Hockey Magazine

dinsdag, april 22, 2025

Top 5 deze week

spot_img

Huib Preij en Michiel Wijtenburg leiden dagen Zestigplussers in goede banen

Ze komen in principe elke twee weken bij elkaar voor hun gedeelde passie; hockey. Grijs regeert misschien op de complexen waar ze neerstrijken, maar het is vooral plezier dat de boventoon voert. De Zestigplussers vieren nog steeds de hockeysport, ook al is het lijf niet meer zo soepel en zijn de kwaliteiten met de jaren wat afgenomen. Huib Preij en Michiel Wijtenburg zijn de mannen achter de organisatie van die tweewekelijkse ontmoetingen.

Lichte paniek op het terrein van de Hilversumsche Hockey Club, waar de Zestigplussers deze dag te gast zijn. Hoewel, van paniek kun je eigenlijk al niet eens meer spreken, want de mannen zijn er wel enigszins aan gewend geraakt dat er af en toe iemand met hartfalen naar de grond gaat. Maar de afloop is vrijwel altijd goed, en dat is ook deze keer het geval. Als je niet dood wilt gaan, moet je komen hockeyen bij de Zestigplussers, wordt er weleens gegrapt.

Maar daar zit ook een kern van waarheid in. De maatregelen die worden genomen, werpen z’n vruchten af. ,,De AED is een belangrijk apparaat’’, stelt Huib Preij. ,,Er worden cursussen georganiseerd in samenwerking met het ziekenhuis in Wageningen. We proberen ook in elk team minimaal een AED’er te hebben, waardoor er altijd twee mensen in het veld staan die kunnen reanimeren. De EHBO heeft een AED en op een ver punt op het complex staat altijd een tweede, zodat die snel ter plekke kan zijn. Dat werkt heel goed. Ik weet nog dat er op Laren iemand neerging. Die was hartstikke dood. Maar er waren er meteen twee bij om te reanimeren, twee minuten later was de AED er, een schok en kwam weer tot leven. Speelt nu nog steeds hockey.’’

Tweehonderd

Het zijn incidenten die voorkomen als je pakweg tweehonderd bejaarde hockeyers bij elkaar zet. Want zoveel, zegt Michiel Wijtenburg, doen er gemiddeld mee. ,,Meestal zestien tot achttien elftallen, en vandaag twintig. Op een topdag hebben we er weleens 22, maar meer niet. We hebben 550 leden, en iets minder dan de helft komt dan.’’

Preij en Wijtenburg tekenen voor de organisatie op die wedstrijddagen. Preij stuurt per mail de uitnodigingen. ,,Daarin zitten buttons waarmee mensen voorkeuren kunnen uitspreken. Of ze in categorie 60 jaar of 68 jaar willen spelen, of ze sterk willen spelen of zwak.’’ Dat gaat allemaal in de hoge hoed van de database die Preij heeft ontwikkeld, en automatisch worden er vervolgens indelingen en opstellingen gemaakt. Want elke speler kan ook aangeven wat de positie van voorkeur is.’’

Dat gaat allemaal best soepel. Heikel puntje vormen alleen de keepers. Daarvan zijn er te weinig. Preij: ,,Dan vragen we sommige keepers of ze twee wedstrijdjes achter elkaar willen keepen. Dat is nooit een probleem, maar we kunnen inmiddels wel wat nieuwe keepers gebruiken.’’

Naar huis

Soms doen zich weleens gekkigheidjes voor. Zoals met een speler die altijd laatste man wil spelen. ,,Staat hij dan een keer rechtsachter en hij ziet dat bij de club op de indeling, dan gaat hij meteen weer naar huis. Zo is er ook iemand die niet gewisseld wil worden. Gebeurt dat wel, gaat ie ook naar huis. Gelukkig zijn de meeste mensen heel soepel.’’

Bij de Hilversumsche krijgen de Zestigplussers deze dag wel te maken met een primeur. Er moet douchegeld betaald worden. Preij lacht. ,,Ze dachten dat we niet douchen, maar dat is wel het geval. Kregen we te horen dat dat 75 euro kost.’’ Maar de leden betalen feitelijk niets. ,,Nee, alleen vijf euro voor de biertjes.’’ Zelfs bitterballen worden door de club betaald. Daarvoor is een geniaal systeem bedacht. Wijtenburg: ,,Bij binnenkomst liggen er caps voor elke aanvoerder, met daarop een letter van zijn team. Daarmee kunnen bitterballen worden gehaald. De aanvoerder levert de cap in en krijgt een schaal bitterballen terug.’’

En de arbiters, dat zijn allemaal bondsscheidsrechters. Preij, lachend: ,,Wil niet zeggen dat ze kunnen fluiten, maar het zijn wel bondsscheidsrechters, haha.’’

Populaire Artikelen