Het leven van Katia Pokidko veranderde abrupt op de ochtend van 24 februari. Thuis in Voorburg werd ze gewekt door haar echtgenoot met de woorden die ze niet wilde horen: ‘Er is oorlog in Oekraïne’. Sindsdien wordt de keepster van Alliance heen en weer geslingerd tussen haar hockeyleven en de keiharde realiteit in haar thuisland.
De naam van Katia Pokidko doet waarschijnlijk niet meteen een belletje rinkelen bij de hockeyliefhebbers in Nederland. Begrijpelijk. De jonge Oekraïense is nu ongeveer vijf jaar in ons land, maar speelde haar wedstrijdjes tot nu toe in betrekkelijke anonimiteit. Ze kwam naar ons land om een betere keepster te worden, vertelt Pokidko. Eerst streek ze neer bij Evergreen in Maassluis, een relatief kleine club. Maar inmiddels is ze bezig aan haar derde seizoen bij overgangsklasser Alliance.
Katia Pokidko (22) schuift aan in een theehuis naast het typisch Hollandse gemaal van Cruquius. Spijkerbroek, kleurig t-shirt en de haren opgebonden. Ze doet haar verhaal in het Engels, ook al kan ze steeds beter omgaan met Nederlands. ,,In ieder geval lezen lukt wel’’, zegt ze met een lach.
Pokidko gold in Oekraïne als een talentvol keepster. Ze schopte het tot wat selecties en maakte het laatst deel uit van de nationale ploeg onder 21 jaar. Maar hockey in Oekraïne is onvergelijkbaar met Nederland. ,,We hebben zo’n vijf clubs voor vrouwen, wel meer voor mannen. Maar er zijn amper genoeg velden. In mijn stad is een wat kleiner veld voor vrouwen, In Vinnitsa is een standaard veld voor de mannen, en dan hebben we nog een standaard veld in Borispol. Dat is het. In de hoofdstad Kiev is bijvoorbeeld nog geen hockey. Daar werkte de federatie hard aan, om meer locaties door het hele land te krijgen.’’
Competitie
Veel teams zijn er niet. ,,Eigenlijk niet eens genoeg om een competitie te spelen. En concurrentie is er ook nauwelijks. Er is een ploeg die veruit de beste is van allemaal en altijd kampioen wordt. Daarna komen er twee die altijd om de tweede plaats spelen en de rest bestaat gewoon uit speelsters die willen leren en beter willen worden. Maar omdat er niet voldoende velden zijn ontbreken de mogelijkheden om meer clubs op te richten en de competitie groter en beter te maken.’’
Pokidko wilde meer, had ambities. En ze voelde al jong dat ze niet in Oekraïne kon blijven als ze die wilde verwezenlijken. Daarom trok ze als tiener naar Nederland en belandde bij Evergreen. Daar wilde ze vooral veel spelen. ,,Ik had wedstrijdervaring nodig. In Oekraïne was ik de tweede keepster, maar wedstrijden speelde ik niet veel. Dat wilde ik nu wel. Daarom speelde ik ook nog in het tweede damesteam. Ik wilde zoveel mogelijk wedstrijden spelen. In het tweede jaar trainde ik bij verschillende clubs, maar uiteindelijk wilde ik hogerop. Ik wist dat ik dat niveau aankon.’’ Door een post op Facebook belandde ze bij Alliance. Lachend: ,,Van de vierde klasse naar de overgangsklasse, dat was wel een enorme stap.’’
Maar er waren meer enorme verschillen. Eigenlijk, zegt Pokidko, was álles anders. ,,Alleen al de velden. Zo veel. Evergreen is een kleine club, maar heeft wel twee velden. Ik wist niet wat ik zag. Van dat soort velden hebben we er twee in heel Oekraïne. En dan kom je bij Alliance waar ze vijf velden hebben. Ik kon het niet geloven. Maar niet alleen dat. Het hockey, het niveau hier. Ik moest overal aan wennen.’’
Betere keepster
Pokidko bereikte echter wel wat ze wilde. In ons land wordt ze inderdaad een betere keepster. ,,Elk seizoen maak ik stappen, daar ging het me om. En er is nog steeds ruimte om te verbeteren, ook qua niveau. Nu spelen we nog overgangsklasse, maar misschien is dat volgend jaar anders en wordt het dan promotieklasse. Ook het nationaal team kan naar een hoger niveau, maar ik doe alles stap voor stap.’’
Ze was de eerste keepster in het nationale team onder 21 jaar, maar werd vorig jaar te oud voor die groep. ,,Ik werd opgenomen in de selectie voor het Oekraïens elftal en hoopte de concurrentie aan te gaan met de eerste keepster. Maar het toernooi dat we wilden spelen werd geschrapt vanwege corona. Hetzelfde gebeurde vervolgens bij de nationale indoorselectie. Nu word ik hier beter om straks te kunnen vechten voor mijn plek in het nationaal team.’’
Voorlopig komt het daar niet van. Pokidko heeft inmiddels heel andere zorgen. De oorlog in Oekraïne heeft haar leven op z’n kop gezet, en hockey heeft in haar gekwelde thuisland even geen prioriteit. Over het mannenteam weet ze weinig. ,,Die mochten Oekraïne niet verlaten, maar schijnen nu wel te bekijken of ze later dit jaar de kwalificaties voor het EK kunnen spelen. Dat willen ze heel graag. De speelsters van onder 16, onder 18 en onder 21 verblijven nu door heel Europa. Onder 21 was in Nederland, maar zit nu even in Spanje. Het nationale team zit in Italië. Dat is wel mooi. Al die federaties helpen. Duitsland, Tsjechië, Polen, Oostenrijk, Nederland. Zelfs kleine federaties als Portugal en Hongarije. Ze brengen ze onder, verzorgen ze. Zo bijzonder. Dan zie je ook dat we in de hockeysport een grote familie zijn. Van alle kanten komt hulp, zoals ook tijdens de EHL in Amsterdam. Geweldig. Zóveel mensen die willen helpen, mensen die we nooit hebben ontmoet zelfs. Daar zijn we enorm dankbaar voor.’’
Vriendinnen
De ploeg onder 21 jaar vond aanvankelijk onderdak in het clubhuis van Victoria in Rotterdam, maar kwam eind maart ook naar Alliance, een initiatief van de club van Pokidko. ,,Ik had natuurlijk al eerder contact met ze, al vanaf de eerste dag dat ze in Nederland waren. Ik ken de meeste meiden, heb zelf met een paar gespeeld, er zitten vriendinnen bij, en ook de coaches ken ik. Het was gek die meiden te zien. Sommigen hadden een week gereisd uit de bosgebieden van Oekraïne, meiden uit mijn stad deden er drie dagen over om bij de grens te komen. Daar doe je normaal ook wel vijftien uur over, maar geen drie dagen.’’
Sommige van die speelsters hadden geluk en waren al in het buitenland. Zij hadden hun spullen, stick en schoenen bij zich. Anderen moesten echt vluchten uit Oekraïne. ,,Die hebben echt in alle haast wat gepakt, hebben alleen een rugzak bij zich, meer niet.’’ En een van de meiden had een engeltje op haar schouder, vervolgt ze. ,,Zij komt bij mij uit de stad. Een raket sloeg in haar straat in. Alle ramen sneuvelden en het huis naast haar huis was volledig verwoest. Zij heeft echt geluk gehad.’’
Pokidko komt uit Soemy, een stad in het uiterste oosten van Oekraïne, dichtbij de grens met Rusland en een uurtje of vier rijden verwijderd van Charkov. ,,Naar de maatstaven van Oekraïne is Soemy een kleine stad, maar als je het vergelijkt met Nederland is het ongeveer gelijk aan Den Haag, met zo’n driehonderdduizend inwoners. Toch is het rustig en gezellig.’’ Gezellig
Ze leefde er een goed leven. Want Soemy was dan wel een stad, het gevoel was gelijk aan dat van een dorp. ,,Als je naar het centrum ging, zag je daar alle mensen die je kent. En zeg iets tegen iemand, dan weet binnen de kortste keren de halve stad dat. Want iedereen kent iedereen. De zomers in Soemy zijn mooi en gezellig, met veel mensen, straatmuzikanten op de brug en je vrienden altijd in de buurt. Het was echt heel fijn daar te wonen.’’
Pokidko was er voor het laatst in augustus. ,,Ik had mijn studie afgerond en moest mijn diploma van de universiteit ophalen. Daar heb ik de andere meiden nog gezien. We hebben gezellig koffie gedronken en bijgepraat. Dat was een half jaar geleden.’’
Nooit kon ze vermoeden dat ze een paar maanden later zou worden gewekt door haar Nederlandse echtgenoot met de mededeling dat de Russen die ochtend Oekraïne waren binnengevallen en dat er oorlog is. Bizar, zegt ze. ,,Je wilt niet wakker worden en horen dat er oorlog is in je thuisland.’’ Ze had ook niet gedacht dat het zover zou komen. ,,Ik dacht dat ze zouden praten en dat er niet echt iets zou gebeuren.’’
Emotie
De eerste dagen waren een gekkenhuis, vervolgt ze. Veel emotie, veel onzekerheid. ,,Ik zat alleen maar aan de telefoon, contact zoeken met familie en vrienden. Bellen, berichtjes. En het nieuws volgen. Ik volgde alles. Ook dat was bizar. Dan gebeurde er van alles op de straten waar je zelf normaal doorheen liep op weg naar een training of zo.’’
De eerste zorg gold natuurlijk haar familie. Haar ouders wonen nog in Soemy, net als haar grootouders en verdere familie. ,,We hebben contact’’, vertelt Pokidko. ,,Bijna elke dag nu, dat gaat goed.’’ Ze drong er bij haar ouders op aan Oekraïne te verlaten. ,,Vanaf de eerste dag heb ik dat gezegd. Pak alles en ga, ga, gá. Maar mijn vader kan het land niet uit. Hij is 55 jaar en mannen tussen de 18 en 60 jaar mogen niet weg. En mijn moeder wil niet weg zonder mijn vader en mijn grootouders niet zonder hen. Dus omdat mijn vader niet weg kan, zit de hele familie daar nog. Ik heb ze nog gezegd naar het westen te gaan, naar een veiliger gebied. Maar ze hebben besloten te blijven. Mijn vader is een koppige man. Ik weet het niet, denk dat hij zelfs zou willen blijven als hij wel weg mocht.’’
Ze probeerde op alle manieren op de hoogte te blijven, ook via allerlei lokale kanalen met nieuws uit Soemy. ,,Die eerste twee weken las ik álles. Lokaal, telefoon, CNN, alle nieuwsnetwerken. Maar ik werd gek. Het was te veel. Ik kon van hieruit niets doen en door alles te lezen voelde ik mezelf alleen maar slechter. En ik vergat bijna mijn leven hier. Werk, hockey, ik kon me daar amper op focussen. Uiteindelijk ben ik gestopt met lezen van het nieuws en heb ik me gericht op bepaalde dingen. Dan is het makkelijker.’’
Afleiding
Hockey helpt ook. Pokidko merkt hoe ze zich op het veld even kan ontworstelen aan de realiteit, al was dat niet meteen zo. ,,In de eerste week was het al moeilijk om mijn spullen te pakken, om te gaan trainen als er thuis vreselijke dingen gebeuren. Maar ik merkte dat hockey ook afleiding werd. Elk moment dat ik op het veld sta, probeer ik te vergeten wat er buiten dat veld gebeurt. Ik leef dan echt in het moment. Die training is nu, hockey is nu. Zo ga ik door. En zodra ik buiten dat veld kom, word ik toch weer overvallen door emoties. Het is net alsof ik voor anderhalf, twee uur even uit het echte leven stap.’’
Ze spant zich wel in om te doen wat ze kán doen. ,,Samen met buren en anderen zorgden we dat er tassen met hulpgoederen naar Oekraïne gingen, met Alliance, ouders en sponsors brachten we geld bijeen voor de vrijwilligers in de regio van Soemy. We deden veel, maar nog voelde het niet als genoeg.’’
De belangrijkste steun voor haar ouders is financiële hulp. ,,Dat deed ik al voor de oorlog, maar nu nog meer. Dat is goed op deze manier, want ik weet ook dat veel financiële hulp niet bij de mensen komt. Een paar weken geleden kregen mijn ouders ook humanitaire hulp, met een voedselbox en spullen. Dat voelde goed.’’ Maar financieel ondersteunen terwijl in Nederland alles duurder wordt, moet ook niet makkelijk zijn. Valt mee, zegt ze. Het valutaverschil tussen de euro en de grivna is groot. Vijftig euro hier of daar maakt een enorm verschil.’’
Gevaarlijk
Momenteel is het in de regio rond Soemy wat rustiger, vertelt Pokidko. ,,Soms nog wel gevaarlijk omdat het heel dicht bij de grens ligt. Vooral in de dorpen bij de grens is het gevaarlijk, maar in de stad is het nu rustiger. Dat was anders toen de stad omsingeld was. Dat was een onzekere tijd, waarin ik steeds maar aan het checken was bij familie en vrienden of ze in orde waren. Maar dat is voorbij. Er zijn vrijwel geen Russische soldaten meer. Het is er nu veiliger, maar niet veilig. Ik denk dat in de stad zeventig procent van de mensen weer een redelijk normaal leven leidt. Zelfs de bioscoop is weer open. Mensen proberen echt de draad weer op te pakken.’’
Wat resteert, is het gevoel van ongeloof en onrechtvaardigheid. En ook boosheid. ,,Ongelooflijk dat je in 2022 een oorlog hebt op tweeduizend kilometer van hier’’, zegt Pokidko fel. ,,Het was al raar toen ik nog in Soemy woonde en er oorlog was in de Donbas, wat maar zevenhonderd kilometer bij ons vandaan is.’’ Ze zwijgt even. ,,Weet je waar veel Oekraïners nu bang voor zijn? Dat er hetzelfde gebeurt als in de Donbas, in Donetsk en Luhansk. Daar wilde in het begin ook iedereen helpen, maar stopte die hulp uiteindelijk en gebeurde er acht jaar niets. Daar zijn ze bang voor. Al lijkt dit anders, omdat dit de hele wereld raakt.’’
Trots
Ze is nu vooral trots. Trots op haar land en trots op de mensen. ,,Op elke soldaat, op elke vrijwilliger, zelfs op iedereen die daar nu gewoon is en misschien moet schuilen en niets kan doen. Maar ze zijn daar. Als je dan ziet dat gewone mensen voor tanks gaan staan, dat mannen met blote handen mijnen van de wegen halen zodat het verkeer weer kan rijden, als je de verhalen hoort over daden die hier onbelicht blijven. Gewone burgers zijn helden geworden. Dat maakt mij trots.’’
Katia Pokidko probeert zich nu weer te richten op hockey, op het slot van de competitie, waarin er voor haar club Alliance nog wel wat te halen valt. De club uit Heemstede staat op de tweede plaats, een punt achter koploper Almere. Sleutelwedstrijd wordt de pot tegen Schaerweijde, de nummer drie. Daar verwacht Pokidko steun uit onverwachte hoek, van de meiden van Oekraïne onder 21, die weg zijn bij Victoria en inmiddels in een opvangcentrum verblijven. ,,Ik denk dat ze ons allemaal komen aanmoedigen. Daar kijken ze ook naar uit, want ze volgen ons op de voet. Weten precies waar we staan en tegen wie we spelen. Ze kennen mij natuurlijk en steunen mij, maar zijn ook enorm dankbaar voor wat Alliance voor hen heeft gedaan.’’
Tweede familie
Zij voelen hetzelfde dat Katia Pokidko al drie jaar voelt. ,,Alliance is mijn tweede familie, al vanaf de eerste dag hier. Ze hebben me meteen deel van het team laten voelen, hebben me echt geholpen. Als ik een slechte dag heb, als ik emotioneel ben, ben ik bij Alliance niet bang dat te tonen. Ik weet dat ze me steunen. Dat waardeer ik echt enorm, want vooral in het begin van de oorlog heb ik het regelmatig moeilijk gehad.’’
Net als miljoenen Oekraïners hoopt ze dat er snel een vrede komt en ze weer terug kan naar haar vaderland. Familie bezoeken, op vakantie. Zoals ze deed voor deze oorlog. ,,We gingen er zelfs op wintersport. Oekraïne heeft zoveel te bieden en is veel meer een Europees land dan veel mensen denken. Ik hoop dat mensen dat nu zien, dat Oekraïne op een dag deel kan uitmaken van Europa, van de Europese Unie. Want ons land kan veel geven aan Europa, en andersom. Als dat besef is ontstaan tijdens deze oorlog, is dat nog een klein lichtpuntje.’’