Eens in de zoveel tijd staan er spelers en speelsters op die zich ontwikkelen tot fenomeen. Zij nestelen zich steeds steviger in de toekomstige historie van het hockey en worden ook lang na hun actieve carrière geroemd, besproken en bewonderd.
Wordt er straks op Pinoké gesproken over de jaren van Alexander Hendrickx? Dat hoeft de tijd misschien niet eens te leren. Het is immers zeker dat de Nederlandse competitie aan het eind van dit seizoen afscheid heeft genomen van een iconische sportman die een cruciale rol heeft gespeeld bij de successen van de Steekneuzen de afgelopen jaren.
We spreken de Vlaamse Alexander letterlijk aan de vooravond van zijn allesbeslissende competitiewedstrijd tegen Kampong. De wedstrijd die verloren wordt en ervoor zorgt dat Pinoké zijn landstitel niet kan verdedigen tijdens de play-offs: ,,Ik durf de uitspraak te doen dat we zonder de EHL ons al gekwalificeerd hadden voor de play-offs. Nu verloren we tegen Rotterdam vlak voor de EHL en van Oranje-Rood vlak erna. Dat zijn cruciale punten geweest. Maar goed, ik geloof ook dat we de EHL niet hadden gewonnen als we niet hadden verloren van Rotterdam. Door dat verlies werd iedereen weer op scherp gezet en groeide het bewustzijn dat succes niet vanzelf komt.”
Foto: BramBelloni / (c) 2024
Alle prijzen gewonnen
De wedstrijd tegen Kampong werd dus meteen de laatste thuiswedstrijd voor de sleepkoning, die volgend seizoen gaat spelen bij de regerend landskampioen van België, Gantoise uit Gent. Zo volgt er een dag na ons gesprek al het afscheid op zijn Pinoké. Zijn club waar hij 6 jaar speelde, zijn successen vierde en voor het eerst op zichzelf woonde in een andere stad, een ander land. In deze 6 jaar verzamelde Alexander alle prijzen die er te winnen zijn als hockeyer. Natuurlijk werd hij landskampioen (2023) en Europees clubkampioen (2024) met Pinoké. Maar hij won ook als boegbeeld met België het WK in 2018, het EK in 2019 en de Olympische gouden plak (Tokyo) in 2020. In alle gevallen was hij Topscorer van het toernooi, net als van de Nederlandse competitie in 2021 en 2022.
Eigenlijk zouden we Alexander spreken op zijn favoriete lunchplekje in de Amsterdamse Pijp, om de hoek bij zijn appartement. Uiteindelijk schuiven we toch aan bij hem thuis, aan de keukentafel. De lentezon zorgt deze zaterdag voor overvolle terrassen in het centrum, te vol om rustig ons gesprek te voeren. Alexander woont in een prachtig, typisch Amsterdams appartement, waar hij via Pinoké terecht kan. Op zijn sporttas, Playstation en hondenmand na, is het appartement volledig authentiek ingericht door de eigenaar, met diverse verzamelobjecten en kunst aan de muur. Het is ook wel logisch, Alexander verblijft hier immers alleen van vrijdag t/m zondag. Doordeweeks traint hij met het nationale team in België en verblijft hij thuis in Antwerpen. In België woont hij sinds twee jaar samen met zijn vriendin. Zij komt niet uit het hockey: ,,Ik heb haar ontmoet via Instagram. Zij blijft liever op de achtergrond. Tijdens de Olympische Spelen in Tokyo stond zij plotseling op Insta als de bloedmooie hinde van Hendrickx. Dat vond ze niet fijn. Die bescheidenheid vind ik alleen maar mooi aan haar.”
Samen met zijn Belgische teamgenoten Florent van Aubel en Sebastien Dockier na het binnenhalen van de landstitel in 2023 – Foto; Hans Bakker
Bescheidenheid
Alexander komt niet uit een traditioneel hockeygezin. Eigenlijk is hij gaan hockeyen omdat hij de andere sporten waarmee zijn ouders hem kennis liet maken niet leuk vond: ,,Mijn ouders stuurden me eerst naar voetbal en scouting, maar hockey was het enige waar ik niet huilend van thuis kwam.” Toen het gezin Hendrickx vanuit Deurne (Antwerpen) naar Schilde (Antwerpen) verhuisde, kwamen ze op twee straten van Royal Antwerp te wonen, de hockeyclub waar al achternichtjes speelden. ,,Mijn ouders kwamen totaal niet uit het hockey, maar waren wel sportief. Mijn vader heeft ons vroeger wijs gemaakt dat hij een goede hockeyer was. Ik weet niet waar hij hem vandaan had, maar hij haalde dan zo’n echt oude hockeystick tevoorschijn en zei dat hij vroeger heel goed kon hockeyen…”
Uiteindelijk gaan alle vier de broers (Alexander is de 2e) hockeyen op Antwerp en ook de ouders van Alexander hebben snel veel vrienden op de club. Ze genieten van het gezellige, familiaire leven op Royal Antwerp: ,,Antwerp staat een beetje bekend als feestclub. Het is er altijd gezellig en druk op zondag.” Naast Alexander is zijn één jaar oudere broer Michael nog steeds actief in het hockey. Hij is sportief directeur en coach van het eerste team bij Blackbirds, een snelgroeiende club in België.
Als je Alexander nu op het veld ziet, staat er een persoonlijkheid die zowel fysiek als mentaal kracht uitstraalt. In ons gesprek is hij open, vriendelijk en durft hij ondanks zijn zelfverzekerdheid kwetsbaar te zijn. Het karakteriseert zijn ontwikkeling die hij is doorgegaan van kleine jongen tot volwassen teamleider. ,,Toen ik klein was, stond ik op het veld naar de vogels te kijken of lag op de grond. Dan riepen mijn ouders telkens dat ik naar de bal moest gaan. Vanaf mijn twaalfde begon ik te beseffen dat het hockeyen met mijn leeftijdsgenoten vrij makkelijk ging. Toen ben ik bij de oudere jongens gaan spelen. Vanuit de provinciale selecties werd ik geselecteerd voor België Onder-15. Ik had destijds nog geen idool. Belgische hockeyers waren simpelweg nog niet zo goed en dus onbekend. Daarom was het niet mijn ambitie om tophockeyer te worden. Pas toen ik met Onder-15 voor mijn land ging spelen, kwam het besef en ontwikkelde ik langzaam de wil om bij de grote jongens te horen. Ik was vroeger heel speels, heel energiek en actief. Ook op de foute momenten. Bij de nationale jeugdteams kwam ik vaak te nonchalant over, maakte grapjes op de verkeerde momenten. Ik heb moeten leren dat er een aanpassingsperiode nodig is. Toen ik bij België kwam, was ik in het begin heel verlegen en dacht dat al die boys beter waren dan ik. Eigenlijk vind ik dat nu nog steeds. Als mensen zeggen dat ik een van de beste corners heb van de wereld, dan zie ik dat zelf niet zo. Ik heb een lagere waardering van mezelf dan anderen.”
Keuzes
In 2015 besluit Alexander de overstap te maken naar Dragons. ,,Daarvoor heb ik best een moeilijke tijd gehad. Het continue bezig zijn met geselecteerd worden, bezorgde mij heel veel stress. Ik was teveel bezig met niks fout doen in plaats van mezelf verbeteren. Toen ik als reserve werd aangewezen voor de Olympische Spelen in Rio (2016) was dat mentaal zwaar. Tom Boon blesseerde zich tijdens het toernooi en kon vier wedstrijden niet spelen. Ik dacht ‘laat mij gewoon spelen’. Er ging 1 corner in uit 30. Hockeyend bracht ik misschien niet genoeg, maar ik had wel die corner. Uiteindelijk is het natuurlijk de keuze van de coach, daar moet je je bij neerleggen. Na Rio heb ik tegen mezelf gezegd: ‘ik wil nooit meer in deze situatie terechtkomen’ en ben keihard gaan werken. Niet meer trainen om de coach te plezieren, maar om mezelf te verbeteren. Niet meer bang zijn om een foute bal te spelen, maar gewoon backhand en forehands slaan in plaats van die halve push passes. Ook qua voeding en leefstijl ben ik vanaf dat moment een stuk serieuzer geworden.”
Bij Dragons speelde Alexander in een ijzersterk team dat drie jaar achter elkaar landskampioen werd. Het team bestond uit bijna alleen maar (jeugd)internationals: ,,Dat was bijna oneerlijk voor de competitie,” beaamt hij. ,,Daarom heb ik op een gegeven moment de keuze gemaakt om naar Nederland te gaan, want dit was te gemakkelijk. Ik had een jaar eerder al gesprekken gevoerd met Bloemendaal. Het scheelde heel weinig, maar dat ging uiteindelijk niet door. Daar heb ik geen spijt van gehad, want ik ben erg blij met de keuze het seizoen erna voor Pinoké. Bij Bloemendaal was ik bij een team gekomen, dat al veel prijzen pakte. Dat gold toen zeker niet voor Pinoké. Dat gaf mij de kans om nieuwe kwaliteiten te ontwikkelen. Bij Pinoké moest ik verantwoordelijkheid nemen. Ik kwam in een team dat net play-outs had gespeeld. Ik heb hier geleerd om met de borst vooruit te lopen en verbaal aanwezig te zijn, het team op sleeptouw te nemen. Dat had ik vroeger helemaal niet. Bij Dragons speelde ik met Arthur van Dooren. Dan gaf ik gewoon de bal aan hem en hij loste het wel op. Dat was ook een reden om niet bij Bloemendaal te gaan spelen, dan zat ik bij Arthur. Ik wilde zelf meer mijn plaats pakken en ontwikkelen.”
Na het landskampioenschap in 2023 was het winnen van de EHL in 2024 de kers op de taart van Alexander- Foto: Roel Ubels
Slechte verliezer
In alles wat Alexander zegt, blijkt dat zijn tijd in het Amsterdamse Bos enorm belangrijk is geweest voor zijn ontwikkeling als speler en mens. ,,Ik ben een hele slechte verliezer, ik haat verliezen. Ik kan er slecht tegen als ik anderen zie winnen. De stap naar Pinoké heb ik gezet om uit mijn comfortzone te stappen. Bij Pinoké verloren we natuurlijk meer – maar de waardering van het team naar mij toe was veel waard. En Pinoké had een goed plan om het elk jaar beter te doen. Bij Pinoké merkte ik meteen in dat eerste jaar al dat ik gewaardeerd werd. Dan maakte ik de gelijkmaker in de laatste minuut en kwamen ze allemaal mij een knuffel geven na de wedstrijd om me te bedanken, terwijl ik gewoon een goal had gemaakt. Dat was heel anders dan ik gewend was. In elk team waar ik kom, wil ik me goed voelen en wil ik dat anderen me waarderen. Als ik me thuisvoel bij een club kom ik het beste tot mijn recht. Het is heel vet wat we samen hebben bereikt op Pinoké. Ik denk dat dit me meer voldoening geeft dat de drie titels op Dragons.”
TOKYO – Tokyo 2020 Olympische Spelen India v Belgie Photo: Alexander Hendrickx flicks. Foto: FIH Media Worldsportpics
Randzaken buiten sluiten
De sleeppush van Hendrickx is een wapen dat hem veel heeft gebracht. ,,Daar heb ik lang en hard aan gewerkt. Ik ben heel jong begonnen met het trainen van de sleep. Loic Nelis – een beer van twee meter – was mijn oppas en de sleper van heren 1 bij Antwerp. Ik speelde nog niet eens op een groot veld, toen hij al 50 ballen klaarlegde en mij ging uitleggen hoe ik het moest doen. Eerst was het de kunst om de bal omhoog te krijgen… maar op een gegeven moment ging het steeds sneller. Bij Antwerp hadden ze vaak buitenlanders die telkens 1 of 2 jaar bleven. Een Japanner, een Rus… Van al die verschillende slepers kon ik wel iets gebruiken en heb ik veel technieken afgekeken. De laatste jaren train ik meer op kwaliteit dan kwantiteit. Dan pak ik een paar ballen en ga ik bijvoorbeeld mezelf indenken dat het gelijk staat met nog 1 minuut op de klok. Randzaken buitensluiten en vertrouwen op je eigen techniek. Alles is inmiddels gewoonte, dus ik ben niet meer met andere dingen bezig. Zodra er gefloten wordt, denk ik ‘Yes’ en dan komt de focus. Dan hebben we de huddle op de kop waarin we als team zeggen wat we gaan doen. Klaar. Staan. De rest, alle randzaken, sluit ik uit. Op dat moment denk ik alleen aan de bal en het doel en het pushen. En niet aan het belang van het doelpunt of alles eromheen.”
Bijgeloof
Alexander hecht veel waarde aan vaste routines: ,,Ik ben enorm bijgelovig, heb allerlei rituelen. Ik ga altijd als laatste de kleedkamer uit en doe mijn scheenbeschermers in een vaste volgorde aan. Er zijn veel dingen voor de wedstrijd die altijd hetzelfde moeten. Het bandje om mijn arm doe ik voor de wedstrijd af en stop ik in mijn linkerzak. Dat heb ik nodig om goed in wedstrijdfocus te komen, om alles eromheen los te laten, rust te creëren. De rest doet er dan niet meer toe. In Tokyo moest ik altijd op dezelfde plek in de bus zitten, rechts achterin. Iedereen wist dat. Op een gegeven moment maakte Nicolas de Kerpel een grapje. Ik kwam de bus binnen en hij ging op mijn stoel zitten en bleef daar twee minuten zitten, net zolang tot het me ging irriteren. Die wedstrijd kreeg ik dat gat mijn hoofd. Dat was zijn schuld.”
Na de laatste thuiswedstrijd tegen Kampong werd er uitgebreid stilgestaan bij het afscheid – Foto: Hans Bakker
Nieuwe fase
Hendrickx heeft inmiddels een duidelijk beeld over zijn hockeytoekomst. De komende vier jaar speelt hij bij Gantoise. Tot de Olympische Spelen van LA die hij nog graag meemaakt. Alexander leeft van het hockey en verdient zijn volledige inkomen dankzij de sport en aanverwante sponsordeals: ,,Als ik over 4,5 jaar gestopt ben met hockey, zou ik graag iets voor mezelf doen. Ik ben niet iemand die van 9 tot 5 voor een baas gaat werken. Wat het wordt weet ik nog niet. Ik wil wel graag met mensen samenwerken. Ik heb altijd gezegd dat ik tot en met Parijs niet over kinderen wil praten, maar daarna wel. Het is een soort spookbeeld voor mij dat ik tijdens een groot toernooi weggeroepen wordt voor de bevalling. Onze keeper Vanasch heeft dat eens meegemaakt. Hij was met de warming-up bezig en kreeg dat telefoontje.”
De stap naar Gantoise is vanuit die oogpunten een logische voor Alexander: ,,In principe stond alles open en was het 50/50 of ik in Nederland of België zou gaan spelen. Ik heb met een paar clubs gepraat. Ik ben iemand die altijd het gesprek aangaat, dan hoor je wat mensen te vertellen hebben. Afgelopen zes jaar heb ik veel dingen met mijn Belgische vrienden gemist en mijn broer heeft een zoontje gekregen, die ik graag vaker zie. Gantoise was de club die mij het hardste wilde. Zij zijn de club die een corner nodig hebben en een vrije man en het is echt een familiaire club. Ze zijn de afgelopen jaren enorm gegroeid en spelen voor de prijzen. Daarnaast heeft Gantoise een sterke en financieel krachtige achterban. Ook over alle business eromheen wordt goed nagedacht. Dat is interessant voor na mijn actieve hockeycarrière.”
Alexander tijdens zijn presentatie bij zijn nieuwe club Gantoise – Foto: Elias Benoit
Olympische Spelen Parijs
Voordat Alexander in het Argentijns ogende blauw-wit van Gantoise te bewonderen is, gaat hij eerst in het rood het goud van zijn land verdedigen in Parijs: ,,Ik denk dat we een van de grote kanshebbers zijn om de titel te winnen. Maar dat geldt net zo voor Nederland, Duitsland en Australië. Uiteindelijk is het zien hoe een wedstrijd gaat en heeft de vorm van de dag veel invloed. Je speelt de poulewedstrijden om jezelf zo goed mogelijk te positioneren. De kwartfinale is de belangrijkste wedstrijd van het toernooi. Die geeft je bij winst twee kansen op een medaille. Om te beginnen gaan we proberen in de poule eerste te worden. Dan vermijden wij Nederland of Duitsland.”
België nadat zij zich begin 2024 geplaatst hadden voor Parijs Fotocredit: FIH Media Worldsportpics