In de altijd redelijk vastomlijnde top van de Tulp Hoofdklasse bij de dames is Hurley dit seizoen een mooie surprise. De ‘kleine’ club uit Amsterdam plaatste zich verrassend voor de play-offs. Maar de gedachte dat de prestatie van Hurley toeval is, kan meteen naar het rijk der fabelen worden verwezen. Met negen punten voorsprong op nummer vijf is er van toeval geen sprake.
De vierde plaats op de ranglijst, het bijbehorende startbewijs voor de play-offs; het is allemaal een heerlijk sprookje voor Hurley, dat in het verleden in de hoofdklasse vooral een rol in de kantlijn vervulde. Eerder strijdend tegen degradatie en hopend op de middenmoot dan echt kunnen denken aan het toetje van het seizoen.
Dat komt er nu dus wel, en dat is een meer dan terechte beloning voor een uitstekend seizoen. De ploeg van de succesvolle coach Diederik van Weel ‘zwom’ eigenlijk het hele seizoen tussen twee blokken: aan de ene kant de traditionele top drie, aan de andere kant de middenmoot. Hurley was te klein voor de eerste, en te groot voor de tweede. De resultaten waren wat dat betreft illustratief. De ploeg won geen keer van de ploegen die hoger stonden op de ranglijst, maar lieten ook verdomd weinig liggen tegen ploegen die lager geklasseerd waren. Twaalf overwinningen op de regulier 22 duels is een uitstekende score en bleek een goede basis om succes te kunnen boeken.
Of het sprookje van Hurley een vervolg krijgt, dat mag je natuurlijk ten zeerste betwijfelen. Eerste tegenstander is de play-offs is natuurlijk nummer een SCHC, dat sowieso het hele seizoen geen enkele nederlaag hoefde te slikken. In hoeverre de ploeg van Van Weel in staat is te stunten, moet blijken. Maar met een realistische blik kun je vaststellen dat plaatsing voor de play-offs voor Hurley al moet worden beschouwd als een hoofdprijs. Maximaal gepresteerd dus.
Dat geldt dus ook voor SCHC, dat ‘“ zoals we al memoreerden ‘“ in het hele seizoen in de hoofdklasse geen enkele nederlaag leed. Drie keer werd een puntendeling toegestaan, maar dat was het dan ook. Dan hoeft er geen enkele discussie te zijn, maar ben je natuurlijk de terechte nummer een.
Voordeeltje
Nummer twee is Den Bosch, dat zich toch heel behoorlijk heeft hersteld van de moeizame start van deze competitie. De ploeg eindigde zes punten achter de Stichtse, en dat was precies een punt voor nummer drie Amsterdam. Mooie nek-aan-nekrace dus tussen de twee grote rivalen, waarbij de Brabantse dames het voordeeltje hebben verdiend in de play-offs, waarin de twee kemphanen meteen alweer tegenover elkaar staan.
Wie daar als finalist uit gaat komen, daarover is niets zinnigs te zeggen. Den Bosch heeft in de EHL wel laten zien er te staan als het erop aankomt, maar ook Amsterdam heeft natuurlijk een uitstekende ploeg die ook in vorm is. Beide ploegen sloten de reguliere competitie af met een dikke zege. Den Bosch liet weinig heel van Kampong (1-7), terwijl Amsterdam oude rivaal Rotterdam op eigen veld naar de slachtbank leidde (0-5). De winnaar van deze tweestrijd mag zeer waarschijnlijk met SCHC duelleren om de landstitel.
Onderin was er nog een klein strohalmpje voor Rotterdam om directe degradatie te ontlopen. Dan moest er gewonnen worden van Amsterdam en mocht Bloemendaal geen puntje pakken tegen Tilburg. Aan die laatste voorwaarde werd voldaan, aangezien de Mussen in Brabant nipt ten onder gingen. Maar Rotterdam kreeg zelf geen poot aan de grond tegen een ontketend Amsterdam, en moet zo een stap terug doen. Bij die gang naar de promotieklasse wordt de club vergezeld door Klein Zwitserland, dat al eerder wist dat de tijd in de hoofdklasse erop zat.
Bloemendaal moet er nog voor strijden om ook volgend seizoen uit te komen op het hoogste niveau. Die ploeg gaat de play-offs voor een plek in de hoofdklasse in.