Hockey Magazine

woensdag, mei 14, 2025

Top 5 deze week

spot_img

Column: Hoofdklasse als rem op talentontwikkeling

De sterkste competitie ter wereld. Zo noemen we onze hoofdklasse mannen. En ondanks dat het moeilijk meetbaar is, denk ik dat de meeste hockeyliefhebbers hier zich wel iets bij kunnen voorstellen. Prachtig toch, die sterke competitie? Ja, maar ook nee. Want net als in Engeland – waar ze in het voetbal een ‘sterkste competitie ter wereld’ hebben, de Premier League – blijven gouden medailles op wereldkampioenschappen en Olympische Spelen al jaren uit. En ik denk dat er een verband is.

Die prachtige sterke hoofdklasse zorgt ervoor dat Nederlands talent minder kans krijgt zich te ontwikkelen. Om in de top vier mee te spelen of niet te degraderen zetten clubs liever internationals uit het buitenland in, dan dat eigen talent een kans krijgt om te groeien tot een dragende speler. In Nederland stroomt relatief weinig talent uit de jeugd door naar de hoofdklasse. 
Hoeveel van de jongens die bij de recente Nederlandse kampioenschappen O18 in de zaal goud of zilver wonnen, stromen straks door naar het eerste elftal van hun vereniging? Niet meer dan een enkeling durf ik wel te beweren.

Voorkeur voor buitenlandse internationals

En dat komt natuurlijk door het hoge niveau van de hoofdklasse en de eisen die dat stelt om aan de top mee te spelen of om niet te degraderen. Daarom hebben hoofdklasseclubs een voorkeur voor bewezen internationals uit het buitenland en wordt er veel minder aandacht besteed aan de ontwikkeling van talenten uit Nederland. Dit in contrast bijvoorbeeld met Duitsland, waar ook spelers uit het buitenland spelen, maar waar jonge spelers meer kansen krijgen, langer en breder ontwikkeld worden en dus ook eerder successen boeken. Dat de jongens van Nederland onder 21 nog nooit de wereldtitel wonnen en die van Duitsland (een veel kleiner hockeyland) al zeven keer lijkt me dan ook een duidelijke trend en geen opeenstapeling van incidenten.

In het verlengde daarvan is het niet gek dat de Nederlandse mannen al 24 jaar geen olympisch kampioen meer zijn en al 26 jaar geen wereldkampioen. Ter vergelijking: Duitsland werd in die tijd twee keer olympisch en drie keer wereldkampioen. En omdat er in Nederland veel meer hockeyers zijn dan in Duitsland kun je veilig aannemen dat we in Nederland veel talent onbenut laten, niet ontwikkelen, of misschien wel niet eens herkennen.

Volleyballer

Ik kwam daarop toen ik in de Correspondent een prachtig verhaal las van Michiel de Hoog, ‘De wonderlijke carrière van deze volleyballer doet je afvragen hoeveel talent onontdekt blijft’. Een link naar het artikel vind je achter de QR-code. Het gaat over Siebe Korenblek, die aanvankelijk gezien werd als een gemiddelde volleyballer, maar die iedereen verraste door uit te groeien tot een internationale topspeler. Ondanks een aanvankelijk gebrek aan erkenning en scoutingsaandacht, zag en ontdekte coach Koos Klein zijn potentieel. Zijn opmerkelijke reis, van afwezigheid bij talentdagen tot een plaats in het Nederlandse nationale team, doet Michiel de Hoog afvragen hoeveel onontdekt talent door gebrek aan aandacht en geduld verloren gaat.

Voor het volleybal durf ik daar geen antwoord op te geven. Voor het hockey wel: ik denk veel.

Te weinig speeltijd

Onze sterke hoofdklasse bij de mannen helpt daarbij niet, is mijn overtuiging. Typerend hiervoor was de moeite die O21-coach Jesse Mahieu eind 2023 ondervond, toen hij een keeper moest kiezen om als eerste op te stellen bij het afgelopen wereldkampioenschap O21. Geen van de drie Jong Oranje-keepers speelde namelijk met enige regelmaat bij zijn club (HGC, Oranje Rood en Bloemendaal). Daar staat tegenover dat zijn Duitse collega Rein van Eijk Joshua Onyekwue Nnaji kon opstellen die wekelijks bij Crefelder HTC op het hoogste niveau in de goal staat. Duitsland won voor de zevende keer goud, Nederland werd helaas vijfde. Je kunt natuurlijk niet zeggen dat er hier een oorzakelijk verband is tussen dit specifieke voorbeeld en de eindklassering. Zeker niet wanneer je het als incident bekijkt. Maar zoveel incidenten achter elkaar vormen een trend. En het is een trend die we volgens mij zouden moeten willen keren. Ondanks dat ik denk dat er meer zaken zijn die van invloed zijn, ontkom je er niet aan om eens goed naar de hoofdklasse te kijken.

Steeds minder jongens

Voor het hockey is succes op het hoogste niveau van de mannen wel degelijk belangrijk. Alle clubs in Nederland hebben te kampen met teruglopende aantallen jongens die hockeyen. Het zou een boost geven aan de aandacht voor hockey en de ervaring leert in andere landen dat het ook voor groei in aantallen spelers zorgt. In België is er dichtbij een duidelijk voorbeeld voor wat succes doet voor de staat van een sport.

Volgens mij kan dat niet zonder dat we kritisch kijken hoe we met talent omgaan. Het verhaal van Siebe Korenblek is daarvoor een mooie start. 

Henk Peters woont in het Rijk van Nijmegen. Hij heeft twee hockeyende kinderen. Hij speelde zelf hockey bij onder meer Union, QZ en Nijmegen en was bij de laatste club een aantal jaren commissaris tophockey. Hij kijkt graag en veel hockey in binnen en buitenland. Hij is een groot liefhebber van zaalhockey en dan ook vaak in Duitsland te vinden.

Populaire Artikelen