Door: Douwe de Vries
Never compromise on quality. ,,Daar mag nooit, nooit, nooit aan getornd worden”, zegt keepers‘goeroe’ Martijn Drijver passievol in de bestuurskamer van Pinoké. Zijn vrouw Denise Witjas, mede-eigenaar én spin in het web van de Drijver Goalie Academy, knikt instemmend mee. Het is de filosofie van zijn hockeyacademie die áltijd in stand moet worden gehouden.

Hoewel Martijn zelf langzaamaan richting de pensioengerechtigde leeftijd gaat, is hij absoluut niet van plan te stoppen. Hij geniet volop van zijn werk. De passie en de gedrevenheid waarmee hij het keepersvak nog steeds uitvoert… dát is wat hem motiveert en richting geeft. Het wordt constant duidelijk gemaakt gedurende het anderhalf uur durende interview. Verder gaat het over: keeperspupillen, de hockeyhogeschool zelf en deze sport gecombineerd met ondernemerschap en innovatie.

Kwaliteit waarborgen
‘Never compromise on quality’ dus. Kwaliteit moet natuurlijk altijd, in iedere organisatie gewaarborgd blijven. Maar Martijn Drijver en Denise Witjas merkten dat de kwaliteit van hun hockeyacademie onder druk kwam te staan naarmate het aantal academies toenam. ,,We realiseerden ons dat we bij teveel clubs actief waren. De ‘sky was the limit’ volgens ons. We hadden zelfs plannen voor België. Maar hoe meer academies wij kregen, hoe moeilijker het was om een vaste kern te vinden voor onze staf. Het is wel leuk om te zeggen: ik heb twintig academies, maar hoeveel zijn er nou écht goed?’’
Uiteindelijk besloten Drijver en Witjas alleen nog bij Kampong en Pinoké hun hockeyhogeschool onder te brengen. Ook omdat Martijn verantwoordelijk is voor de gehele jeugdkeepersopleiding van deze clubs. Daarbij hebben ze een gezonde organisatie, stralen topsport uit en de twee voelen zich hier erg thuis. ,,Ik kan er altijd zijn. En kan dan ook kwaliteit waarborgen. Met de grotere schaal was dat niet te doen. Ondanks het feit dat we goede mensen hadden staan, was dat niet makkelijk.’’
Geïmproviseerde legguards

Al sinds zijn 21e geeft Martijn keeperstraining, al ruim dertig jaar organiseert hij keeperskampen en clinics en hij wordt al meer dan twintig jaar – wereldwijd – de ‘goaliegoeroe’ genoemd. De Drijver Goalie Academy is sinds dertien jaar een mooie toevoeging op dit alles. Terwijl het keepen niet per se in het ‘Drijver-gen’ zit. Vader en vroegere verdediger Han Drijver had namelijk zo zijn ideeën over het te bewandelen hockeypad van zijn zoon. ,,Mijn vader heeft de hockeyclub Leiden nieuw leven ingeblazen. In die periode ben ik gaan hockeyen. Ik vond het meteen fantastisch, maar begon als linksachter. Han speelde namelijk op die positie in het Nederlands elftal. Automatisch begon ik daarom ook daar en wilde graag rugnummer 3 dragen. Op een gegeven moment vond ik de laarzen van mijn vader, die bij mij ongeveer tot aan mijn knieën kwamen. Ik stopte ze vol met oude kranten, deed tuinhandschoenen aan en zo had ik mijn eerste paar legguards en mijn eerste keepersoutfit”, lacht Martijn over die improvisatie.
Vader Han vond het uiteindelijk goed dat Martijn definitief onder de lat ging staan. Maar wel op bepaalde voorwaarden. Zo moest hij ook wedstrijden blijven spelen op andere posities om ‘technisch begaafd te blijven’ en spelsituaties ‘te kunnen lezen’. Maar zijn hart lag toch het meest bij het keepen. ,,Ik kwam er toen ook achter, dat pijn er dan bij hoort. Je moet niet lopen zeiken. Pijn is emotie.’’

Hockeykeepers luxepaardjes?
Wie wat online research doet naar vader Han komt erachter dat hij gespecialiseerd was in de lijnstop bij strafcorners. En ze er zelf insloeg. Martijn heeft heden ten dage nog steeds veel respect voor de lijnstoppers en de strafcornerlopers. ,,Keepers zijn bij strafcorners luxe uitgerust en prachtig bepakt. Nóg meer respect moet je hebben voor spelers die vrijwel onbeschermd op de lijn staan. Of uitkomen en dan de bal met zeer hoge snelheid op hun af zien komen.’’ Hockeykeepers luxepaardjes? Nee. Zo ver zou Martijn natuurlijk ook weer niet willen gaan. Hij geeft toe dat, zoals vaak het gezegde wordt gebezigd, keepers in iedere teamsport- ‘toch wel een beetje gek moeten zijn’. Gek op een bepaalde manier. ,,Een keeper is wel een eenling in een team, ja. Je bent een leider en hebt andere taken en bevoegdheden.’’
Martijn spreekt over het ‘ambacht’ alsof hij nog zelf wekelijks onder de lat staat. Dat mag dan niet zo zijn, maar hij is met de sport bezig alsof hij in de ‘prime’, de begindagen van zijn keeperscoachloopbaan zit (‘Ik sla nog 4.000 ballen per week’). Af en toe, bekent Martijn, eist zijn fanatisme wel degelijk een tol. ,,Gisteravond stond ik nog drie uur lang in de stromende regen en hagel training te geven bij de Terriërs in Heiloo. Dat had ik afgesproken met Jisse Waasdorp, een vriend van me. Ik was om negen uur ’s ochtends al begonnen met mijn eerste training. Tussendoor had ik een uur krachttraining en ’s avonds dus als ‘toetje’ drie uur keeperstraining in de regen. Toen ik thuiskwam kón ik niet meer. Ik was he-le-maal op. Maar dat hoort er bij.’’

‘Hockeyondernemer pur sang’
Je kan Martijn en Denise zien als een goed voorbeeld wat betreft: enerzijds altijd bezig zijn met hockey, en anderzijds ondernemen en innovatieschap. Hoe ziet Martijn dat in relatie tot de KNHB? Als ‘hockeyondernemer pur sang’ zegt hij: ,,Stel, ik doe iets bij een Nederlands KNHB-team, dan kan ik niet voor India iets leuks doen. Dat botst met elkaar. Ik mag nu de dingen doen die ik graag wil. Natuurlijk respecteer ik de hockeybond, en zij respecteren mij, want ik breng heel veel goede keepers. De KNHB mag daarnaast, als non-profit, geen commerciële instellingen ondersteunen.’’
De wens van Martijn is dat de KNHB een eigen keepersfilosofie weet te creëren, waarbij keepers vanaf het tiende jaar tot en met het nationaal niveau volgens een KNHB-methode opgeleid worden. Natuurlijk heeft elke keeper zijn eigen karakter en persoonlijkheid zegt hij erbij. Dat mag losstaan van de filosofie. Martijn noemt hierin België als voorbeeld. De KBHB stelde het ‘Be Goldprogramma’ op. Met dit programma wordt voor de jongste keepers een traject geformuleerd tot aan het nationale team. ,,Als de KNHB zo’n plan zou opstellen, zou ik het heel leuk vinden om daarin advies te geven’’, zegt hij met een ‘open kier-toontje’.

Wiet, patat, de kroeg of naar huis?
Echtgenote Denise knikt instemmend gedurende het hele interview. Zij zit er bepaald niet bij als ‘figurant’, benadrukt Martijn meermaals. Want zonder zijn lieftallige echtgenote zou de Drijver Goalie Academy überhaupt niet kunnen draaien in de huidige vorm. ,,We hebben een ontzettend goede samenwerking’’, begint Denise zelf. ,,Niet iedereen kan dat, zo goed met zijn partner samenwerken. We hebben de mazzel dat we daarin een ontzettend goede klik hebben. Het is gewoon heel gaaf om te zien hoe we samen het bedrijf hebben opgezet. Wat mij dan het meest raakt? Als ouders aan het einde van het seizoen naar ons toekomen en zeggen: ‘ons kind is zo gegroeid’. Niet alleen als keeper, maar ook als mens. Ze kruipen uit hun schulp.’’
En misschien vinden Martijn en Denise dát gegeven wel het allerbelangrijkste. Ze formuleerden dus een specifieke opleidingsfilosofie, waarin ook de mens centraal staat. Gedurende het hele gesprek merk je dat de passievolle Martijn altijd rekening houdt met het ‘totaalplaatje’: hij wil iemand én goed leren keepen, én helpen groeien als persoon. Als voorbeeld noemt hij ‘pupil’ Josine Koning. Die hij al vanaf de jeugd bij SCHC (Koning kwam over van Amersfoort, red.) begeleidde. ,,Josine heeft vaak genoeg aan moeten geven dat zij vriendinnen al maanden niet had gezien. Omdat ze óf aan het studeren óf aan het trainen was. Dat is een keuze. Als je het Amsterdamse Bos uitrijdt, kan je óf wiet halen, óf naar de patatzaak gaan óf de kroeg induiken. Dan stel ik mijn keepers vaak de vraag: óf ga je naar huis? Kan je de verleidingen van het leven weerstaan om je keepersdroom waar te maken?’’

8 dagen per week
Drijver en Witjas laten blijken ‘8 dagen per week’ met keepers bezig te zijn. Of dit nu een onder 12-team betreft of tophockey, de liefde en de passie blijft hetzelfde. Maar ondertussen kijkt het stel ook wel naar andere zaken in het leven… Zaken ‘on a personal level’. ,,Ik houd heel erg van muziek: van jazz tot aan rockmuziek’’, vertelt Martijn. ,,Daarnaast verzamel ik gitaren. Ook zijn mijn eigen kinderen en kleinkinderen natuurlijk heel belangrijk.’’ Maar waar hij echt compleet van geniet en rustig van wordt? Dat is golfen. ,,Dat zijn de enige momenten waarop mijn hoofd stilstaat. Dat is heel fijn.’’
Ook Denise houdt van het golfen. De twee dromen regelmatig over gezamenlijke golfmiddagjes. Maar voor nu is het de Drijver Goalie Academy dat de klok blijft slaan. Van een toekomstig pensioen moeten zij beiden nog niks weten. ‘Don’t let the old man in’, was een welhaast filosofische zin die David Harte van Kampong Martijn laatst toevertrouwde. Het is een snede van Clint Eastwood, en perfect van toepassing op de algehele mindset van Martijn. Harte zei dit tegen hem met de insteek: hij moet áltijd met deze passie bezig zijn, en blijven, als het op tophockey aankomt. Dan komt de oude man niet om de hoek kijken bij Martijn én Denise. Zij die het hockeykeepen op het hoogste niveau voortdurend ademen.