winnen” zegt Janssen uit zijn hoofd. “En daarin hebben we nog wel wat uitdagende potjes.” Inderdaad: Kampong ontvangt thuis Pinoké en het speelt daarnaast nog tegen het verrassend sterk presterende SCHC.
Maar dat de regerend landskampioen het níet gaat halen, dat ligt bepaald niet in de lijn der verwachting. Jip Janssen heeft echter geleerd niet te veel op de zaken vooruit te lopen. “We moeten onszelf nog niet rijk rekenen.”
“We moeten onszelf nog niet rijk rekenen”
Naast een verrassend resultaat tegen Amsterdam, had Janssen ook een persoonlijke mijlpaal kunnen halen vanmiddag. Hij had zijn 150e competitietreffer in de Hoofdklasse kunnen maken. “Vorige week is het me verteld door een journalist van Viaplay. Dat soort dingen zijn wel leuk… Maar ik hecht inderdaad meer waarde aan teamstatistieken. Op het moment dat we geen kampioen worden, of geen mooie herinneringen hebben gemaakt, dan zijn die statistieken wel leuk. Maar uiteindelijk koop je er niks voor.”
Nieuwe motivatie
‘Team denken’ zit nóg meer in Janssen na het behalen van het olympische goud. Het collectief van Delmée wist daar het hoogste te bereiken met élkaar. Uiteraard is die Parijse prestatie het hoogtepunt in zijn topsportloopbaan tot nu toe.
Maar Janssen geeft toe dat hij flink moest omschakelen na het toernooi. “De eerste maanden vond ik taai”, zegt de 120-voudig international. “Toen moest ik bij mezelf een soort nieuwe motivatie vinden. Daarna heb ik een mooi avontuur gehad in India. Dat heeft me heel veel energie gegeven. Die energie heb ik daarna weer doorgetrokken naar de club.”
Janssen geeft aan dat hij in de veronderstelling leefde, dat een gouden olympische plak hem ook een gelukkiger mens zou maken. Dat is hem wel flink tegengevallen. Vijftien jaar lang werkte hij toe naar dat ene doel. De sportprestatie was mooi, maar een dip(je) kon hij niet voorkomen. “Ik heb daar wel hulp bij gezocht. Het zou naïef zijn als je dat niet zou doen, want er zijn mensen die ervoor hebben gestudeerd.”
Gecompenseerd vanuit de KNHB
Altijd bezig zijn met topsport. Janssen geeft toe dat het best weleens een wissel op hem trekt. “Zeker is dat uitdagend. Het mooie van de hockeysport is wel, dat je constant wordt uitgedaagd om jezelf te ontwikkelen. We moeten al veel bezig zijn met ons leven na het hockey. Vanuit de KNHB krijgen we bijvoorbeeld wel een vergoeding, maar die is nog te mager. Daar worden weliswaar stappen in gezet. De hockeyintensiteit is de afgelopen jaren flink omhoog gegaan. De vorige generatie hockeyers kon bijvoorbeeld een eigen onderneming starten daarnaast. Wij kunnen tegenwoordig zoiets niet doen. Dat moet worden gecompenseerd in mijn ogen.”
“De vorige generatie hockeyers kon bijvoorbeeld een eigen onderneming starten daarnaast. Wij kunnen tegenwoordig zoiets niet doen. Dat moet worden gecompenseerd in mijn ogen”
Janssen studeerde econometrie en werkt nu als data-analist bij Deloitte. Of hij dat al ziet als zijn leven na het tophockey? “Dat weet ik nog niet. Ik ben harstikke tevreden daar en kan mijn eerste maatschappelijke stappen zetten. Als ik klaar ben met mijn sportieve loopbaan, ga ik echt kijken wat bij mij past.” Aldus de altijd zelfkritische Janssen.
