Als het Nederlands elftal op de tweede juli officieel aan het WK begint, is dat de start van de jacht op de twaalfde wereldtitel. Een onwaarschijnlijk aantal, dat de hegemonie van Nederland als hockeynatie bij de vrouwen uitstekend in een cijfer samenvat.
De staat van dienst van het Nederlands elftal is verbluffend als het gaat om het wereldkampioenschap. Oranje verdedigt straks de titel die vier jaar geleden werd gewonnen in Londen, maar het succesverhaal gaat veel verder dan dat. Nederland is sowieso het enige land dat er bij was tijdens elk WK vanaf de allereerste editie in 1971. In het Australische Auckland kroonde Oranje zichzelf toen meteen maar tot wereldkampioen.
Dat was het begin van een imposante reeks die nog altijd voortduurt. Achttien keer werd het wereldkampioenschap tot dusver gehouden, en van die achttien was Nederland aan het einde van de rit liefst elf keer de kampioen. Dat WK werd in de beginjaren nog bijzonder onregelmatig gehouden, en zo kon het gebeuren dat Oranje binnen vier jaar tijd drie wereldtitels verzamelde. Na 1971 in Auckland volgden nog 1972 in Barcelona en in 1974 het Franse Mandelieu.
Extra wedstrijd
Bijzonder is wel het verhaal over het WK van 1975, dat werd gehouden in het Schotse Edinburgh. Dat is een van de twee edities waarbij Nederland zelfs niet eens het podium haalde. In de poule was ons land nog oppermachtig met overwinningen in alle drie de duels. Na een tussenronde werden de beste zes teams vervolgens verdeeld over twee poules. Nederland ontdeed zich van Australië, maar speelde gelijk tegen Wales. Een duur missertje want de Welshe vrouwen wonnen eveneens met 2-1 van de Aussies, waardoor Oranje en Wales exact gelijk eindigden. Dat maakte een extra wedstrijd tussen de twee kemphanen noodzakelijk, en daarin ging Nederland met 3-2 onderuit, waardoor de ‘“ toen ‘“ drievoudig wereldkampioen werd veroordeeld tot de strijd om het brons. Die ging na strafballen verloren tegen Nieuw-Zeeland. Engeland nam uiteindelijk de titel over door in de finale Wales te kloppen.
Kruisfinales
In 1994 miste Oranje voor de laatste keer het podium. In Dublin werd gespeeld in twee poules van zes teams, waarna de eerste twee ploegen kruisfinales speelden. Daar zat Oranje niet bij, na nederlagen tegen de Verenigde Staten en Duitsland.Nederland verloor uiteindelijk zelfs de strijd om plek vijf van Zuid-Korea en zag hoe Australië wereldkampioen werd.
Dat was de eerste van drie edities waarin Nederland naast de wereldtitel greep in een periode waarin het WK ‘“ sinds 1986 ‘“ daadwerkelijk elke vier jaar werd gehouden. Vanaf de titelstrijd van 2006 in Madrid heeft Oranje de zaakjes weer op orde. Vier jaar later was in Rosario weliswaar Argentinië nog te sterk in de finale, maar sindsdien is Nederland onbetwist het beste vrouwelijke hockeyland ter wereld.
Nu, in Amstelveen en Terrassa, mag dat nog eens worden bevestigd. Maar duidelijk zal zijn dat niets vanzelf komt, zeker niet in topsport. Het Oranje van interim-bondscoach Jamilon Mülders is er klaar voor, en de jacht op die twaalfde titel wordt zonder twijfel een spannende.