Door: Suus Boschloo
Op kamers in een dorm, toegejuicht als atleet en studeren op een grote campus: keepster Myrte van Herwijnen (21) leeft haar American dream. Voor het derde jaar op rij speelt ze voor de University of Massachusetts. Afgelopen seizoen eindigde ze met haar team in de top 4 van de nationale universiteitscompetitie.

In de winter was Van Herwijnen even thuis, in Huizen. ,,De vakanties zijn best lang, dus dan ben ik graag bij mijn ouders. Nu was dat zes weken, in de zomer is het nog wat langer, vanaf half mei tot aan september. Maar dan ga ik wel eerder terug, omdat het hockeyseizoen al in augustus begint.’’ Ze begint meteen uit te leggen, want collegejaren en de Amerikaanse universiteitscompetitie zien er anders uit dan wat we in Nederland gewend zijn. ,,We hebben op de universiteit een fall semester en een spring semester. Maar het hockeyseizoen is alleen in de herfst en duurt dus maximaal vier maanden. In het voorjaar, dat noemen we off season, zijn we bezig met trainen, kracht, conditie en herstel. We focussen in de lente dus vooral op de voorbereiding voor het seizoen in het najaar. Dan moet je ook echt fit zijn, want tijdens de competitie spelen we elk weekend twee wedstrijden.’’

Haar plek gevonden
Van Herwijnen heeft haar plek helemaal gevonden. ,,Ik zit nu in mijn derde van in totaal vier jaar, want zolang kan je aan een universiteitsteam verbonden blijven. Het gaat goed! Ik heb het echt naar mijn zin, het is een leuke en ook academisch gezien goede school en we hebben een goed seizoen gedraaid met het team.’’ Met de University of Massachussetts (UMass) kwam ze tot de halve finaleronde van het nationale eindtoernooi. ,,Eerst heb je wedstrijden in je eigen, wat meer regionale competities. Dan spelen wij vooral in het noordoosten van de VS. Alsnog zijn de wedstrijden vaak ver weg hoor. Dan moeten we zes uur met de bus of met het vliegtuig. We moeten bijvoorbeeld ook naar teams uit North Carolina en Iowa, dat is een uur of vier vliegen.’’ Van Herwijnen is inmiddels niet anders gewend. ,,Ja, dat Nederlandse idee van afstanden raak je snel kwijt. Voor mijn ouders is twee uur rijden superlang, maar als ik straks weer land in Boston en daarna nog twee uur moet reizen naar de uni, denk ik ‘oh, dat is maar twee uur’.’’

Familie
Na de regionale wedstrijden gaan de sterkste teams door naar het nationale toernooi, vertelt de doelvrouw. ,,Daar spelen de winnaars van die regionals en nog een paar nummers twee van de sterkste competities. Wij stroomden afgelopen jaar in bij de laatste zestien. We wonnen van Harvard en kwamen uiteindelijk tot de laatste vier.’’ Dat was speciaal, zegt ze. ,,Die wedstrijd was in een groot stadion in Michigan, heel gaaf. Mijn ouders waren erbij. Die kunnen natuurlijk niet meer elke wedstrijd komen kijken, dus dat was heel fijn.’’ Want haar familie wordt uiteraard gemist. ,,Dat was in het begin wel meer dan nu. Ik ben heel close met ze, maar het gemis wordt gelukkig goed opgevangen door de mensen die ik hier om me heen heb.’’ Sinds dit jaar woont ze met vijf teamgenoten in een groot gezinshuis samen. ,,Echt op de Amerikaanse manier. We hebben hetzelfde ritme en begrijpen elkaar, dat is heel fijn. Het hele team en ook de begeleiding en staff komen zo goed overeen dat dat ook een beetje als familie voelt.’’ Een belangrijke reden voor het succesvolle jaar, denkt ze: ,,We zijn normaalgesproken de underdog, omdat we spelen tegen teams en universiteiten met meer sportfaciliteiten en veel meer geld om in de atleten te steken. Maar door onze band en het plezier dat we met elkaar hebben, komen we dan toch zo ver.’’

Toekomst
Nu ze over de helft van haar opleiding is, begint ook het kijken naar de toekomst. ,,Ik ben natuurlijk keeper en dat is een positie waarvan je er, helaas voor mij, meestal maar één of twee nodig hebt. Anderhalf jaar is dan eigenlijk nog te ver weg om echt al concreet met Nederlandse clubs te praten. Ik hou mijn opties nog open, ik zie een ander buitenlands avontuur in misschien Engeland of Spanje ook wel zitten.’’ Ze hoopt dat clubs en ook de bondscoaches haar verrichtingen in Amerika in de gaten blijven houden. Van Herwijnen was eerder keepster bij Oranje-onder-18. ,,Inmiddels spelen meer meiden uit dat team nu in de VS. Een paar van hen kwam ik tegen in Michigan bij de laatste vier, dus ik hoop dat ik word gezien. Dat als ik terug kom, de bondscoaches denken, ‘ah, daar is ze weer’. Ondertussen blijf ik hard werken.’’

Gevulde prijzenkast
Bij haar universiteit en in de competities wordt ze daar flink voor erkend: Van Herwijnen heeft bijna elke individuele prijs die er te winnen valt, in haar studentenkamer staan. ,,Ik ben twee keer op rij keeper van het jaar voor onze regionale competitie geweest, en ook voor de hele oostkust. Dan krijg je van die grote Amerikaanse bekers. En je hebt bij UMass ook de atleet-van-de-week, dan krijg je een soort plakkaat. Daar heb ik er ook zes van hangen.’’ Lachend: ,,Ook een beetje ongemakkelijk hoor. Overal in onze woonkamer zie je mijn naam. Maar de Amerikanen houden juist van die shine.’’ Een nieuw doel is er wel: ,,Dit jaar ben ik gekozen voor het all american team, maar dan wel het tweede. Je ziet ze weleens in het voetbal, teams van het toernooi die worden verkozen, met voor elke positie de beste speler. Ik ben dus als de op één-na-beste keeper gekozen. Volgend jaar wil ik natuurlijk graag spelen in het éérste all american.’’
